Operation Manual

20
NEDERLANDS
Werken met aangepaste
geluidsmodi (Advanced SCM)
U kunt voor elke afspeelbron een aangepaste
geluidsmodus selecteren en vastleggen. Dit is
mogelijk dankzij de voorziening met de naam
“Advanced SCM”. (Sound Control Memory)
De geluidsmodi selecteren en opslaan
Als u een geluidsmodus hebt geselecteerd,
wordt deze in het geheugen opgeslagen en
steeds opnieuw opgeroepen wanneer u dezelfde
afspeelbron selecteert. De geluidsmodus wordt
dan tevens op de display weergegeven.
Voor elk van de volgende geluidsbronnen kan een
geluidsmodus worden opgeslagen: FM1, FM2,
FM3, AM, CD en voor externe geluidsbronnen.
Als u de geluidsmodus van uw keuze niet voor
elke geluidsbron apart wilt instellen, maar wel
elke geluidsbron dezelfde geluidsmodus wilt
toekennen, verwijzen we u naar de instructies
in de paragraaf “Advanced SCM annuleren
–– SCM LINK” op bladzijde 24.
1
Druk op MODE BAND.
De cijfertoetsen doen nu dienst
als functietoetsen.
2
De geluidsmodus van uw keuze
selecteren.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert de
geluidsmodus en wel als volgt:
Als voor “SCM LINK” de instelling “LINK ON” is
geselecteerd, kan de geselecteerde
geluidsmodus voor de huidige afspeelbron in
het geheugen worden opgeslagen en zal het
effect alleen op de huidige afspeelbron van
toepassing zijn. Elke keer wanneer u een
andere afspeelbron selecteert, gaat de
SCM-indicator op de display knipperen.
Als voor “SCM LINK” de instelling “LINK OFF”
is geselecteerd, is de geselecteerde
afspeelmodus op elke afspeelbron van
toepassing.
SCM BEAT SCM SOFT
SCM OFF
SCM POP
BAND
Wat is BBE
II
?
De functie BBE
II
* herstelt de oorspronkelijke
glans en helderheid van live-opnames, opnames
van radio-uitzendingen, enzovoorts.
Een luidspreker die geluid weergeeft, krijgt te
maken met een verschijnsel dat frequentie-
afhankelijke faseverschuivingen wordt genoemd.
Dit betekent dat geluiden met een hoge
frequentie er langer over doen om het menselijke
gehoor te bereiken dan lage frequenties. De
functie BBE
II
corrigeert dit faseverschil tussen
lage, middelhoge en hoge tonen door aan de
weergave van lagere frequenties een
vertragingstijd toe te kennen. Hoe lager de
frequentie, hoe groter de vertragingstijd. Het
resultaat van deze functie is dat alle frequenties
het gehoor van de luisteraar op het juiste tijdstip
bereiken.
Bovendien versterkt de functie BBE
II
de lage en
middelhoge frequenties, omdat luidsprekers over
het algemeen minder efficiënt zijn in het
weergeven van deze tonen. Dit gebeurt door een
technologie toe te passen die dynamische,
programma-aangestuurde verrijking wordt
genoemd. Samen met de eerdergenoemde
correctie voor faseverschuivingen zorgt deze
voorziening ervoor dat geluid helder wordt
weergegeven en bij de luisteraar een echte live-
ervaring teweeg brengt.
Als u aan de bedieningsschijf draait, wordt er elke
keer een andere instelling voor de BBE
II
-functie
weergegeven en wel in deze volgorde:
Hoe hoger het getal, hoe sterker de BBE
II
-functie.
Bij het verlaten van de fabriek is de BBE
II
-functie
standaard ingesteld op “BBE 2”.
Als u de BBE
II
-functie wilt uitschakelen, moet
u de vermelding “BBE OFF” selecteren.
* Onder licentie van BBE Sound, Inc.
R
is een handelsmerk van BBE Sound, Inc.
(1) (2)
Uit, geen aanduiding
(OFF)
(3)
BBE 1 BBE 2
BBE OFF
(Uit, geen aanduiding)
BBE 3
Binen
5 seconden
NL19-21.KD-LX110R[E]f 01.2.6, 10:23 AM20