Operation Manual

22 NEDERLANDS
Vastleggen van uw eigen
geluidsfunctie
U kunt uw instellingen in het geheugen
vastleggen.
1
2
]
<PRO EQ>
]
<BASS/ MIDDLE/
TREBLE>
3
]
Stel de geluidselementen (zie de tabel
hieronder) van de gekozen toon in.
4
Herhaal stappen 2 en 3 voor het instellen
van de andere tonen.
De gemaakte instelling wordt
automatisch onder “USER” vastgelegd.
Geluidselement
BASS [
Basisinstelling: 50 Hz, 00, Q1.0
]
Frequentie: 50/ 100/ 200 Hz
Niveau: –06 t/m +06
Q: Q0.7/ 1.0/ 1.4/ 2.0
MIDDLE [
Basisinstelling: 1.0 kHz, 00,
Q1.0
]
Frequentie: 0.5/ 1.0/ 2.0 kHz
Niveau: –06 t/m +06
Q: Q0.7/ 1.0/ 1.4/ 2.0
TREBLE [
Basisinstelling: 10 kHz, 00,
Q1.0
]
Frequentie: 5/ 10/ 15 kHz
Niveau: –06 t/m +06
Q: Q0.7/ 1.0/ 1.4/ 2.0
[Houd ingedrukt]
U kunt een voor het muziekgenre passende
vastgelegde geluidsfunctie kiezen.
FLAT
=
NATURAL
=
DYNAMIC
=
VOCAL BOOST
=
BASS BOOST
=
USER
=
(terug naar het begin)
Tijdens weergave kunt u het subwooferniveau
en de tonen van de gekozen geluidsfunctie
instellen.
1
2
]
Instellen van het niveau:
SUB.W * : 00 t/m 08
BASS/ MID/ TRE : –06 t/m +06
De geluidsfunctie wordt automatisch
onder “USER” vastgelegd.
*
Het subwoofernivau kan alleen worden
ingesteld wanneer <L/O MODE> op
<SUB.W> is gesteld. (bladzijde 24)
Kiezen van een vastgelegde geluidsfunctie
[Houd ingedrukt]
NL02-29_KD-R721BT_[E]_1.indd 22NL02-29_KD-R721BT_[E]_1.indd 22 1/14/11 3:59:43 PM1/14/11 3:59:43 PM