Instruction Manual

Table Of Contents
Overige Externe Componenten
41Nederlands
[Rear Camera Message]*
1
[Always display] (standaard): Toont
altijd het waarschuwingsbericht op
het onderbrekingsscherm van de
achteruitrijcamera.
[Clear after 5 seconds]: Toont het
waarschuwingsbericht ongeveer 5
seconden op het onderbrekingsscherm
van de achteruitrijcamera.
[Rear Camera for Car interface]
[ON]: Selecteer wanneer u een externe
systeemunit hebt aangesloten. Zowel
knoppen als titels worden niet weergegeven.
[OFF ](Standaard): Selecteer wanneer u een
achteruitrijcamera hebt aangesloten.
[Parking Guidelines]
U kunt parkeerrichtlijnen weergeven om
gemakkelijker parkeren in te schakelen
wanneer u de versnelling om de achteruit-
positie (R) zet.
De standaardinstelling is „ON” (aan).
[Guidelines SETUP]
Als u [ON] selecteert voor [Parking
Guidelines], kan u de parkeerrichtlijnen
aanpassen. Zie Aanpassen van de
parkeerrichtlijnen (P.42).
[Front Camera Interruption]*
2
[10 sec]/ [15 sec] (Standaard)/ [20 sec]: Het
camerascherm aan de voorkant wordt
weergegeven wanneer u de versnelling
terugbrengt vanuit de achteruit (R)
-positie.
[OFF]: Annuleer.
*
1
Om de functie te gebruiken, moet u [Rear
Camera Interruption] instellen op [ON].
*
2
Om de functie te gebruiken, is het nodig
om [Rear Camera Interruption] in te
stellen op [ON] en om de voorste positie
toe te wijzen aan de weergavecamera
in [Camera Assignment Settings].
(P.41)
Ñ Om de camera-
toewijzingsinstellingen in te
stellen
1
Raak [Camera Assignment Settings] aan
op het camerascherm. (P.40)
2
Selecteer het in te stellen item.
[FRONT VIEW CAMERA]
Stel de cameratoewijzing in van
de zichtcamera aangesloten op de
ingangsaansluiting van de camera met
vooruitzicht.
[3rd VIEW CAMERA]
Stel de cameratoewijzing in van camera
aangesloten op de ingangsaansluiting van
de camera met derde persoonsperspectief.
AV-IN
Stel de cameratoewijzing van de
weergavecamera aangesloten op de
VIDEO-ingangsaansluiting in.
3
Selecteer de in te stellen uitzichtcamera.
42 5
1 3
1
[Picture from view camera]
Toont het beeld van de camera die
is aangesloten op de in te stellen
ingangsaansluiting. (P.83)
2
[Front]
Wijs de voorste positie toe aan de
weergavecamera die is aangesloten op de
geselecteerde ingangsaansluiting.
3
[Right]
Wijs de rechter positie toe aan de
weergavecamera die is aangesloten op de
geselecteerde ingangsaansluiting.