Operation Manual

36
Werken met de tuner
Als het FM-stereoprogramma waarop u hebt afgestemd,
veel ruis geeft, kunt u de ontvangst verbeteren door een
andere FM-ontvangstmodus te kiezen.
7Als u luistert naar een FM-zender
Druk op FM MODE.
In het afleesvenster ziet u de FM-ontvangstmodus.
Telkens als u op de knop drukt, verandert de FM-
ontvangstmodus.
AUTO:
Als een programma in stereo wordt uitgezonden, hoort u
stereogeluid. (De indicator ST verschijnt in het
afleesvenster.) Als in mono wordt uitgezonden, hoort u
monogeluid. Deze modus is ook handig als u statische
ruis tussen zenders wilt onderdrukken.
MONO:
De ontvangst wordt beter, maar het stereo-effect is weg.
(De indicator MONO verschijnt in het afleesvenster.) In
deze modus hoort u ruis totdat u op een zender hebt
afgestemd.
Met het Radio Data Systeem kunnen FM-zenders samen
met de normale programmasignalen extra signalen
verzenden. De zenders zenden bijvoorbeeld de naam van
hun zender mee, met informatie over het soort programma
dat ze uitzenden (sport, muziek, enzovoort).
U kunt met het systeem de volgende soorten Radio Data
Systeem-signalen ontvangen:
PS (Programmaservice): Geeft de namen van bekende
zenders.
PTY (Programmatype): Toont het type programma dat
wordt uitgezonden.
RT (Radiotekst): Geeft tekstberichten die de zender
uitzendt.
Enhanced Other Network: Zie bladzijde 38.
OPMERKING
Radio Data Systeem is niet beschikbaar voor AM (MG)-
zenders.
Radio Data Systeem werkt mogelijk niet correct als de
zender waarop is afgestemd de
Radio Data Systeem-
signalen niet goed uitzendt of als de signaalsterkte
onvoldoende is.
7 Radio Data Systeem-informatie weergeven
Druk op DISPLAY terwijl u SHIFT
ingedrukt houdt tijdens het luisteren
naar een FM-zender.
Telkens als u de procedure herhaalt, verandert de indicator
op het afleesvenster.
PS (Programmaservice):
Bij het zoeken naar zenders ziet u eerst “PS” en
vervolgens de naam van de zenders. Als er geen signaal
wordt verzonden, ziet u “NO PS”.
PTY (Programmatype):
Bij het zoeken naar zenders ziet u eerst “PTY” en
vervolgens het type programma. Als er geen signaal
wordt verzonden, ziet u “NO PTY”.
RT (Radiotekst):
Bij het zoeken naar zenders ziet u eerst “RT” en
vervolgens de tekstberichten die de zender verzendt. Als
er geen signaal wordt verzonden, ziet u “NO RT”.
Frequentie:
Frequentie van de zender (geen Radio Data Systeem-
service).
Meer over de tekens op het displayvenster
Als PS-, PTY- of RT-signalen in het afleesvenster
verschijnen, worden sommige speciale tekens en
markeringen mogelijk niet correct weergegeven.
OPMERKING
Als het zoeken heel kort duurt, verschijnen de indicators
“PS”, “PTY” en “RT” niet in het afleesvenster.
Opzoeken van een programma met gebruik
van PTY-code
Een van de voordelen van de Radio Data Systeem-service is
dat u op de voorkeuzekanalen (zie bladzijde 35) kunt
zoeken naar een bepaald soort programma door de
bijbehorende PTY-code op te geven.
7 Opzoeken van een programma met gebruik van de
PTY-code
OPMERKING
Voordat u start:
–Druk op FM/AM van de afstandsbediening om een FM-
zender te kiezen.
U kunt alleen op voorkeurzenders zoeken via PTY Search.
Als u op enig moment het zoeken wilt stopzetten, drukt u
op PTY SEARCH.
De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd
worden uitgevoerd. Als de instelling wordt geannuleerd
voordat u klaar bent, voert u de procedure opnieuw uit
vanaf stap 1.
FM-ontvangstmodus
selecteren
FM-zenders ontvangen via
Radio Data Systeem
Zie bladzijde 35 voor de locatie van de knoppen.
NL_TH-U1[E]-03body.fm Page 36 Monday, July 30, 2007 6:06 PM