User manual

17
Voordat u de machine in gebruik neemt moet u:
1. controleren of de machine volgens de aanwijzingen is
aangesloten
2. alle transportbeveiligingen uit de machine verwijderen
3. de waterontharder instellen
4. 1 liter water in het zoutreservoir gieten en het dan met zout
vullen
5. het glansmiddelreservoir vullen
6. start het programma "Voorspoelen"
Waterontharder instellen
De afwasmachine is uitgerust met een automatisch werkende
ontharder die kalkafzetting op het servies en in de machine
voorkomt. Hoe meer kalk het leidingwater bevat, des te harder
is het.
De waterhardheid wordt gemeten in verschillende schalen (zie
tabel).
Stel de waterontharder op de plaatselijke waterhardheid in.
Informatie daarover kunt u krijgen bij het waterleidingbedrijf.
De machine is in de fabriek op stand 2 ingesteld. Als de
waterhardheid is uw woonplaats afwijkt, moet u de ontharder
verstellen.
*
Als de hardheid van het leidingwater onder het
hardheidsbereik dat overeenstemt met stand "1" ligt, dan
hoeft u geen zout te gebruiken omdat het water al zacht is.
Regel de waterontharder op stand "1", maar gebruik geen
zout. In dit geval (alleen voor modellen met controlelampje)
brandt het lampje "zout bijvullen" op het bedieningspaneel
voortdurend wanneer de afwasmachine aan staat.
Waterontharder verstellen
- M.b.v. een geldstuk of schroevendraaier de knop links
boven aan de voorzijde van de machine op de juiste
stand instellen.
Zoutreservoir vullen
Voordat u het toestel in gebruik neemt, moeten het
zoutreservoir en het glansmiddelreservoire gevuld worden.
Tijdens het gebruik moeten ze van tijd tot tijd worden bijgevuld.
Houd de reinigingsmiddelen en het zout altijd uit de buurt van
kinderen!
Gebruik alleen speciaal zout voor afwasmachines.
Alle andere soorten zout, vooral tafelzout, beschadigen de
waterontharder. Zout dat tijdens het vullen van het vat
wordt
gemorst kan corrosie bevorderen.Vul daarom alleen kort
voor het begin van een afwasprogramma zout bij.
Vullen:
1. Draai de dop van het zoutreservoir.
2. Giet 1 liter water in het zoutreservoir (dat is alleen voor het
eerste gebruik nodig).
3. Vul m.b.v. de trechter het zoutreservoir.
4. Het is normaal dat tijdens het zout vullen het water
overloopt.
5. Verwijder gemorst zout van het schroefdraad en de dop.
6. Draai de dop weer stevig vast
.
Na de eerste vulling, hoeft u alleen maar regelmatig zout bij te
vullen.
De wijze waarop wordt aangegeven dat er zout bijgevuld moet
worden, hangt af van het model afwasmachine:
A) Het zoutvat moet regelmatig bijgevuld worden. De dop
heeft daarvoor in het midden een indicativenstertje.
Als het zoutvat gevuld is, is er een groene markering
te zien. Als het zout op is, is deze markering bijna
verdwenen. U weet dan dat u zout moet bijvullen.
B) Om u eraan te herinneren dat u moet bijvullen, brandt
het controlelampje.
Het speciale lampje zout bijvullen op het
bedieningspaneel blijft, als de afwasmachine
ingeschakeld is, nog 2 à 6 uur branden, nadat het zout is
bijgevuld. Bij gebruik van langzaam smeltend zout kan het
nog langer duren. Dit heeft echter geen negatieve invloed
op de werking van het apparaat.
C) Alleen voor modellen zonder zoutindicator:
Wij raden u aan, na 50 afwasprogrammes zout
bijtevullen. Deze berekning is baseert op een
gemiddelde waterhardheid van 3.
Het is normaal dat tijdens het zout vullen het water overloopt.
Waterhardheid
0 - 4
5 - 11
12 - 22
23 - 34
35 - 45
46 - 50
*
1
2
3
4
5
NEE
JA
JA
JA
JA
JA
in °dH
Stand
zout
gebruiken
2
AA05
1
3
5
4
2
Vóór het in gebruik nemen
SR11