User manual

waspoeder voor alle soorten weefsels
waspoeder voor tere weefsels (60°C max)
en wol
vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor
wasprogramma's op lage temperatuur
(60°C max) voor alle soorten weefsels, of
speciaal voor alleen wol.
De wasmiddelen en nabehandelingsmidde-
len moeten in het juiste vakje van de was-
middellade worden gedaan voordat het was-
programma wordt gestart.
Als gebruik wordt gemaakt van vloeibaar
wasmiddel, dient een programma zonder
voorwas te worden gekozen.
De wasautomaat is uitgerust met een recir-
culatiesysteem dat een optimaal gebruik van
geconcentreerd wasmiddel mogelijk maakt.
Volg de aanbevelingen van de fabrikant op
voor wat betreft de te gebruiken hoeveelhe-
den en overschrijd het "MAX" teken in de
wasmiddellade niet .
Hoeveelheid wasmiddel
Het type en de te gebruiken hoeveelheid
wasmiddel hangen af van het type weefsel,
de hoeveelheid wasgoed, de mate van ver-
vuiling en de hardheid van het water.
Volg de instructies van de wasmiddelenfa-
brikant over de te gebruiken hoeveelheden.
Gebruik minder wasmiddel als:
als u een kleine lading wast
het wasgoed licht vervuild is
er veel schuimvorming is tijdens het was-
sen.
Graden van waterhardheid
De hardheid van water wordt geclassificeerd
in zogenaamde hardheidsgraden. Informatie
over de hardheid van het water in uw omge-
ving kan worden verkregen bij het desbetref-
fende waterleidingbedrijf. Als de waterhard-
heid middelmatig of hoog is, raden we aan
een waterontharder toe te voegen, waarbij u
altijd de instructies van de fabrikant opvolgt.
Als de hardheid van het water zacht is, pas
dan de hoeveelheid wasmiddel aan.
Tips voor het drogen
De droogcyclus voorbereiden
De droger werkt op het principe van con-
densatie.
Daarom moet de waterkraan open staan
en moet de afvoerslang, ook gedurende
de droogcyclus, in een gootsteen of een
afvoerpijp geplaatst zijn.
Belangrijk!
Voordat u het droogprogramma start, moet
u de hoeveelheid gewassen artikelen vermin-
deren, teneinde goede resultaten te verkrij-
gen.
Wasgoed dat niet geschikt is voor de
droger
Bijzonder tere artikelen zoals synthetische
gordijnen, wol en zijde, kleding met meta-
len onderdelen, nylon kousen, omvangrij-
ke kledingstukken zoals anoraks, spreien,
gewatteerde dekens, slaapzakken en dek-
bedden mogen niet in de machine ge-
droogd worden.
Droog donkere kleding niet tegelijk met
licht gekleurde pluizige voorwerpen als
handdoeken, want donkere kleding kan
dan pluis aantrekken.
Verwijder het wasgoed wanneer het ap-
paraat klaar is met drogen.
Om statische lading na het drogen te voor-
komen gebruikt u een wasverzachter in de
wasmachine of een speciaal voor wasdro-
gers verkrijgbare wasverzachter.
Kledingstukken gevoerd met schuimrub-
ber of op schuimrubber lijkend materiaal
mogen niet in de machine gedroogd wor-
den; deze kunnen brandgevaar opleveren.
Evenmin mogen stoffen die resten bevat-
ten van haarversteviger of haarlak, nagel-
lakremover en dergelijke gedroogd wor-
den in de machine om de vorming van
schadelijke dampen te voorkomen
De wasmiddelen en nabehandelingsmidde-
len moeten in het juiste vakje van de was-
middellade worden gedaan voordat het was-
programma wordt gestart.
Als gebruik wordt gemaakt van vloeibaar
wasmiddel, dient een programma zonder
voorwas te worden gekozen.
De wasautomaat is uitgerust met een recir-
culatiesysteem dat een optimaal gebruik van
geconcentreerd wasmiddel mogelijk maakt.
Volg de aanbevelingen van de fabrikant op
voor wat betreft de te gebruiken hoeveelhe-
16