SPLIT- AIRCONDITIONER (WANDMODEL) GEBRUIKSAANWIJZING Ref: 060210_NL KA AC 26 230 V ~ 1040 W KA AC 27 230 V ~ 1740 W Wij danken u voor de aankoop van een van onze airconditioners. Lees deze GEBRUIKSAANWIJZING aandachtig voor u de airconditioner in bedrijf stelt en berg deze handleiding daarna zorgvuldig op. U kunt contact opnemen met onze serviceafdeling voor een snelle, vakkundige installatie van dit product. Dit product mag uitsluitend door koeltechnisch geschoold personeel worden geïnstalleerd.
INHOUD Inhoud............................................................................................................................ 1 Veiligheidsvoorschriften ........................................................................................................ 2 Onderdelen ........................................................................................................................... 4 Gebruik Afstandsbediening voorbereiden ..........................................................
Lees de onderstaande voorschriften aandachtig voor u dit apparaat gebruikt. De onderstaande symbolen duiden op belangrijke veiligheidsvoorschriften die onvoorwaardelijk moeten worden opgevolgd. Dit apparaat moet geaard worden Strikt verboden Stekker uit het stopcontact trekken Absoluut noodzakelijk OPGELET Trek nooit aan het snoer om de stekker uit het stopcontact te trekken. Wilt u de airconditioner spanningsloos maken, trek dan de stekker in de hand en trek het uit het stopcontact.
OPGELET Reinig de binnenunit uitsluitend met een zachte, droge doek. Gebruik in geen geval chemische oplosmiddelen, insecticiden of brandbare vloeistoffen aangezien deze de omkasting beschadigen. Het apparaat moet volgens de plaatselijke voorschriften op het net worden aangesloten. Het apparaat mag niet in een washok worden geïnstalleerd. Het apparaat moet op een hoogte van 2,3 m boven de vloer worden geïnstalleerd. Het apparaat moet zodanig worden geïnstalleerd dat de stekker goed toegankelijk is.
BINNENUNIT BUITENUNIT Luchtaanzuigopening Verbindingsleiding Condensleiding Uitblaasrooster Condenswaterafvoer
AFSTANDSBEDIENING Infraroodzender DISPLAY AUTOMATISCHE LUCHTVERDELING BLAASRICHTING INSTELLEN FUNCTIEKEUZE UITSCHAKELTIJD TEMPERATUUR INSTELLEN INSCHAKELTIJD ANNULATIE VAN DE INGESTELDE TIJD AAN-/UIT TIJD INSTELLEN VENTILATORTOERENTAL NACHTSCHAKELING RESET
Open de afstandbediening aan de achterkant en breng de batterijen aan. Druk met een puntig voorwerp op de RESET-knop (eveneens wanneer de batterijen vervangen zijn). OPGELET Wanneer de afstandsbediening niet naar behoren werkt moet op de RESET-knop worden gedrukt. De afstandsbediening heeft een bereik van 6 meter (recht tegenover de binnenunit). Ga voorzichtig met de afstandsbediening om. Behoed de afstandsbediening tegen vallen, schokken en vocht.
Gebruik afstandsbediening In- en uitschakelen Druk op de knop I/O om de airconditioner in te schakelen en opnieuw op dezelfde knop om het apparaat uit te schakelen. Temperatuur instellen Druk op de knoppen voor het instellen van de temperatuur: eenmaal drukken op “ ” verlaagt de te handhaven temperatuur met 1°C en eenmaal drukken op “ ” verhoogt de te handhaven temperatuur met 1°C. De temperaturen worden weergegeven op de LCD van de afstandsbediening.
2 Druk op de SWING-knop: dit verstelt de klep automatisch tussen hoog en laag. Opnieuw op de knop drukken schakelt de functie uit. Uitblaasrichting naar links/rechts De luchtkleppen die de lucht naar links en naar rechts geleiden moeten met de hand worden nagesteld. Stel de uitblaasrichting in voor u de airconditioner inschakelt. Bij instellen terwijl het apparaat in bedrijf is loopt u het risico, de vingers te beknellen (Afb. 1).
Functie kiezen 1 Automatisch bedrijf (AUTO) Wanneer de airconditioner is ingeschakeld wordt automatisch en aan de hand van de omgevingstemperatuur KOELEN, ONTVOCHTIGEN of VERWARMEN gekozen. Wanneer de airconditioner binnen 2 uur na uitschakelen wordt ingeschakeld, wordt automatisch de functie gekozen waarin het apparaat zich bevond toen het werd uitgeschakeld. Wanneer de functie eenmaal gekozen is, wordt deze gehandhaafd zelfs als de temperatuur in het vertrek verandert.
Geprogrammeerde werking Tijdschakelaar aangeschakeld 1. Druk op om de tijd in te stellen waarop de airconditioner ingeschakeld moet worden wanneer het toestel uitgeschakeld is. "l" van flikkert op het display van de afstandsbediening. Druk op om de tijd in te stellen waarop de airconditioner uitgeschakeld moet worden wanneer het toestel in werking is. van flikkert op het display van de afstandsbediening. 2. Druk op of om de klok in te stellen.
Voor langere tijd niet gebruiken Schakel de ventilator voor 3 à 4 uur in om de binnenunit volledig te drogen. Schakel de koelfunctie (COOL) of de verwarmingsfunctie in (HEAT) en stel de te handhaven temperatuur zo hoog mogelijk in. Na langdurige stilstand Reinig en breng de filters aan. Reinig de binnenunit uitsluitend met een zachte, droge doek. Gebruik voor reinigen nooit benzine, benzeen, oplosmiddelen, VIM, afwasmiddelen, insecticiden e.d.
De filters moeten regelmatig gereinigd worden. Open het frontpaneel pas wanneer de ventilator volledig tot stilstand gekomen is. Filters om de 14 dagen reinigen Open het frontpaneel en verwijder de filters. Filters om de 14 dagen reinigen Spoel de filters uit met schoon water en leg ze in een geventileerde ruimte te drogen. Maak de filters schoon met een stofzuiger of klop ze buiten voorzichtig uit (wanneer ze erg vuil zijn, kunnen ze in zeepsop van niet meer dan 45°C gereinigd worden).
Wanneer het probleem aan de hand van de onderstaande tabel niet opgelost kan worden wende men zich tot een van onze servicecenters voor assistentie. Symptoom De airconditioner functioneert niet. Mogelijke oorzaak Heeft er zich een netstoring voorgedaan? Stekker goed in het stopcontact? Doorgeslagen zekering of uitgeschakelde automaat? Is de spanning hoger dan 253V of lager dan 207V ? Is de timer goed ingesteld ? De afstandsbediening werkt niet en de LCD blijft leeg.
Symptoom Tijdens het verwarmen wordt de ventilator van de binnenunit ongeveer 10 minuten lang uitgeschakeld. De airconditioner maakt krakende geluiden. Er wordt het geluid van stromend water vernomen. Mogelijke oorzaak De warmtewisselaar van de buitenunit wordt ontdooid. Ontdooien duurt uiterlijk10 minuten (de warmtewisselaar berijpt bij vochtige, koude buitenlucht). Dit wordt veroorzaakt door het krimpen en uitzetten van het frontpaneel wegens temperatuurveranderingen.
KA AC 26 M odel B in n e n u n it KA AC 27 B u it e n u n it B in n e n u n it B u it e n u n it Type W a r m te p o m p W a r m te p o m p A a n s lu its p a n n in g 230V~, 50Hz 230V~, 50Hz 2 5 0 0 /2 7 5 0 3 3 0 0 /4 0 0 0 9 8 0 ( k o e lin g ) /9 6 0 ( v e r w a r m in g ) 1 3 0 0 ( k o e lin g ) /1 4 5 0 ( v e r w a r m in g ) 4 ,9 ( k o e lin g ) / 4 ,8 ( v e r w a r m in g ) 4 ,9 ( k o e lin g ) / 4 ,8 ( v e r w a r m in g ) N o m in a le k o e l/v e r w a r m in g s c a p a c ite i
Installatieschema Gebruik de boringen in de wandmontageplaat van de binnenunit om de boorpunten af te tekenen Opgelet: geen knik of bocht in de leiding maken De verbindingsleiding kan aan de rechterachterkant, de onderkant of de linkerachterkant worden aangesloten Achterkant Voorkant Rechterkant Linkerkant Achterkant Linkerachterkant Onderkant Breng thermische isolatie op de verbindingsslang aan Isolatiedikte 8mm Plaats een stuk hout van minimaal 20 mm tussen de muur en de verbindingsslang of pla
Installatievoorschriften Opstelling binnenunit De gekoelde lucht moet over het gehele vertrek verdeeld kunnen worden Het maximale hoogteverschil tussen de binnen- en de buitenunit is 5 m. Bevestig de binnenunit aan een stevige muur om vibratie te voorkomen. Monteer de binnenunit uit het directe zonlicht. Condenswater moet gemakkelijk af kunnen vloeien. Bedenk dat neonlampen de ontvangst van het afstandsbedieningssignaal kunnen storen.
BINNENUNIT Wandmontageplaat aanbrengen De wandmontageplaat moet aan een stevige muur worden bevestigd. etc…). Bevestig de koord aan het middelste gat Minimaal 24mm Minimaal 155 mm vanaf een zijmuur Minimaal 105 mm vanaf een zijmuur Wandmontage plaatgsgat Zelftapper ST4x25 OPGELET NINGEN Schietlood Bouten aangeduid met volle pijlen moeten stevig worden aangehaald om vibreren van de montageplaat te voorkomen.
OPMERKING: De draden zijn al aangesloten. Indien u merkt dat de draden losgekoppeld zijn, gelieve onderstaande procedure te volgen om ze weer aan te sluiten. Deksel aansluitklemmendoos Open het frontpaneel; Verwijder de schroef van de aansluitklemmendoos Bout Verwijder de bevestigingsbout maar houd deze bij de hand. Bevestig de kabel. Breng de bevestigingsbout en het deksel van de aansluitklemmendoos aan.
MONTAGE CONDENSAFVOERSLANG Om het condenswater gemakkelijk af te kunnen voeren moet de condensleiding met afschot worden geïnstalleerd. De afbeeldingen 2 t/m 5 tonen hoe het niet moet. Afschot Stagnerend water Opschot Slangeind onder water Lucht Lek Minimaal 50mm t.o.v. grond Lek (Afb.5) (Afb.1) (Afb.2) (Afb.3) (Afb.4) Condensafvoer Indien de aan de binnenunit gemonteerde afvoerslang te kort blijkt kan deze verlengd worden met de bij de accessoires meegeleverde slang.
Aansluiting van de verbindingsslang 1. Strek de verbindingsslang 2. Open de vergrendelingsklep Vergrendelingsklep 3. Trek het vergendelingssysteem naar achter, druk op het aansluitstuk van de binnenunit. Aansluitstuk van de buitenunit Aansluitstuk van de binnenunit Vergrendelingsklep Veiligheidssysteem 4.
Koelmiddel navullen Indien er te weinig koelmiddel in het systeem is, vul op volgende wijze na: Sluit op het persgasserviceventiel en de controle-eenheid een soepele slang aan. (fig. 1) Open het lagedrukventiel en sluit het hogedrukventiel. Trek een vacuüm tot onder 12 Pa. Sluit het lagedrukventiel en ontkoppel de slang. Breng de dopmoeren op de serviceventielen aan.
MILIEUBESCHERMING – RICHTLIJN 2002/96/EG Om ons milieu en onze gezondheid te beschermen, moet afgedankte elektrische en elektronische apparatuur in overeenstemming met welbepaalde regels weggegooid worden. Dit vergt zowel de inzet van de leveranciers als van de gebruikers. Om deze reden mag uw apparaat, zoals op het typeplaatje of op de verpakking aangegeven door het symbool , niet met het gewone huisvuil weggegooid worden.