Operating instructions

Table Of Contents
– 8
Identificatie systeemonderhoud defect
Klantendienst contacteren.
Temperatuursensor defect
Klantendienst contacteren.
Service-interval
Servicewerkzaamheden uitvoeren.
Brandstoftank is leeg.
Brandstof bijvullen.
Instructie: Branderwerking is nog 5 uren mogelijk.
Fles systeemonderhoud is leeg.
Fles systeemonderhoud vervangen.
Instructie: Branderwerking is niet meer mogelijk.
Fles systeemonderhoud is leeg.
Fles systeemonderhoud vervangen.
Reinigingsmiddeltank is leeg.
Reinigingsmiddel vullen.
Reinigingsmiddeltank is leeg.
Reinigingsmiddel vullen.
Geen netspanning
Spanningsaansluiting/toevoerleiding controleren.
Lucht in het systeem
Pomp ontluchten:
Reinigingsmiddel-doseerapparaat op „0“ stellen.
Bij geopende handspuitpistool het apparaat met de
apparaatschakelaar meermaals in- en uitschake-
len.
Druk-/volumeregeling van de pompeenheid bij een
geopend handspuitpistool open- en dichtdraaien.
Instructie: Door het demonteren van de hogedrukslang
van de hogedrukaansluiting wordt het ontluchten ver-
sneld.
Indien reinigingsmiddelreservoir leeg is, navullen.
Aansluitingen en leidingen controleren.
Druk is ingesteld op „MIN“
Druk op „MAX“ stellen.
Zeef in de wateraansluiting vervuild.
Zeef reinigen.
Fijn filter reinigen, zo nodig vernieuwen.
Watertoevoerhoeveelheid te laag
Watertoevoerhoeveelheid controleren (zie Techni-
sche gegevens).
Pomp ondicht
Instructie: Toegelaten zijn 3 druppels/minuut.
Bij sterkere ondichtheid het apparaat door de klan-
tendienst laten controleren.
Lek in het hogedruksysteem
Hogedruksysteem en aansluitingen op dichtheid
controleren.
Apparaat bij een geopend reinigingsmiddel-do-
seerapparaat en een gesloten watertoevoer laten
draaien tot het vlotterreservoir leeggezogen en de
druk tot „0“ gedaald is.
Watertoevoer opnieuw openen.
Indien de pomp nog steeds geen reinigingsmiddel aan-
zuigt, kan dat de volgende oorzaken hebben:
Filter in de reinigingsmiddel-zuigslang verontrei-
nigd
Filter reinigen.
Terugslagklep vastgekleefd
Reinigingsmiddelslang verwijderen en terugslag-
klep met een stomp voorwerp lossen.
Fles systeemonderhoud is leeg.
Fles systeemonderhoud vervangen.
Brandstoftank is leeg.
Brandstof bijvullen.
Watertekort
Wateraansluiting controleren, toevoerleidingen
controleren.
Zeef in de watertekortbeveiliging reinigen.
Brandstoffilter verontreinigd
Brandstoffilter vervangen.
Geen ontstekingsvonk
Indien bij de werking door het kijkglas geen ontste-
kingsvonk zichtbaar is, moet het apparaat door de
klantendienst gecontroleerd worden.
Werkdruk/volume te hoog
Werkdruk/volume aan de druk-/volumeregeling
van de pompeenheid verlagen.
Verroete verwarmingsspiraal
Apparaat door de klantendienst laten ontroeten.
Indien de storing niet kan worden opgelost, moet
het toestel door de klantendienst gecontroleerd
worden.
In ieder land zijn de door ons bevoegde verkoopkantoor
uitgegeven garantiebepalingen van toepassing. Even-
tuele storingen aan het apparaat verhelpen wij zonder
kosten binnen de garantietermijn, mits een materiaal of
fabrieksfout de oorzaak van deze storing is. Neem bij
klachten binnen de garantietermijn contact op met uw
leverancier of de dichtstbijzijnde klantenservicewerk-
plaats en neem uw aankoopbewijs mee.
3x knipperen
4x knipperen
Controlelampje Service
Controlelampje brandstof licht op
Controlelampje systeemonderhoud brandt
Controlelampje systeemonderhoud knippert
Controlelampje reinigingsmiddel 1 brandt
(alleen HDS 12/18, HDS 13/20)
Controlelampje reinigingsmiddel 2 brandt
(alleen HDS 12/18, HDS 13/20)
Apparaat draait niet
Apparaat bouwt geen druk meer op
Apparaat lekt, water drupt onderaan uit het
apparaat
Apparaat schakelt constant in en uit bij een
gesloten handspuitpistool
Apparaat zuigt geen reinigingsmiddel aan
Brander ontsteekt
Ingestelde temperatuur wordt bij de werking
met heet water niet bereikt
Klantenservice
Garantie
68 NL