Operating instructions

Table Of Contents
– 5
Instructie: Komt er geen water uit de sproeier, de pomp
ontluchten. Zie Hulp bij storingen - "Het apparaat bouwt
geen druk op".
Apparaatschakelaar op de gewenste temperatuur
instellen.
De reguleringsspindel in de richting van de wijzers
van de klok draaien: De werkdruk verhogen (MAX).
De reguleringsspindel tegen de wijzers van de klok
in draaien: De werkdruk reduceren (MIN).
Ter milieubescherming zuinig omspringen met rei-
nigingsmiddelen.
Het reinigingsmiddel moet geschikt zijn voor het te
reinigen oppervlak.
Met behulp van het reinigingsmiddel-doseerappa-
raat de concentratie van het reinigingsmiddel vol-
gens de gegevens van de fabrikant inschakelen.
Instructie: Richtwaarden aan het bedieningspaneel bij
een maximale werkdruk.
Tip: Wanneer schoonmaakmiddel uit een extern reser-
voir opgezogen moet worden, de zuigslang voor
schoonmaakmiddel door de uitsparing naar buiten lei-
den.
Druk/temperatuur en reinigingsmiddelconcentratie
instellen volgens het te reinigen oppervlak.
Instructie: Hogedrukstaal altijd eerst van grotere af-
stand op het te reinigen object richten, om schade door
te hoge druk te vermijden.
Vuil losmaken:
reinigingsmiddel zuinig verdelen en 1...5 minuten
laten inwerken, maar niet laten drogen.
Vuil verwijderen:
losgekomen vuil met hogedrukstraal afspoelen.
Verwijderen van lichte verontreinigingen en schoon-
spoelen, bijv.: tuingereedschap, terras, werktuigen,
enz.
Werkdruk indien nodig instellen.
Het apparaat werkt in het zuinigste temperatuurbereik
(max. 60 °C).
GEVAAR
Verbrandingsgevaar!
Apparaatschakelaar op de gewenste temperatuur
instellen.
Wij bevelen de volgende reinigingstemperaturen aan:
Lichte verontreinigingen
30-50 °C
Eiwithoudende verontreinigingen, bijv. in de le-
vensmiddelindustrie
max. 60 °C
Reiniging motorvoertuigen, machines
60-90 °C
Handspuitpistool beveiligen, daarvoor de vergren-
delingspal naar voren schuiven.
Reinigingsmiddel-doseerapparaat op „0“ stellen.
Hoofdschakelaar op trap 1 (modus met koud water)
stellen.
Apparaat bij geopend handspuitpistool minimum 1
minuut schoonspoelen.
GEVAAR
Verbrandingsgevaar door heet water! Na de werking
met heet water moet het apparaat ter afkoeling min-
stens twee minuten met koud water en met geopend pi-
stool gebruikt worden.
Watertoevoer sluiten.
Handspuitpistool openen.
Pomp met apparaatschakelaar inschakelen en 5-
10 seconden laten draaien.
Handspuitpistool sluiten.
Apparaatschakelaar op „0/OFF“ stellen.
Stekker alleen met droge handen uit het stopcon-
tact trekken.
Wateraansluiting verwijderen.
Handspuitpistool bedienen tot het apparaat drukvrij
is.
Handspuitpistool beveiligen, daarvoor de vergren-
delingspal naar voren schuiven.
Spuitstuk in houder van de kap vastzetten.
Hogedrukslang en elektrische leiding oprollen en
op houders hangen.
Apparaat met slangtrommel:
hogedrukslang voor het oprollen gestrekt leggen.
Handkruk in de richting van de wijzers van de klok
(pijlrichting) draaien.
Instructie: Hogedrukslang en elektrische leiding niet
knikken.
LET OP
Gevaar voor beschadiging! Vorst beschadigt het appa-
raat als niet al het water eruit is.
Apparaat in een vorstvrije ruimte opslaan.
Als het apparaat op een haard is aangesloten, dient het
volgende in acht genomen te worden:
LET OP
Beschadigingsgevaar door via de haard binnendringen-
de koude lucht.
Apparaat bij buitentemperaturen onder 0 °C van de
buis scheiden.
Is vorstvrije opslag niet mogelijk, apparaat stilleggen.
Bij langere werkonderbrekingen of als vorstvrije opslag
niet mogelijk is:
Reinigingsmiddelreservoir leegmaken.
Water aflaten.
Apparaat met antivriesmiddel spoelen.
Reinigingstemperatuur instellen
Werkdruk en volume instellen
Druk-/volumeregeling aan de pompeenheid
Werken met reinigingsmiddel
Reinigen
Aanbevolen reinigingsmethode
Werking met koud water
Eco-modus
Werking met heet water
Werking onderbreken
Na werking met reinigingsmiddel
Apparaat uitschakelen
Apparaat opslaan
Vorstbescherming
Stillegging
52 NL