Operating instructions

– 5
 Kinderen mogen het appa-
raat enkel gebruiken wanneer
ze ouder zijn dan 8 jaar en
onder toezicht staan van een
persoon die verantwoordelijk
is voor hun veiligheid of van
die persoon instructies heb-
ben gekregen over het ge-
bruik van het apparaat en de
daaruit resulterende gevaren
begrijpen.
 Kinderen mogen niet met het
apparaat spelen.
 Kinderen moeten gecontro-
leerd worden om te garande-
ren dat ze niet met het appa-
raat spelen.
 De reiniging en het gebrui-
kersonderhoud moegen niet
zonder toezicht door kinderen
uitgevoerd worden.
 Bij reiniging en onderhoud al-
tijd het apparaat uitschakelen
en de stekker uit het stopcon-
tact trekken.
몇 VOORZICHTIG
 Zorg er vóór alle handelingen
met of aan het apparaat voor
dat het apparaat stabiel staat
om ongevallen of beschadi-
gingen door omvallen van het
apparaat te vermijden.
 Neem bij het transport het ge-
wicht van het apparaat in acht
om ongevallen of verwondin-
gen te vermijden (zie techni-
sche gegevens).
 Neem bij de keuze van de op-
slagplaats het gewicht van
het apparaat in acht om onge-
vallen of verwondingen te
vermijden (zie technische ge-
gevens).
 GEVAAR
Ontploffingsgevaar
 Geen bijtende, licht brandba-
re of explosieve vloeistoffen
(bijv. petroleum, benzine, zu-
ren of nitroverdunning) ver-
voeren.
 De pomp niet in brand- of ex-
plosiegevoelige omgeving
gebruiken.
몇 VOORZICHTIG
 Water dat met dit apparaat
werd opgepompt, is geen
drinkwater!
LET OP
De pomp kan beschadigd wor-
den.
 Geen vetten, oliën en zout
water vervoeren.
 Geen afvalwater uit de toilet-
voorziening en modderwater
met een lage viscositeit als
helder water vervoeren.
 Geen water vervoeren met
een temperatuur van meer
dan 35°C.
Andere gevaren
16 NL