Operating instructions

Table Of Contents
– 3
1 Schroef
2 Apparaatkap
Schroef uitdraaien.
Neem de apparaatkap weg.
1 Afdichtschroef
2 Injectorinzetstuk, nieuw
3 O-ring, nieuw
4 Injectorinzetstuk, oud
5 Injectorbehuizing
Afdichtschroef uit de injectorbehuizing
schroeven (binnenzeskant SW 8).
Oud injectorinzetstuk met de schroe-
vendraaier 12x2 eruit draaien.
O-ringen op het nieuwe injectorinzet-
stuk schuiven en bestrijken met een
dun laagje siliconevet.
Nieuw injectorinzetstuk in de injector
schuiven en met een platte schroeven-
draaier 12x2 handvast aanspannen.
Afdichtschroef erin draaien en aanha-
len (10 Nm).
1 Sluitschroef
2 Injectorbehuizing
Draai de sluitschroef eruit.
Nieuwe sluitschroef erin draaien en
vast aanhalen.
De kap van het apparaat plaatsen.
Schroef erin draaien en vastdraaien.
Bij verhitte apparaten wordt het beschikba-
re doseersysteem gebruikt; ombouwen is
niet nodig. Het injectorinzetstuk uit de
sproeierset is niet vereist.
Standaard straalpijp van het handspuit-
pistool schroeven.
Straalpijp met verschillende standen op
het handspuitpistool monteren.
Standaard hogedruksproeier op de lan-
ge buis van de straalpijp monteren.
HD 10/25 SX, HD 13/18 SX (met
slangtrommel)
Verhitte apparaten
Straalpijp met verschillende
standen monteren (alleen Inno-
Foam-set)
25NL