Operating instructions

Nederlands 15
Beschrijving apparaat
Afbeelding A
1 Oplaadcontacten
2 Accupackhouder
3 Controlelampje
4 Wandbevestiging
5 Netkabelbus
Bediening
Laadproces
Instructie
De bedrijfstoestand van het accupack kan op het dis-
play van het accupack worden afgelezen.
De displayweergaven worden in de gebruiksaanwijzing
van het accupack uitgelegd.
Als het display aan het begin van het laadproces niets
weergeeft, is de accucapaciteit opgebruikt of zeer laag.
Zodra het accupack voldoende is opgeladen, wordt op
het display de resterende laadtijd weergegeven.
Als het display 2 minuten na het begin van het laadpro-
ces niets weergeeft, dan is de accu defect en mag deze
niet meer worden opgeladen of gebruikt. De accu moet
onmiddellijk worden afgevoerd in overeenstemming
met de geldende voorschriften.
1. Netkabel in de netkabelbus steken.
Afbeelding B
2. Netstekker in het stopcontact steken.
3. Het accupack in de opname van het oplaadapparaat
schuiven.
Afbeelding C
Het laadproces begint automatisch.
Het controlelampje knippert groen.
Het display van het accupack toont de resterende
laadtijd. Bij een volledig opgeladen accupack ver-
schijnt op het display 100% en brandt het controle-
lampje continu groen.
4. Het accupack na het opladen uit het oplaadapparaat
halen.
5. De netstekker uit het stopcontact trekken.
Instructie
Het opgeladen accupack kan op het oplaadapparaat
blijven tot het wordt gebruikt. Er is geen gevaar dat het
apparaat te veel wordt opgeladen.
Vermijd onnodig energieverbruik en koppel het op-
laadapparaat los wanneer het accupack volledig is op-
geladen.
Wandbevestiging
Het apparaat is geschikt voor wandbevestiging. Infor-
matie over het gewicht van het apparaat vindt u in het
hoofdstuk "Technische gegevens".
몇 VOORZICHTIG
Monteer het apparaat niet in de buurt van of op brand-
bare wandbekleding zoals behang of houten panelen.
1. Vóór de montage nagaan of de wand over voldoen-
de draagvermogen beschikt.
2. De netstekker moet vrij toegankelijk zijn. Afstand
van de boringen = 66 mm.
Vervoer en opslag
몇 VOORZICHTIG
Niet-naleving van het gewicht
Gevaar voor letsel en beschadiging
Neem bij het transport en de opslag het gewicht van het
apparaat in acht.
Bewaar het apparaat alleen in droge binnenruimtes.
Verzorging en onderhoud
Het apparaat is onderhoudsvrij.
 De oplaadcontacten regelmatig controleren op ver-
vuiling.
 Verontreinigde oplaadcontacten reinigen.
 Ventilatie-openingen controleren op vervuiling en,
indien nodig, reinigen.
 Accupacks die gedurende een langere periode zijn
opgeslagen tussentijds opladen.
Hulp bij storingen
Storingen hebben vaak oorzaken die eenvoudig met be-
hulp van het volgende overzicht kunnen worden verhol-
pen. Neem bij twijfel of storingen die hier niet worden
vermeld contact op met de erkende klantenservice.
Fouten bij het opladen
Accupack laadt niet op, display is aan
Het oplaadapparaat is defect.
1. Het oplaadapparaat vervangen.
Accupack laadt niet op, controlelampje op de snel-
lader is uit
De snellader is defect.
1. De snellader vervangen.
Accupack laadt niet op, display is uit
Accupack is volledig ontladen of defect.
1. Wacht af of het display na twee minuten wachttijd de
resterende oplaadtijd weergeeft.
Als de resterende oplaadtijd na de wachttijd op het
display wordt weergegeven, kan de accupack nor-
maal worden gebruikt.
2. Laat het display niets zien, dan is de accupack de-
fect en mag deze niet meer worden gebruikt. Koppel
de accupack onmiddellijk los van het oplaadappa-
raat en voer hem af volgens de voorschriften.
Accupack laadt niet op, display geeft temperatuur-
symbool weer
De temperatuur van het accupack is te laag / hoog.
1. Accupack in een omgeving met gematigde tempera-
tuursomstandigheden brengen en wachten tot de
temperatuur van het accupack in het normale bereik
ligt, zie hoofdstuk "Technische gegevens".
Het laadproces begint automatisch.
Het accupack is volledig opgela-
den, het controlelampje brandt
permanent.
Het apparaat voldoet aan de ver-
eisten van beschermingsklasse II.