Owner's Manual

Nederlands
– 1
Lees vóór het eerste gebruik
van uw apparaat deze originele
gebruiksaanwijzing, ga navenant te werk
en bewaar hem voor later gebruik of voor
een latere eigenaar.
Lees en neem voor het eerste gebruik van
het apparaat deze bedieningshandleiding
in acht en de bijgeleverde brochure Vielig-
heidsaanwijzingen voor borstelreinigings-
apparaten en sproeiextractieapparaten,
5.956-251.0
Gevaar
Voor een onmiddellijk dreigend gevaar dat
leidt tot ernstige en zelfs dodelijke lichame-
lijke letsels.
Waarschuwing
Voor een mogelijks gevaarlijke situatie die
zou kunnen leiden tot ernstige en zelfs do-
delijke lichamelijke letsels.
Voorzichtig
Voor een mogelijks gevaarlijke situatie die
kan leiden tot lichte lichamelijke letsels of
materiële schade.
Met het sproeisysteem wordt tapijtreini-
gingsmiddel aangebracht. Twee in tegen-
gestelde richting draaiende borstelwalsen
werken het reinigingsmiddel in het tapijt.
Het tapijt is na relatief korte tijd opnieuw
droog en bruikbaar. Na het drogen wordt
het vuil dat door het tapijtreinigingsmiddel
gebonden werd met een borstelzuiger op-
gezogen. Een werkbreedte van 430 mm en
een reinigingsmiddeltank met een capaci-
teit van 7,5 l maken een efficiënte reiniging
mogelijk.
De aansluiting op het elektriciteitsnet
maakt een hoog vermogen mogelijk zonder
werkbegrenzing.
Instructie
Afhankelijk van de betreffende reinigings-
opdracht kan het apparaat met verschillen-
de accessoires worden uitgerust. Vraag
naar onze catalogus of bezoek ons op het
Internet onder www.kaercher.com.
Gebruik dit apparaat uitsluitend volgens de
gegevens in deze gebruiksaanwijzing.
Deze tapijtreiniger is bestemd voor het
binnenshuis reinigen van genopte, kort-
harige fluweeltapijten en naaldvlies.
Het gebruikstemperatuurbereik ligt tus-
sen +5°C en +40°C.
Het apparaat mag alleen uitgerust wor-
den met originele toebehoren en reser-
veonderdelen.
Het apparaat is ontwikkeld voor het rei-
nigen van vloeren binnen resp. over-
dekte oppervlakken.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor
industrieel gebruik.
Inhoudsopgave
Veiligheidsinstructies . . . . . NL . . .1
Functie . . . . . . . . . . . . . . . . NL . . .1
Reglementair gebruik . . . . . NL . . .1
Zorg voor het milieu . . . . . . NL . . .2
Bedieningselementen. . . . . NL . . .2
Bij de eerste inbedrijfstelling NL . . .3
Voor de inbedrijfstelling . . . NL . . .3
Werking . . . . . . . . . . . . . . . NL . . .3
Vervoer. . . . . . . . . . . . . . . . NL . . .5
Opslag . . . . . . . . . . . . . . . . NL . . .5
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . NL . . .5
Hulp bij storingen . . . . . . . . NL . . .6
Technische gegevens. . . . . NL . . .7
EG-conformiteitsverklaring. NL . . .8
Garantie . . . . . . . . . . . . . . . NL . . .8
Toebehoren en reserveonder-
delen . . . . . . . . . . . . . . . . . NL . . .8
Veiligheidsinstructies
Symbolen in de gebruiksaanwijzing
Functie
Reglementair gebruik
35NL