Operation Manual

– 4
Aansluitwaarden zie Technische gegevens.
Î Toevoerslang (minimumlengte 7,5 m,
minimumdiameter 1/2'') aan de water-
aansluiting van het apparaat en aan de
watertoevoer (bijvoorbeeld waterkraan)
aansluiten.
Instructie
De toevoerslang behoort niet tot het leve-
ringspakket.
Î Open de watertoevoer.
Î Zuigslang met filter (bestelnummer
4.440-238.0) aan de wateraansluiting
vastschroeven.
Î Apparaat ontluchten:
Sproeier losschroeven.
Apparaat laten draaien tot het water
zonder luchtbellen uit de straalpijp
komt.
Apparaat eventueel gedurende 10 se-
conden laten draaien – uitschakelen.
Proces meermaals herhalen.
Î Apparaat uitschakelen en sproeier op-
nieuw vastschroeven.
Gevaar
Explosiegevaar!
Geen brandbare vloeistoffen sproeien.
Wanneer u het apparaat in gevaarlijke ge-
bieden gebruikt (bijvoorbeeld tankstations),
moet u de betreffende veiligheidsvoor-
schriften naleven.
Voorzichtig
Motoren alleen reinigen op plaatsen met
overeenkomstige olieafscheider (milieube-
scherming).
Verstoppingsgevaar. Sproeiers alleen met
de monding naar omhoog in het accessoi-
revak leggen.
Waarschuwing
Het apparaat is uitgerust met een druk-
schakelaar. De motor start alleen als de
hendel van het pistool aangetrokken is.
Î Hogedrukslang volledig van de slang-
trommel afrollen.
Î Apparaatschakelaar op "I" zetten.
Î Handspuitpistool ontgrendelen en hen-
del van het pistool aantrekken.
Î Werkdruk en waterhoeveelheid instel-
len (+/-) door aan de druk- en volumere-
geling te draaien (traploos).
Î Handspuitpistool sluiten.
Î Behuizing van de sproeier draaien tot
het gewenste symbool overeenstemt
met de markering:
Water aanzuigen uit open reservoirs
Bediening
Werken met hoge druk
Straalsoort kiezen
Vlakke lagedrukstraal (CHEM)
voor de werking met reini-
gingsmiddel of reinigen met
een lage druk
Vlakke hogedrukstraal (25°)
voor uitgestrekt vuil
61NL