Operation Manual

24 Nederlands
Waarschuwing
Kinderen of niet-geïnstrueerd personeel mo-
gen het apparaat niet gebruiken.
De gebruiker moet het apparaat voor het
juiste doel gebruiken. De gebruiker moet re-
kening houden met de plaatselijke omstan-
digheden, en speciaal letten op personen die
zich in de buurt bevinden.
Houd minstens 30 cm straalafstand aan bij
het reinigen van gelakte oppervlakken, ten-
einde beschadigingen te vermijden.
Reinigingswerkzaamheden waarbij afvalwa-
ter ontstaat dat olie bevat (bijvoorbeeld het
reinigen van de motor of de onderkant van
een motorvoertuig), mag u uitsluitend verrich-
ten in wasplaatsen met een olieafscheider.
Draag de juiste beschermende kleding en
een veiligheidsbril ter bescherming tegen te-
rugspattend water.
Laat het appraat niet zonder toezicht achter,
zolang het aan staat.
Let erop dat het netsnoer of een verleng-
snoer niet worden beschadigd doordat men
eroverheen rijdt, ze knikt, er te hard aantrekt
of dergelijke. Bescherm de netsnoeren tegen
hitte, olie en scherpe randen.
De verbinding netsnoer / verlengsnoer mag
niet in het water liggen.
Alle stroomvoerende delen in het werkbereik
moeten zijn beschermd tegen straalwater.
U mag het apparaat uitsluitend aansluiten op
een wandcontactdoos, die is aangebracht
door een elektrotechnische installateur, vol-
gens IEC 60364.
Gebruik uitsluitend wisselstroom voor het
apparaat. De spanning moet overeenkomen
met de vermelding op het typeplaatje van het
apparaat.
Minimale veiligheid van de wandcontactdoos
10 A (traag).
We adviseren wandcontactdozen met voor-
geschakelde lekstroom-veiligheidsschake-
laar (maximaal 30 mA nominale activerings-
stroomsterkte) te gebruiken, ter vermijding
van elektrische ongelukken.
Stekker en koppeling van een gebruikt ver-
lengsnoer moeten waterdicht zijn.
Rol de verlengsnoer altijd helemaal van de
kabeltrommel af.
Dit apparaat werd ontwikkeld voor gebruik
van reinigingsmiddelen die de producent le-
vert of aanbeveelt. Gebruik van andere reini-
gingsmiddelen, of chemicalien kan de
veiligheid van het apparaat beïnvloeden.
Beveiligingselementen dienen ter bescherming
van de gebruiker en mogen niet buiten gebruik
gesteld worden of in de functie omgaan worden.
Die verhindert onbedoeld starten van het appa-
raat. Bij werkonderbrekingen of bij het beëindi-
gen van de werking uitschakelen.
De veiligheidspal aan het handspuitpistool ver-
hindert onbedoeld inschakelen van het apparaat.
Definitie van de gebruikte afkortingen:
HD = hogedruk; RM = reinigingsmiddel
Controleer bij het uitpakken de inhoud van de
verpakking op ontbrekende toebehoren, of be-
schadigingen. Neem bij transportschades con-
tact op met uw leverancier.
Afbeeldingen: zie pagina 2
1 Hogedrukuitgang
2 RM-zuigslang met filter
3 Schakelaar van het apparaat (AAN / UIT)
4 Opbergen, Hogedrukslang
5 Handgreep
6 Transportgreepvergrendeling
7 Transportgreep, inklapbaar
8 Houder voor spuitstuk
9 Opbergen, Handpistool
10 Netsnoer met stekker
11 Wateraansluiting met zeef
12 Transportwiel
13 Koppelinggedeelte voor wateraansluiting
14 Handpistool met veiligheids-blokkeerkeep
15 Hogedrukslang
16 Wasborstel
17 Spuitlans met vuilfrees
18 Spuitlans met drukregeling (Vario Power)
Î Druk veiligheidsklemmen in het handspuit-
pistool eruit met bijvoorbeeld een kleine
schroevendraaier.
Î Sluit de hogedrukslang aan op het hand-
spuitpistool.
Veiligheidsinrichtingen
Apparaatschakelaar
Veiligheidspal
Inbedrijfstelling en bediening
Beschrijving apparaat
Voor ingebruikneming