Gebruiksaanwijzing deel 1 Aansluiting en inbedrijfstelling UFS 913 Holländisch Veiligheidsinstructies - Belangrijke aanwijzingen.................................................................................... 2 Omvang van de levering ............................................................................................................................. 5 Aansluiting en inbedrijfstelling ...............................................................................................................
Veiligheidsinstructies - Belangrijke aanwijzingen Deze beide pagina's bieden belangrijke aanwijzingen ten aanzien van het gebruik, de plaats van opstelling en de aansluiting van het apparaat. Lees de aanwijzingen zorgvuldig door voordat u het apparaat in gebruik neemt. Stroomkabel Gevaar! pas op het elektriciteitsnet worden aangesloten nadat de verbindingen met de antenne en het tv-toestel c.q. het kabelnet en de PC tot stand zijn gebracht.
Veiligheidsinstructies - Belangrijke aanwijzingen Plaats geen voorwerpen op het apparaat. Voor zover in de hoofdstukken “Aansluiting en inbedrijfstelling” of “Montage” van de meegeleverde handleiding niet anders is aangegeven, dient u een ruimte van minstens 10 cm boven, 2 cm naar elke zijkant en 5 cm achter het apparaat vrij te houden, zodat de optredende warmte onbelemmerd kan worden afgevoerd.
Veiligheidsinstructies - Belangrijke aanwijzingen Terugsturen/originele verpakking Bewaar de originele verpakking om de receiver eventueel terug te kunnen sturen! Receivers zijn vanwege hun constructie gevoelig voor stoten en zijn in de receiver alleen door de originele verpakking voldoende beschermd. Bij een onvakkundige verzending vervalt de garantiedekking voor de receiver.
Omvang van de levering ■ UFS 913 ■ Stroomkabel ■ Afstandsbediening RC 675 ■ 2 Batterijen AAA 1,5 V ■ HDMI-kabel ■ Gebruiksaanwijzingen (deel 1 en deel 2) ■ Doorluskabel ■ Veiligheidsinstructies (in meerdere talen) De meegeleverde accessoires kunnen van de afbeeldingen afwijken! Stroomkabel Doorluskabel HDMI-kabel Batterijen 5
Aansluiting en inbedrijfstelling 26 25 13 14 11 19 20 21 22 23 24 15 16 17 18 9 12 2 10 3 1 4 5 6 7 8 Voor-/achteraanzicht van de receivers (frontpaneel geopend) 6
Aansluiting en inbedrijfstelling Voorzijde (paneel geopend): Achterzijde: 1. 10. Aan-/Uitschakelaar **) 11. Toevoerleiding netspanning 12. Aansluiting infraroodsensor ***) 13. Optische digitale datastroom uitgang (SPDIF/Sony Philips digitaal interface formaat) voor Dolby digitaal AC 3 audio 14. 2 x USB 2.0-aansluiting (USB-A-stekker) 15. Elektrische digitale datastroom uitgang (SPDIF/Sony Philips digitaal interface formaat) voor Dolby digitaal AC 3 audio 16.
Aansluiting en inbedrijfstelling Batterijen in de afstandsbediening plaatsen Verwijder het deksel aan de achterkant van de afstandsbediening. Plaats de beide bijgesloten batterijen in de afstandsbediening. Let daarbij op de juiste polarisatie van de batterijen, deze is in de bodem van het batterijvak aangegeven. Schuif het deksel weer op de behuizing totdat het vastklikt.
Aansluiting en inbedrijfstelling Apparaat aansluiten Als u de configuratie van uw satellietontvangstinstallatie niet kent, neemt u contact op met uw vakhandel. Sluit de Sat-MF-ingangen van de receiver aan op de satellietontvangstinstallatie. Gebruik hiervoor een coaxkabel met een aansluitstekker volgens norm F (zie afbeelding rechts).
Aansluiting en inbedrijfstelling Audio-aansluiting Digitaal Er zijn twee mogelijkheden om van digitaal geluid te genieten. HDMI Het stereogeluid wordt via de HDMI-verbinding naar het tv-toestel overgebracht. Als uw tv-toestel ook geschikt is voor Dolby Digital, kunt u het Dolby Digital-geluid ook via de HDMI-verbinding ontvangen (mits dit door de programma-aanbieder wordt uitgezonden). Controleer in de gebruikshandleiding van uw tv-toestel of uw toestel Dolby Digital ondersteunt.
Aansluiting en inbedrijfstelling Info over antenneaansluiting en doorluswerking Opdat u alle ontvangst- en opname-eigenschappen van uw Twin-DVR-HDTV-Sat-receiver kunt gebruiken, hoe u een uitzending kunt opnemen en gelijktijdig een willekeurige andere uitzending kunt bekijken of door de kanalen kunt zappen, moeten de beide tuneringangen van de Sat-receiver elk van een eigen satellietsignaal van de antenne-installatie/Sat-contactoos worden voorzien.
Aansluiting en inbedrijfstelling Eerste installatie Voordat u de UFS 913 in bedrijf stelt, dient u de hoofdstukken “Veiligheidsinstructies - Belangrijke aanwijzingen” en “Aansluiting en inbedrijfstelling” tot het punt “Eerste installatie” zorgvuldig door te lezen. Sluit het apparaat pas op het stroomnet aan nadat alle installatiewerkzaamheden op reglementaire wijze zijn uitgevoerd.
Aansluiting en inbedrijfstelling Om naar het volgende menu te gaan, drukt u op de (groene)-toets. U ziet nu het volgende scherm: Kies hier met de -toetsen de basisinstellingen voor de beeld- en geluiduitgifte van de receiver aan het televisietoestel. Let hierbij op de gebruiksaanwijzing van uw televisietoestel en kies alleen instellingen die uw tv-toestel kan verwerken. Beelduitvoer via Selecteer hier de receiveraansluiting waarop u uw tv-toestel hebt aangesloten.
Aansluiting en inbedrijfstelling een uitzending die in het formaat 720 x 576 (standaard-tv) wordt uitgezonden, het originele formaat aan het tv-toestel wilt overdragen, kiest u de instelling “Aan”. Wanneer de instelling op “Uit” staat, is het mogelijk dat de beelden van de uitzending door de receiver automatisch op het HDTV-formaat 720p worden opgeschaald. Weergave van 4:3 uitzendingen Hier kiest u het soort beeldschermweergave voor 4:3 uitzendingen op een 16:9 televisietoestel.
Aansluiting en inbedrijfstelling Om naar het volgende menu te gaan, drukt u op de (groene)-toets. U ziet nu het volgende scherm: De instellingen van de tunerconfiguratie moeten door een vakman aan de aanwezige ontvangstinstallatie worden uitgevoerd. Tipp! Als uw receiver volgens het aansluitvoorbeeld (zie vorige afbeelding) hebt aangesloten, is tijdens het verdere verloop van de eerste installatie slechts een wijziging/selectie nodig.
Aansluiting en inbedrijfstelling U kunt de tunerconfiguratie voor de volgende soorten ontvangstinstallaties uitvoeren: - DiSEqC™1.0 - DiSEqC™1.1 - Draai-antenne (DiSEqC™1.2/DiSEqC™1.3/USALS) - eenvoudige LNB of - systeem met enkele kabel Wanneer uw ontvangstinstallatie een installatie met enkele kabel is, gaat u verder met het punt “Systeem met enkele kabel” in dit hoofdstuk.
Aansluiting en inbedrijfstelling Signaalconfiguratie tuner 2 (alleen bij aansluittype “Gescheiden”) Selecteer hier het type aansluiting voor tuner 2. De actueel geselecteerde instelling wordt grafisch in het aansluitvoorbeeld in het scherm links boven weergegeven. Of: Net als tuner 1: Beide tuners zijn op dezelfde signaalbron aangesloten. Zie voorbeeld afbeelding rechts.
Aansluiting en inbedrijfstelling DiSEqC™1.0 Druk op de (groene)-toets. U ziet nu het volgende scherm: Satellieten selecteren - tuner 1 Selecteer de beschikbare satellieten (max. vier), die in het signaal op tuner 1 aanwezig zijn. Selecteer met de gewenste satelliet en bevestig de selectie met de -toets. De geselecteerde satellieten worden met een vinkje gemarkeerd. Wanneer u alle instellingen heeft uitgevoerd, drukt u op de 18 (groene)-toets.
Aansluiting en inbedrijfstelling U ziet nu het volgende scherm: Satellietconfiguratie - tuner 1 Voer hier de instellingen voor de eerste satelliet van tuner 1 uit. LNB-type: Als in uw ontvangstinstallatie geen universele LNB wordt gebruikt, selecteert u hier met de -toetsen het LNB-type dat in uw ontvangstinstallatie is toegepast.
Aansluiting en inbedrijfstelling DiSEqC™-herhaling: De instelling hoe vaak het DiSEqC™commando moet worden herhaald, hangt af van de configuratie van uw ontvangstinstallatie. Let hierbij ook op de documentatie van uw ontvangstinstallatie of raadpleeg een vakman.
Aansluiting en inbedrijfstelling DiSEqC™1.1 Druk op de (groene)-toets. U ziet nu het volgende scherm: Satellieten selecteren - tuner 1 Selecteer hier de satellieten (max. 64), die in het signaal op tuner 1 aanwezig zijn. Selecteer hierbij de gewenste satelliet en -toets. bevestig de selectie met de De geselecteerde satellieten worden met een vinkje gemarkeerd. Wanneer u alle instellingen heeft uitgevoerd, drukt u op de (groene)-toets.
Aansluiting en inbedrijfstelling U ziet nu het volgende scherm: Satellietconfiguratie - tuner 1 Voer hier de instellingen voor de eerste satelliet van tuner 1 uit. LNB-type: Als in uw ontvangstinstallatie geen universele LNB wordt gebruikt, selecteert u hier met de -toetsen het LNB-type dat in uw ontvangstinstallatie is toegepast.
Aansluiting en inbedrijfstelling DiSEqC™-herhaling: De instelling hoe vaak het DiSEqC™-commando moet worden herhaald, hangt af van de configuratie van uw ontvangstinstallatie. Let hierbij ook op de documentatie van uw ontvangstinstallatie of raadpleeg een vakman. - Uit DiSEqC™-commando wordt niet herhaald - 1 DiSEqC™-commando wordt een keer herhaald - 2 DiSEqC™-commando wordt twee keer herhaald - 3 DiSEqC™-commando wordt drie keer herhaald Positie Ga naar het selectieveld “Positie”.
Aansluiting en inbedrijfstelling Draaiantenne (DiSEqC™1.2/DiSEqC™1.3/USALS) Druk op de (groene)-toets. U ziet nu het volgende scherm: Satellieten selecteren - tuner 1 Selecteer hier de max. 64 satellieten die in het signaal op tuner 1 aanwezig zijn. Selecteer hierbij de gewenste satelliet en -toets. bevestig de selectie met de De geselecteerde satellieten worden met een vinkje gemarkeerd. Wanneer u alle instellingen heeft uitgevoerd, drukt u op de 24 (groene)-toets.
Aansluiting en inbedrijfstelling Draaiantenne (DiSEqC™1.2) U ziet nu het volgende scherm: Motorbesturing Selecteer hier het type besturing “DiSEqC™1.2”. Neem hiervoor de documentatie van uw draaiantenne in acht. Naar nulpositie gaan Ga naar het selectieveld “Naar nulpositie gaan”. Door te bevestigen met de -toets wordt de draai-installatie ertoe gebracht naar de nulpositie te gaan. Let hierbij ook op de documentatie van uw draaiantenne of raadpleeg een vakman.
Aansluiting en inbedrijfstelling Wanneer u de ingestelde grenzen weer wilt wissen, wisselt u naar het selectieveld “Grenzen resetten” -toets. Vervolgens kunt u de grenzen opnieuw instellen. Wanneer u alle grenzen heeft ingesteld, drukt u op de -toets. en bevestigt u het wissen van de grenzen met de Om naar het volgende menu te gaan, drukt u op de (groene)-toets.
Aansluiting en inbedrijfstelling Antenne draaien: Ga naar het selectieveld “Antenne draaien”. Hier kunt u met de volgende toetsen de bewegingen van de draaiantenne sturen: Draaien naar het westen Stap naar het westen Stop Stap naar het oosten Draaien naar het oosten Stel de draai-installatie zodanig in dat u bij de beide rechts weergegeven balken “Signaalsterkte” en “Signaalkwaliteit” het grootst mogelijke percentage bereikt. Testtransponder: Ga naar het selectieveld “Testtransponder”.
Aansluiting en inbedrijfstelling Draaiantenne (DiSEqC™1.3/USALS) Motorbesturing Selecteer hier het type besturing “DiSEqC™1.3/USALS”. Neem hiervoor de documentatie van uw draaiantenne in acht. Mijn lengtegraad Kies het selectieveld “Mijn lengtegraad” en voer hier met behulp van de cijfertoetsen uw actuele lengtegraad in. Let hierbij ook op de documentatie van uw draaiantenne of raadpleeg een vakman.
Aansluiting en inbedrijfstelling Zodra u de gewenste oost- resp. westgrens heeft bereikt, wisselt u naar de betreffende selectieveld “Huidige positie als “****”-grens instellen” en bevestigt u dit met de -toets. Wanneer u de ingestelde grenzen weer wilt wissen, wisselt u naar het selectieveld “Grenzen resetten” -toets. Vervolgens kunt u de grenzen opnieuw instellen. Wanneer u alle grenzen heeft ingesteld, drukt u op de -toets.
Aansluiting en inbedrijfstelling Testtransponder: Ga naar het selectieveld “Testtransponder”. Hier kunt u een transponder selecteren en via de balken voor de signaalsterkte en signaalkwaliteit controleren of uw instellingen correct zijn. (groene)-toets. Wanneer u alle instellingen voor deze satelliet heeft uitgevoerd, drukt u op de De receiver slaat deze satelliet nu op en springt automatisch in de instelling voor de volgende satelliet.
Aansluiting en inbedrijfstelling Eenvoudige LNB Druk op de (groene)-toets. U ziet nu het volgende scherm: Satellieten selecteren - tuner 1 Selecteer hier de satellieten, die in het signaal op tuner 1 aanwezig is en -toets. bevestig uw selectie met de De geselecteerde satelliet worden met een vinkje gemarkeerd. Wanneer u de gewenste satelliet heeft geselecteerd, drukt u op de (groen)-toets.
Aansluiting en inbedrijfstelling LNB-type: Als in uw ontvangstinstallatie geen universele LNB wordt gebruikt, selecteert u hier met de -toetsen het LNB-type dat in uw ontvangstinstallatie is toegepast. U kunt kiezen uit de volgende soorten LNB's: - Universeel of - eenvoudig of - door gebruiker gedefinieerd LNB-frequentie (MHz): Deze gegevens hoeft u alleen in voeren als uw LNB niet van het universele type is.
Aansluiting en inbedrijfstelling Systeem met enkele kabel Kies met de -toetsen in de regel “Systeem met enkele kabel geïnstalleerd” de selectie “Aan”. Wissel vervolgens met de toetsen naar het selectieveld “Systeem met enkele kabel”. U ziet nu het volgende scherm: Kies het in uw ontvangstinstallatie gebruikte systeem met enkele kabel: - EXR .../EXU ...
Aansluiting en inbedrijfstelling Systeem met enkele kabel - EXR .../EXU ... Druk op de (groene)-toets. U ziet nu het volgende scherm: Satellieten selecteren - tuner 1 Selecteer hier max. twee satellieten die in het signaal op tuner 1 aanwezig zijn. Selecteer met de gewenste satelliet en -toets. bevestig de selectie met de De geselecteerde satellieten worden met een vinkje gemarkeerd. Wanneer u alle instellingen heeft uitgevoerd, drukt u op de 34 (groene)-toets.
Aansluiting en inbedrijfstelling U ziet nu het volgende scherm: Raadpleeg de documentatie die met uw systeem is meegeleverd, voor de instellingen van de SCR’s, frequenties en eventuele pincode die aan de tuner zijn toegewezen. Hierin vindt u meer informatie over de verschillende SCR's en de zendfrequenties die hieraan zijn toegewezen. Als u de pincode ter bescherming van afzonderlijke frequenties niet vrij kunt kiezen, wordt deze mogelijk ook in de documentatie van de componenten met enkele kabel vermeld.
Aansluiting en inbedrijfstelling U ziet nu het volgende scherm: LNB-type (instellingen) Als in uw ontvangstinstallatie geen universele LNB wordt gebruikt, selecteert u hier met -toetsen het LNB-type dat in uw de ontvangstinstallatie is toegepast. U kunt kiezen uit de volgende LNB-types: - Universeel of - eenvoudig of - door gebruiker gedefinieerd LNB-frequentie (MHz): Deze gegevens hoeft u alleen in voeren als uw LNB niet van het universele type is.
Aansluiting en inbedrijfstelling Systeem met enkele kabel - UAS 481 Druk op de (groene)-toets. U ziet nu het volgende scherm: Satellieten selecteren - tuner 1 Selecteer hier de satelliet die in het signaal op tuner 1 aanwezig is. Selecteer hierbij de gewenste satelliet en bevestig de selectie met de Als u de -toets. gewenste satelliet geselecteerd, druk dan de toets in.
Aansluiting en inbedrijfstelling Transmissiekanaal voor tuner 1: Selecteer hier een vrij beschikbaar transmissiekanaal (SCR 0 - SCR 3). Transmissiekanaal voor tuner 2: Selecteer hier een vrij beschikbaar transmissiekanaal (SCR 0 - SCR 3). Wanneer u alle instellingen voor de satelliet heeft uitgevoerd, drukt u op de U krijgt het volgende te zien: (groene)-toets. Testtransponder: Ga naar het selectieveld “Testtransponder”.
Aansluiting en inbedrijfstelling Systeem met enkele kabel - Door gebruiker gedefinieerd Druk op de (groene)-toets. U ziet nu het volgende scherm: Satellieten selecteren - tuner 1 Selecteer hier max. twee satellieten die in het signaal op tuner 1 aanwezig zijn. Selecteer hierbij de gewenste satelliet en -toets. bevestig de selectie met de De geselecteerde satellieten worden met een vinkje gemarkeerd. Wanneer u alle instellingen heeft uitgevoerd, drukt u op de (groene)-toets.
Aansluiting en inbedrijfstelling U ziet nu het volgende scherm: Raadpleeg de documentatie die met uw systeem is meegeleverd, voor de instellingen van de SCR’s, frequenties en eventuele pincode die aan de tuner zijn toegewezen. Hierin vindt u meer informatie over de verschillende SCR's en de zendfrequenties die hieraan zijn toegewezen. Als u de pincode ter bescherming van afzonderlijke frequenties niet vrij kunt kiezen, wordt deze mogelijk ook in de documentatie van de componenten met enkele kabel vermeld.
Aansluiting en inbedrijfstelling De instellingen voor de tweede tuner voert u op dezelfde wijze uit als voor de eerste tuner. Wanneer u alle instellingen heeft uitgevoerd, drukt u op de (groene)-toets. U ziet nu het volgende scherm: LNB-type (instellingen) Als in uw ontvangstinstallatie geen universele LNB wordt gebruikt, selecteert -toetsen het LNBu hier met de type dat in uw ontvangstinstallatie is toegepast.
Aansluiting en inbedrijfstelling Indien u meer dan een satelliet voor tuner 1 heeft geselecteerd, springt de receiver automatisch in de instellingen voor de tweede satelliet. Voer nu de instellingen voor de tweede satelliet uit zoals hierboven voor de eerste satelliet werd beschreven. Indien u de instellingen voor de toegewezen satelieten heeft uitgevoerd, verschijnt automatisch het scherm voor het zoeken naar programma’s. Zet met het punt “Zoeken naar programma’s” de eerste installatie voort.
Aansluiting en inbedrijfstelling Zoeken naar programma’s Zoeken naar programma’s moet niet automatisch worden uitgevoerd, omdat er vanaf de fabriek al een voorgeprogrammeerde programmalijst voor de satellieten ASTRA 19,2° Oost en HOTBIRD 13° Oost is geïnstalleerd. Wanneer u niet naar programma's wilt zoeken, drukt u op de punt “Datum en tijd”. (groen)-toets en gaat u verder met het Als u wel naar programma's wilt zoeken, selecteert u “Ja” met de -toetsen.
Aansluiting en inbedrijfstelling Modus voor Zoeken naar programma’s Met de -toetsen kiest u de soort programma's die u wilt zoeken uit.
Aansluiting en inbedrijfstelling Datum en tijd De afzonderlijke posities kunt u met de instellingen kunt u met de -toetsen selecteren. Wijzigingen in de actuele -toetsen opgeven. Tijdsinstelling Hier selecteert u of de tijdsinformatie van de receiver automatisch door een bepaald. door u instelbaar programma moet worden opgehaald of dat u de tijdsinformatie handmatig wilt bijhouden.
Aansluiting en inbedrijfstelling Tijd nu actualiseren Druk op de -toets. Naar gelang de gewenste tijdsinstelling (Automatisch/Handmatig) ziet u het volgende scherm: Automatisch U hoeft geen verdere gegevens in te voeren, de receiver actualiseert automatisch de datum en de tijd. Handmatig Voer met behulp -toetsen van de de juiste cijferdatum of de in. Ga -toetsen naar het vervolgens met de veld “Tijd” en voer hier met behulp van de cijfer- -toetsen de juiste tijd in.
Aansluiting en inbedrijfstelling Druk op de -toets wanneer u nu een archief-harde schijf wilt inrichten of druk op -toets wanneer u deze procedure de wilt annuleren. Verwijder alle aangesloten harde schijven of USB-sticks van de receiver en bevestig vervolgens met de -toets of druk op -toets wanneer u deze procedure de wilt annuleren. Wanneer u de procedure heeft geannuleerd, ziet u het volgende scherm (zie afbeelding rechts). Druk op de -toets.
Aansluiting en inbedrijfstelling In de regel “Opnamearchief” ziet u hoeveel geheugenplaats op de harde schijf voor opnames is gereserveerd. Naar gelang de toewijzing van geheugenplaats aan het media-center resp. aan het timeshift-gebied (max. 15 Gigabyte), verandert de resterende capaciteit voor het opnamearchief automatisch. Wissel vervolgens met de de -toetsen in de regel “Inrichting starten” en bevestig met -toets om de procedure te starten.
Aansluiting en inbedrijfstelling Common Interface (CI) De in de receiver gemonteerde interface is een CI en geen CI+ interface! Lees in elk geval de gebruiksaanwijzingen van uw Pay-TV-aanbieder en die van de smartcard en de CA (Conditional Access)-module! Smartcards en CA-modules zijn niet bij de levering inbegrepen! De kaarten en modules worden uitgegeven door de betreffende Pay-TV-aanbieders en bevatten de gegevens van de deelnemer en de betaalde programma’s. Deze programma’s zijn altijd gecodeerd.
Opsporen en verhelpen van storingen In geval van een functiestoring dient u altijd eerst alle kabelverbindingen en bedrijfsstatussen te controleren: 1. Netstekker van receiver en tv-toestel bevinden zich in het stopcontact 2. Antennekabels bevinden zich op de receiver-ingang 3. Receiver en tv-apparaat zijn correct verbonden met HDMI- of scartkabels 4. Audio-aansluitingen zijn eventueel met een HiFi- of Dolby Digital-installatie verbonden 5.
Service Als u ondanks het bestuderen van deze handleiding nog vragen heeft over de inbedrijfstelling of bediening of als er tegen alle verwachtingen in een probleem optreedt, neem dan a.u.b. contact op met uw vakhandel.
Technische bijlage Uitgebreid aansluitvoorbeeld HiFiinstallatie netwerk pc/laptop Externe harde schijf Dolby Digital-installatie 52
Technische bijlage Technische gegevens Type Bestelnummer/kleur UFS 913si UFS 913sw 20210184/zilver 20210185/zwart HF-bereik SAT-MF-bereik MHz 950-2150 Ingangsniveau bereik dBμV 44-83 Modulatie, FEC, demultiplexer DVB-S/DVB-S2-standaard Videoresolutie CCIR 601 (720 x 576 lijnen), 576p, 720p, 1080i, 1080p Videodecodering Ingangsdatasnelheid Signaal/ruisverhouding MPEG2-, MPEG4-compatibel MSymb/s 2-45 (30 bij DVB-S2/8PSK) dB > 53 Audio van tv-systeem Decodering AC 3, MPEG 1, Layer 1, 2 en
Technische bijlage SAT-MF-aansluitvoorbeelden Enkele installaties Sat-MF Gemeenschapsinstallaties (4 x Sat-MF) Sat-MF Sat-MF 54 **) Overspanningsveiligheid KAZ 11/KAZ 12
Technische bijlage Gemeenschapsinstallaties (8 x Sat-MF), multifeed Sat-MF Gemeenschapsinstallaties (16 x Sat-MF), multifeed Sat-MF Sat-MF Sat-MF **) Overspanningsveiligheid KAZ 11/KAZ 12 55
Technische bijlage Systeeminstallaties met enkele kabel Sat-MF 56 **) Overspanningsveiligheid KAZ 11/KAZ 12
Technische bijlage Sat-MF Sat-MF **) Overspanningsveiligheid KAZ 11/KAZ 12 57
Technische bijlage Aansluitvoorbeelden voor de netwerkfunctie DHCP (receiver): UIT UFS 913 IP-Adresse: IP-adres: 192.168.0.11 Gekruiste Gekreuztes netwerkkabel Netzwerkkabel IP-Adresse: IP-adres: 192.168.0.
Technische bijlage DHCP (receiver): UIT UFS 913 TCP/IP-adres: TCP/IP-Adresse: 192.168.0.12 Netwerkkabel Netzwerkkabel Switch/HUB Switch/Hub Netwerkkabel Netzwerkkabel pc/laptop PC/Laptop TCP/IP-adres: TCP/IP-Adresse: 192.168.0.10 Netwerkkabel Netzwerkkabel pc/laptop PC/Laptop TCP/IP-adres: TCP/IP-Adresse: 192.168.0.
Technische bijlage DHCP (receiver): UIT TCP/IP-Adresse: TCP/IP-adres: 192.168.0.12 TCP/IP-Adresse: TCP/IP-adres: 192.168.0.13 UFS 913 UFS 913 NAS-systeem Netwerkkabel Netzwerkkabel DHCP-Server, Router DHCP-server, router (z. B. Fritzbox) Fritzbox) (bijv. Funkstrecke Draadloos traject 60 Netwerkkabel Netzwerkkabel Netzwerkkabel Netwerkkabel pc/laptop PC/Laptop pc/laptop PC/Laptop TCP/IP-Adresse: TCP/IP-adres: 192.168.0.10 TCP/IP-Adresse: TCP/IP-adres: 192.168.0.
Technische bijlage DHCP (receiver): AAN UFS 913 TCP/IP-Adresse: TCP/IP-adres: automatisch automatisch NAS-systeem DHCP-Server, DHCP-server,Router router (z. B. Fritzbox) (bijv.
Voor uw notities 62
Voor uw notities 63
Internet: www.kathrein.de 936.4306/A/ZWT/0312/nl - Technische gegevens onder voorbehoud.