User manual

Installatierichtlijnen
12/48
3 Installatierichtlijnen
3.1 Algemenecriteriavoordekeuzevandeopstelplaats
Hetstroomlaadstationisgemaaktvoorzowelbinnenalsbuiten.Daaromishetnodigomervoortezorgendat
deopstelvoorwaardenendebeschermingvanhetapparaatopdeopstelplaatsgerealiseerdzijn.
Houdrekeningmetdeterplaatsegeldendevoorschriftenvoorelektrischeinstallaties,brandpreventieen
ongevallenpreventieenzorgvoordebenodigdevluchtroutesopdeopstelplaats.
Hetstroomlaadstationmagnietinzonesmetexplosiegevaar(ATEXzones)wordengeïnstalleerd.
Monteerhetstroomlaadstationzo,datdezenietdirectinloopwegenvanpersonenligtenniemandover
deaangeslotenlaadkabelkanstruikelenresp.datlaadkabelenvoorbijgangerswegenelkaarnietkrui
zen.
Hetstroomlaadstationnietopplaatsenmonterenwaarhetblootgesteldisaanammoniakofammoniak
gassen(bijvoorbeeldinofbijstallen).
Hetmontagevlakmoetvoldoendestevigzijnvoordeoptredendemechanischebelastingen.
Hetstroomlaadstationnietopplaatsenmonterenwaaropvallendevoorwerpen(bijvoorbeeldopgehan
genladdersofautobanden)hetapparaatkunnenbeschadigen.
Volgensproductnormmoethetstroomlaadstationopeenhoogtetussen0,4men1,5mstaan.
Aanbevolenwordtomhetstroomlaadstation(hoogtebusresp.houder)opeenhoogtevan1,2mte
monteren.Ermoetrekeningmeewordengehoudendatnationalevoorschriftendehoogtekunnenbe
grenzen.
Hetapparaatmagnietblootstaanaandirectewaterstralen(bijvoorbeelddoorindebuurtgelegenhand
matigeautowasinstallaties,hogedrukreiniger,tuinslang).
Hetapparaatmoetopeenplaatswordengemonteerd,waarhetzoveelmogelijkbeschermdistegendi
recteregen,ombijvoorbeeldbevriezing,beschadigingdoorhagelofdergelijketevoorkomen.
Hetapparaatmoetopeenplaatswordengemonteerd,waarhetzoveelmogelijk,beschermdistegendi
rectezonestralen,omtevoorkomendatdelaadstroomgereduceerdwordtofhetopladenwordtonder
brokendoortehogetemperaturenaancomponentenvanhetlaadstation.
Bijeenopstellingwaarbijhetapparaatnietisbeschermdtegenweersinvloeden(bijvoorbeeldopeen
parkeerterreinbuiten)wordtdelaadstroominstellingbijeenontoelaatbaretemperatuuroverschrijdingtot
16Agereduceerd.Hetopladenkanindergelijkegevallenookwordenuitgeschakeld.
Zievoorinformatieoverdeomgevingsvoorwaardenhoofdstuk“5.5Technischegegevens”.
Neemdeinternationaalennationaalgeldendeinstallatienormen(bijvoorbeeldIEC603641enIEC
60364552)envoorschrifteninacht.