User manual

Installatie
38 / 48
4.6.1 Inbedrijfstellingsmodus / zelftest
Algemeen
Het stroomlaadstation kan voor de ondersteuning van de eerste installatietest in een inbedrijfstel-
lingsmodus worden gezet. Hierbij wordt een zelftest van het apparaat uitgevoerd (vergrendeling,
contractoraansturing, stroommeting etc.) en het resultaat weergegeven.
Na een succesvolle test zonder aangesloten voertuig wordt de contactor beperkt geschakeld, om
de eerste tests mogelijk te maken. In de inbedrijfstellingsmodus is een normale laadcyclus niet
mogelijk. De vergrendeling van de stekkerbus wordt aangestuurd om een aansluiten te verhinde-
ren.
Het inschakelen van het stroomlaadstation in de inbedrijfstellingsmodus via de voedingsspanning
leidt om veiligheidsredenen tot een fout (wit-rood-rood-rood), om een onbedoelde activering te
voorkomen.
Inbedrijfstellingsmodus activeren
Zet de DIP-switch DSW2.8 op ON (zie “DIP-switchinstellingen”).
Reset het stroomlaadstation. Druk daarvoor de [servicetoets] 1 seconde in.
Nu is de inbedrijfstellingsmodus geactiveerd en wordt aangegeven door de oranje
knipperende status-led.
Nu is het voor ongeveer 5 minuten mogelijk met de meter via standaardtestpennen
(bijvoorbeeld Astaco®-testpennen van BEHA) contact te maken en de vereiste controles uit
te voeren (zie hoofdstuk “Veiligheidscontroles).
Na afloop van 5 minuten wordt de contactor gedeactiveerd en het stroomlaadstation buiten
bedrijf gesteld.
Inbedrijfstellingsmodus deactiveren
Zet de DIP-switch DSW2.8 weer op OFF.
Reset het stroomlaadstation. Druk daarvoor 1 seconde op de [servicetoets] of schakel de
voedingsspanning uit/aan.
Het stroomlaadstation start weer in de normale bedrijfstoestand en is gebruiksklaar.