User manual

Autorisatiemethode
57/112
2.2 RFID-kaarten programmeren (optioneel)
RFID-masterkaart programmeren
Voor de programmering van RFID-gebruikerskaarten (momenteel max. 20 stuks) is de verifi-
catie met een RFID-masterkaart vereist. Met de RFID-masterkaart kan de programmeermo-
dus worden geactiveerd en gedeactiveerd.
De eerste RFID-kaart die door het stroomlaadstation wordt herkend wordt automatisch als
RFID-masterkaart opgeslagen.
Houd de te programmeren masterkaar voor de RFID-sensor en wacht op het akoestische signaal. De
RFID-masterkaart is nu geprogrammeerd. Bewaar deze kaart goed.
RFID-gebruikerskaart programmeren
Houd de RFID-masterkaart voor de RFID-sensor en wacht op het akoestische signaal.
Houd binnen 5 seconden de nieuwe RFID-gebruikerskaart voor de RFID-sensor en wacht op het akoes-
tische signaal.
Houd voor de bevestiging de RFID-masterkaart binnen 5 seconden nog een keer voor de RFID-sensor
en wacht op het akoestische signaal. De RFID-gebruikerskaart is nu geprogrammeerd.
Alle RFID-kaarten in het geheugen wissen
Verwijder de aansluitveldafdekking van het stroomlaadstation en druk de [serviceknop] 5 secondenin.
Alle opgeslagen RFID-kaarten (inclusief masterkaart) worden nu gewist.
Begin nu weer met de programmering van de RFID-masterkaart.
RFID-functie deactiveren
Verwijder de aansluitveldafdekking van het stroomlaadstation en druk de [serviceknop] 5 secondenin.
Alle opgeslagen RFID-kaarten (inclusief masterkaart) worden nu gewist.
De RFID-functie wordt gedeactiveerd als gedurende de volgende 60 seconden geen RFID-kaart voor de
sensor gehouden wordt. Na deactivering wisselt de status-ledindicatie van blauw naar groen.
RFID-functie activeren
Verwijder de aansluitveldafdekking van het stroomlaadstation en druk op de [serviceknop] gedurende 1
seconde om het stroomlaadstation te herstarten.
Begin nu weer met de programmering van de RFID-masterkaart.
nl