User manual

Installatie
23/44
4.5.2 Voedingskabel aansluiten
Voedingskabel leggen (op de wand)
Leg de voedingskabel van BOVEN zoals weerge-
geven in de afbeelding.
[M]… kabelmantel
Voedingskabel leggen (inbouw)
De voedingskabel moet op de afgebeelde wijze
door de doorvoer / kabelinvoer met dubbel mem-
braan [DMS] worden geleid.
Let erop dat de kabelinvoer met dubbel mem-
braan schoon tegen de kabelmantel ligt.
Let erop dat de aansluitkabels in het midden,
recht en drukvrij door de kabelinvoer met dub-
bel membraan worden ingevoerd en daardoor
de dichtheid is gegarandeerd.
Houd rekening met het volgende:
Gebruik een geschikte kabelmanteldiameter voor de voedingskabel of vergroting van de kabelmanteldi-
ameter door geschikte afdichtadapters (voor details over het klembereik zie de lijst “Leveringsomvang”).
De voedingskabel voldoende in de kabelwartel (boven) of met kabelinvoer met dubbel membraan (ach-
ter) voeren. De kabelmantel moet zichtbaar zijn in het aansluitbereik.
De installatiebuis of de lege buis met de voedingskabel mag niet in de kabelwartel (boven) meege-
schroefd of door de kabelinvoer met dubbel membraan (achter) worden gevoerd.
De voedingskabel moet recht en met inachtneming van de juiste buigradiussen (ongeveer kabeldiame-
ter keer 10) door de kabelwartel (boven) of de kabelinvoer met dubbel membraan (achter) worden ge-
voerd.
De kabelwartel of de kabelinvoer met dubbel membraan moet correct ingebouwd en voldoende stevig
vastgeschroefd worden.
nl