User manual

Installatie
24/44
Voedingskabel aansluiten
Kort de aansluitdraden in op de passende lengte;
deze moet zo kort mogelijk worden gehouden.
De PE-draad moet langer zijn dan de overige dra-
den!
Strip de aansluitdraden ca. 12mm.
Bij fijne aansluitdraden worden draadeindhulzen
aanbevolen.
Sluit de voedingskabels [L1], [L2], [L3], [N] en
[PE] aan.
Let erop welke buitendraad u op de klem [L1] aan-
sluit, als er meerdere laadstations in een netwerk
zijn geïnstalleerd (DIP-switchinstellingen voor be-
lastingsmanagement).
1-fasige aansluiting
Het is ook mogelijk het laadstation slechts 1-fasig aan
te sluiten, daarvoor moeten de klemmen [L1], [N] en
[PE] worden gebruikt.
Voedingsklemmen...
De voedingsklemmen zijn geveerde klemmen uitge-
voerd.
Schuif de sleufkopschroevendraaier (5,5mm) in de
voedingsklemmen, zoals weergegeven op de af-
beelding.
Klemgegevens:
- star (min.-max): 0,2 – 16 mm²
- flexibel (min.-max): 0,2 – 16 mm²
- AWG (min.-max): 24 – 6
- flexibel (min.-max) met draadeindhuls:
zonder / met kunststofhuls
0,25 – 10 / 0,25 – 10 mm²
- striplengte: 12 mm
- sleufkopschroevendraaier: 5,5 mm
LET OP
Gevaar voor breken bij de klem!
Beweeg de schroevendraaier niet omhoog, omlaag of naar de zijkant!