User manual

Installatie
34/44
4.7 Inbedrijfstelling
Verloop van de algemene inbedrijfstelling
1) Verwijder materiaalresten van de montage en de aansluiting uit het aansluitbereik.
2) Controleer vóór de inbedrijfstelling eerst of alle schroef- en klemverbindingen stevig vastzitten!
3) Controleer of alle niet gebruikte kabelwartels correct zijn afgesloten met blinde stoppen of blinde schroef-
verbindingen.
4) Zorg ervoor dat de spanning van de voedingskabel wordt ingeschakeld. Na 15-20 seconden moet de sta-
tus-led (led-balk) langzaam groen knipperen.
Iedere keer als het apparaat wordt ingeschakeld, wordt een zelftest uitgevoerd.
5) Voer de voorgeschreven eerste tests door conform de ter plaatse geldende richtlijnen en wetgeving (zie
hoofdstuk “ 4.7.1 Inbedrijfstellingsmodus / zelftest [34]”).
6) Sluit de aansluitpaneelafdekking van het stroomlaadstation.
7) Monteer die behuizingsafdekking (zie hoofdstuk “ 4.7.5 Behuizingsafdekking monteren [37]”).
4.7.1 Inbedrijfstellingsmodus / zelftest
Het stroomlaadstation kan voor de ondersteuning van de eerste installatietest in een inbedrijfstellingsmodus
worden gezet. Hierbij wordt een zelftest van het apparaat uitgevoerd (vergrendeling, contractoraansturing,
stroommeting etc.) en het resultaat weergegeven.
Na een succesvolle test zonder aangesloten voertuig wordt de contactor beperkt geschakeld, om de eerste
tests mogelijk te maken. In de inbedrijfstellingsmodus is een normale laadcyclus niet mogelijk. De vergren-
deling van de stekkerbus wordt aangestuurd om een aansluiten te verhinderen.
Het inschakelen van het stroomlaadstation in de inbedrijfstellingsmodus via de voedingsspanning leidt om
veiligheidsredenen tot een fout (wit-rood-rood-rood), om een onbedoelde activering te voorkomen.
Inbedrijfstellingsmodus activeren
Zet de DIP-switch DSW2.8 op ON (zie “ 4.6 DIP-switchinstellingen [31]”).
Reset het stroomlaadstation. Druk daarvoor de [servicetoets] 1seconde in.
Nu is de inbedrijfstellingsmodus geactiveerd en wordt aangegeven door de oranje knipperende status-
led.
Nu is het voor ongeveer 5 minuten mogelijk met de meter via standaardtestpennen (bijvoorbeeld Asta-
co®-testpennen van BEHA) contact te maken en de vereiste controles uit te voeren (zie hoofdstuk “
4.7.2 Veiligheidscontroles [35]”).
Na afloop van 5 minuten wordt de contactor gedeactiveerd en het stroomlaadstation buiten bedrijf ge-
steld.
Inbedrijfstellingsmodus deactiveren
Zet de DIP-switch DSW2.8 weer op OFF.
Reset het stroomlaadstation. Druk daarvoor 1seconde op de [servicetoets] of schakel de voe-
dingsspanning uit/aan.
Het stroomlaadstation start weer in de normale bedrijfstoestand en is gebruiksklaar.