User manual

Belangrijke informatie
5/44
1 Belangrijke informatie
1.1 Veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING!
Elektrisch gevaar!
Het stroomlaadstation moet door hiervoor opgeleide, gekwalificeerde en bevoegde elek-
trotechnische installateurs
(1)
gemonteerd, voor het eerst in bedrijf genomen en onder-
houden worden. Deze zijn volledig verantwoordelijk voor de naleving van de bestaande
normen en installatievoorschriften.
U dient er bovendien rekening mee te houden dat er een extra overspanningsbeveili-
ging voor voertuigen of op grond van nationale voorschriften vereist kan zijn.
Ook dient u er rekening mee te houden dat in bepaalde landen of door autofabrikanten
een andere uitschakelkarakteristiek voor de aardlekschakelaar vereist kan zijn (type B).
Sluit in het rechter aansluitbereik (ethernet, klemmen voor stuurleidingen) uitsluitend
spanningen en stroomcircuits aan, die veilig gescheiden zijn van gevaarlijke spannin-
gen (bijvoorbeeld voldoende isolatie).
Voed de klemmen (X2) uitsluitend met spanningsbronnen met geaarde veiligheidslaag-
spanning (PELV)!
Controleer vóór de inbedrijfstelling eerst of alle schroef- en klemverbindingen stevig
vastzitten!
De aansluitpaneelafdekking mag nooit onbeheerd geopend blijven. Monteer de aansluit-
paneelafdekking als u het stroomlaadstation verlaadt.
U mag het stroomlaadstation niet eigenmachtig ombouwen of veranderen!
Reparatiewerkzaamheden aan het stroomlaadstation zijn niet toegestaan en mogen uit-
sluitend worden uitgevoerd door de fabrikant (vervanging van het stroomlaadstation)!
Verwijder geen merktekens zoals veiligheidspictogrammen, waarschuwingen, type-
plaatjes, naamplaatjes of leidingmarkeringen!
Het stroomlaadstation heeft geen eigen netschakelaar! De aardlekschakelaar en de in-
stallatieautomaat van de gebouwinstallatie dient als stroomonderbreker.
Trek de laadkabel uitsluitend aan de stekker uit de stekkerverbinding en niet aan de ka-
bel.
Let erop dat de laadkabel niet mechanische beschadigd wordt (geknikt, ingeklemd of
overreden) en dat het contactbereik niet in aanraking komt met hittebronnen, vuil of wa-
ter.
(1)
Personen die op grond van hun vakopleiding, kennis en ervaring, en de kennis van de toepasselijke nor-
men, de aan hen opgedragen werkzaamheden kunnen beoordelen en mogelijke gevaren kunnen herken-
nen.
nl