Operation Manual
NL
Uiteenlopende instelmogelijkheden
De MagTrac F 61 biedt uiteenlopende instelmogelijkheden. Zo kunt u de geleiderollen 180°
draaien zodat ze naar buiten wijzen als u beter zicht op de lasboog nodig hebt en kunt u het
laspistool over de zijkant zwenken (zie afbeelding).
LET OP! De limietschakelaar werkt mogelijk niet wanneer u de positie van de rolarmen of het
laspistoolmechanisme verandert. Dit kan ervoor zorgen dat de wagen niet automatisch stopt aan
het einde van de las.
De magneet activeren en vrijzetten
Wanneer u de hendel in de stand omhoog zet om het apparaat te verplaatsen, wordt de
magneet automatisch gedeactiveerd.
Wanneer u het apparaat in de laspositie hebt geplaatst, wordt de magneet automatisch
geactiveerd wanneer u de hendel omlaag duwt.
Magneet geactiveerd Magneet gedeactiveerd
3. GEBRUIK VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Met het bedieningspaneel van de MagTrac F 61 kunt u de lasparameters bekijken en
wijzigen. U kunt de waarden gebruiken die zijn opgeslagen in de geheugenkanalen van de
draadaanvoerunit, maar u kunt de gewenste waarden ook instellen op de laswagen zonder de
geheugenkanalen te gebruiken.
Als de geheugenkanaalfunctie actief is, kunt u het kanaalnummer zien in de bovenste regel
op het scherm van het bedieningspaneel van de wagen. De MagTrac F 61 communiceert met
de draadaanvoerunit via een bedieningskabel die in de laspistoolkabel is geïntegreerd.
MagTrac F 61
8