Operation Manual

MasterTig 235ACDC, 325DC, 335ACDC
Gebruiksaanwijzing - NL
6.6 Lasprocessen en functies
De lasapparatuur MasterTIG 235, 325 en 335 ondersteunt verschillende lasprocessen en functies, afhankelijk van het
gebruikte functiepaneel. In dit gedeelte worden enkele hiervan samengevat.
[AC-balans]
Functie om de negatieve en positieve stroomcycli aan te passen bij ACTIG-lassen. Een laag percentage betekent dat de lasstroom
gemiddeld meer negatief is. Een hoog percentage betekent dat de lasstroom gemiddeld meer positief is.
[AC-frequentie]
Functie om de frequentie van de AC/wisselstroom te wijzigen bijAC TIG-lassen. Met deze instelling wordt het aantal cycli per
seconde gewijzigd. De functie wordt gebruikt om de frequentie van de lasstroom aan te passen, zodat die optimaal is voor de toe-
passing en de voorkeuren van de lasser.
[AC TIG]
TIG-lasproces met wisselstroom, waarbijde polariteit van de elektrode snel wisselt tussen positief en negatief. Met name gebruikt
voor het lassen van aluminium.
[AC-golfvorm]
Functie om de golfvorm van de AC/wisselstroom te wijzigen bij ACTIG-lassen. Er zijn drie opties beschikbaar: sinus, vierkant en
Optima. De golfvorm heeft een uitwerking op de vorm van de las, de inbranding en het geluid van het lasproces. Selecteer de optie
die het meest geschikt is voor de toepassing.
[Automatische puls]
TIG-lasproces, waarbij de lasstroom wisselt tussen twee stroomniveaus: basisstroom en pulsstroom. Alleen de lasstroom moet
worden aangepast; de pulsparameters worden automatisch vooraf ingesteld. Wordt gebruikt om de boogeigenschappen te optim-
aliseren voor de gewenste lastoepassingen.
[DC TIG]
TIG-lasproces met gelijkstroom, waarbijde polariteit van de elektrode gedurende het gehele lasproces negatief of positief is. Neg-
atieve polariteit (DC-) maakt een diepe inbranding mogelijk, terwijl positieve polariteit (DC+) alleen wordt gebruikt voorspeciale toe-
passingen.
[Dubbelpuls]
Dubbelpuls TIG-lassen kan bijvoorbeeld worden gebruikt om de voortloopsnelheid te verhogen of om lassen te produceren met
hoge eisen aan het uiterlijk. De lasstroom wordt met twee verschillende frequenties gepulst, snel en langzaam. De snelle frequentie
levert een meer geconcentreerde boog, de lage frequentie geeft de las een aantrekkelijk visschubben-effect.
[Downslope]
Lasfunctie die de tijd bepaalt, gedurende welke de lasstroom aan het eind van de las geleidelijk wordt verlaagd tot het eind-
stroomniveau. De waarde voor de downslope-tijd wordt vooraf ingesteld door de gebruiker. Bij een waarde 'nul' is de functie uit-
geschakeld.
© Kemppi
67/75 1920900 / 1921