Operation Manual

NL
2.5 Keuze lasvermogen en elektrodes
TIG laselektrodes en gaskoppen
Voor TIG-lassen wordt het gebruik van de WC20 (grijze) type elektrode
aanbevolen, hoewel ook andere typen verkrijgbaar zijn.
De grootte van de laselektrode (diameter) wordt bepaald aan de hand van de
gewenste lasstroom/-vermogen. Een elektrode met onvoldoende diameter in
verhouding tot de lasstroom zal smelten; een te grote elektrode bemoeilijkt het
laten ontstaan van de boog.
Over het algemeen is een 1,6 mm wolfraam elektrode geschikt voor gelijkstroom
tot 150 A, en 2,4 mm wolfraam elektrode geschikt tot 250 A.
Slijp voor gebruik een jne punt aan de wolfraamelektrode tot ongeveer 1,5 maal
de diameter van de elektrode. Als de elektrode tijdens het lassen het werkstuk
raakt, slijp de elektrode dan opnieuw.
MMA-laselektroden
Bij MMA-lassen moeten de laselektrodes worden aangesloten op de juiste pool.
Gewoonlijk wordt de elektrodehouder aangesloten op de positieve pool en de
werkstukkabel op de negatieve aansluiting.
Het is ook belangrijk om de lasstroom goed af te stellen zoadat het ltermateriaal
en de coating goed smelten en het lassen eciënt is. In de tabel hieronder
staan de beschikbare groottes van de elektrodes die beschikbaar zijn voor de
MinarcTig en de bijbehorende lasstroomwaarden.
MMA elektroden en overeenkomstige instellingen voor het
stroombereik
Diameter
elektrode
1.6 mm 2.0 mm 2.5 mm 3.25 mm 4.0 mm 5.0 mm
Fe-Rutile
30-60 A 40-80 A 50-110 A 80-150 A 120–210 170–220
Fe-Basic
30-55 A 50-80 A 80-110 A 110-150 A 140–200 200–220
11© Kemppi Oy / 1339