User's Manual

Nederlands 23
De instellingen aanpassen
Hier wordt beschreven hoe u de instellingen van uw GPS-navigatiesysteem kunt aanpassen.
Het navigatiesysteem aanpassen
1 Tik op Instellingen.
2 Tik op de instelling die u wilt wijzigen.
3 Tik op de knop onder de naam van de instelling
als u deze wilt wijzigen.
De systeeminstellingen wijzigen
Tik op Instellingen > Systeem.
GPS-simulator: hiermee kan de simulator de GPS-modus
uitschakelen en navigatie simuleren.
Eenheden: hiermee wijzigt u de maateenheden.
Toetsenbordindeling: hiermee selecteert u een indeling voor het
toetsenbord.
Info: hiermee kunt u de nummers van de softwareversie, het
toestel en de toestel-id weergeven.
Herstel: hiermee herstelt u de oorspronkelijke systeeminstellingen.
De kaartinstellingen wijzigen
Tik op Instellingen > Kaart.
Kaartdetail: hiermee stelt u in hoeveel details op de kaart worden
weergegeven. Als er meer details worden weergegeven, wordt de
kaart mogelijk langzamer opnieuw getekend.
Kaartweergave: hiermee wijzigt u het perspectief van de kaart.
Voertuig: tik op Wijzig om het pictogram te wijzigen waarmee
uw positie op de kaart wordt aangegeven. Tik op het pictogram
dat u wilt gebruiken en tik vervolgens op OK.
Triplog: hiermee toont of verbergt u uw reislogboek. Tik op
Extra > Mijn gegevens > Triplog wissen om het triplog te
wissen.
Kaartgegevensopmaak: hiermee kunt u de indeling van de
hoofdkaart wijzigen.
Kaartinfo: hiermee geeft u de kaarten en hun versie weer die op
het navigatiesysteem zijn geladen. Tik op een kaart om die kaart in
(met vinkje) of uit (zonder vinkje) te schakelen.
Herstel: hiermee herstelt u de oorspronkelijke kaartinstellingen.
De navigatie-instellingen wijzigen
Tik op Instellingen > Navigatie.
Routevoorkeur: hiermee selecteert u een voorkeur voor het
berekenen van de route.
Te vermijden: hiermee selecteert u de wegtypen die u op uw
routes wilt vermijden of juist graag wilt volgen.
Herstel: hiermee herstelt u de oorspronkelijke navigatie-
instellingen.
Gesproken aanwijzingen: hiermee schakelt u gesproken
aanwijzingen in en uit.
De scherminstellingen wijzigen
Tik op Instellingen > Scherm.
Kleurmodus: selecteer Dag voor een lichte achtergrond, Nacht
voor een donkere achtergrond of Auto om automatisch tussen
deze twee opties te schakelen.
Herstel: hiermee herstelt u de oorspronkelijke weergave-
instellingen.
De tijdsinstellingen wijzigen
Tik op Instellingen > Tijd.
Tijdweergave: hiermee kiest u UTC-, 12-uurs- of 24-uurs-
tijdweergave.
Huidige tijd: Selecteer Automatisch om de tijd automatisch
bij te werken. Als Automatisch niet is geselecteerd, kunt u de tijd
aanpassen in stappen van 15 minuten.
Herstel: hiermee herstelt u de oorspronkelijke tijdsinstellingen.
De talen instellen
Tik op Instellingen > Taal.
Taal voor spraak: selecteer een stem.
Toetsenbord: selecteer het toetsenbord voor uw taal. U kunt de
toetsenbordtaal altijd vanaf elk toetsenbord wijzigen door op de
knop Modus te tikken.
Herkenningsvraag: hiermee schakelt u spraakherkenning in of
uit.
Herstel: hiermee herstelt u de oorspronkelijke taalinstellingen.
Beveiligingsinstellingen toevoegen
Tik op Instellingen > Beveiliging.
Veilige modus: hiermee schakelt u de veilige modus in of uit.
Wanneer het voertuig rijdt, worden in de veilige modus alle
functies uitgeschakeld die veel aandacht van de gebruiker vereisen
en u tijdens het rijden kunnen afleiden.
Herstel: hiermee herstelt u de oorspronkelijke
beveiligingsinstellingen.
190-01142-90_0A.indb 23190-01142-90_0A.indb 23 11/30/2009 1:17:04 PM11/30/2009 1:17:04 PM