Operation Manual

Verbinden/installeren
80
Ñ Verbinden van kabels met aansluitingen
MUTE
P. CONT
ANT CONT
STEERING WHEEL
REMOTE INPUT
REMOTE CONT
REVERSE
1
2
3
4
5
6
7
8
1
2
3
4
5
6
7
8
PRK SW
CAM+
CAM–
Zekering (15 A)
Aansluiten op de spanningsregelingsaansluiting
wanneer de optionele eindversterker wordt gebruikt of
op de spanningsaansluiting voor de antenneversterker
of de platte antenne of de antenne met korte mast.
Blauw/wit
[1]
(Spanningsregeling/antennebedieningskabel)
Groen/wit
Groen/rood
Naar CMOS-3xx serie (optionele accessoire)
camerabesturingsaansluiting
(alleen
)
:
Sluit aan op de geaarde aansluiting tijdens ontvangst
van of gedurende een telefoongesprek.
: Niet gebruikt
Bruin
(kabel van dempregeling)
Paars/wit
(kabel van achteruitrijsensor) (2m)
Lichtblauw/geel
(stuurafstandsbedieningsingang)
Verbinden met de bedradingsbundel van de
achteruitrijlamp van de auto wanneer de optionele
achteruitzichtcamera wordt gebruikt.
Naar stuurafstandsbediening
Om de stuurafstandsbediening te gebruiken, hebt u
een adapter nodig (niet meegeleverd) die bij uw auto
past.
Laat de kabel niet uit het lipje hangen als
u geen aansluitingen maakt.
Toebehoren 1
Verbinden met de bedradingsbundel van
de parkeerremdetectieschakelaar.
Lichtgroen
(kabel van parkeersensor) (2m)
Uit het oogpunt van veiligheid
is het beslist noodzakelijk om de
kabel van de parkeersensor aan
te sluiten.
A B C
A: Zwart (aardkabel)
B: Geel (accukabel)
C: Rood (contactspanningskabel)
[1] [2]: Blauw/witte kabel wordt geleverd als twee kabels, [1] en [2]. Blauw/witte kabel totale output ([1] + [2]): 12 V =
350 mA
Aansluiting B
Aansluiting A