Operation Manual

Nederlands 17
Een route starten
1 Zoek naar een locatie (pagina 12).
2 Selecteer een locatie.
3 Selecteer Ga!.
4 Selecteer indien nodig een route.
Meerdere routes vooraf bekijken
1 Zoek naar een locatie (pagina 12).
2 Selecteer een locatie in de zoekresultaten.
3 Selecteer Routes.
4 Gebruik de knoppen op het scherm om een
route te selecteren.
5 Selecteer Ga!.
Een route volgen
De route wordt aangegeven met een paarse lijn. Uw
bestemming wordt aangegeven met een geruite vlag.
Tijdens uw reis leidt het toestel u naar uw bestemming
met gesproken berichten, pijlen op de kaart en
instructies boven aan de kaart. Als u de route verlaat,
berekent het toestel de route opnieuw en krijgt u
nieuwe instructies.
De navigatiekaart gebruiken
1 Selecteer Bekijk kaart in het hoofdmenu.
2 Als de zoomregelaars verborgen zijn, selecteer
dan de kaart om de zoomregelaars weer te
geven.
3 Selecteer de kaart om over te schakelen naar de
bladermodus.
Er worden knoppen op de kaart weergegeven.
4 Selecteer een optie:
Selecteer of als u wilt inzoomen of uitzoomen.
Selecteer
als u de kaart wilt draaien.
Selecteer
als u wilt schakelen tussen Noord boven
en 3D-weergave.
Selecteer
als u kaartlagen wilt toevoegen of
verwijderen.
Selecteer
en selecteer een categoriepictogram als u
bepaalde locatiecategorieën wilt weergeven.
Selecteer
als u de kaart opnieuw wilt centreren op
uw huidige locatie.
Selecteer
als u snelkoppelingen naar kaart- en
navigatiefuncties wilt weergeven.
Navigatie
U kunt uw routes maken, aanpassen aan uw voorkeur en wijzigen.