Operation Manual
9
Terug naar beginpagina
Basisbediening
Nummer Naam Functie
1
Disksleuf Een sleuf waarin een diskmedium kan worden geplaatst.
2
0 (uitwerpen)
• Werpt de disk uit.
• Als de knop 1 seconde wordt ingedrukt, wordt de disk geforceerd
uitgeworpen.
3
fi (resetten)
• Als het toestel of het hiermee verbonden toestel niet correct werkt,
worden de fabrieksinstellingen gereset door op deze knop te drukken
(P.109).
• Als de SI (Security Indicator)-functie is ingeschakeld, gaat de
beveiligingsindicator knipperen als de contactsleutel van het voertuig
in de uit-stand staat (P.80).
4
Ontgrendelknop Ontgrendelt het deel van het voorpaneel.
5
MENU • Geeft het scherm Top Menu weer (P.19).
• Als de knop 1 seconde wordt ingedrukt, wordt het toestel
uitgeschakeld.
• Als het toestel is uitgeschakeld, wordt het ingeschakeld.
6
NAV • Geeft het navigatiescherm weer.
• Als de knop 1 seconde wordt ingedrukt, worden de op de AV-uitgang
aangesloten omgeschakeld.
7
∞, 5
• Regelt het volume.
8
TEL • Geeft het scherm Hands Free weer (P.64).
• Als de knop 1 seconde wordt ingedrukt, wordt het scherm Voice
Recognition (Spraakherkenning) weergegeven (P.72).
9
Ingangsbus Een ingangsbus voor een extern apparaat.
10
micro-SD-
kaartsleuf
Een sleuf waarin een SD-kaart kan worden geplaatst. De kaart wordt
gebruikt om de kaart te updaten. Voor meer informatie over het
updaten van de kaart, raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van het
navigatiesysteem.
Daarnaast kunt u het audio/beeld-bestand op de kaart afspelen.