Operation Manual
7676 77
Terug naar beginpagina
Instellingen
Terug naar beginpagina
Instellingen
De originele kleur registreren
Ukuntuworiginelekleurregistreren.
1
Raak [Adjust / Aanpassen] aan op het
scherm Panel Color Coordinate.
Het scherm Panel Color RGB Coordinate
verschijnt.
2
Gebruik [2] en [3] om de waarde
voor elke kleur aan te passen.
3
Raak de gewenste presettoets 2
seconden aan.
Panel Color Scan /
Paneelkleuren scannen
Ukuntinstellendatdekleurvanhetpaneel
voortdurendhethelekleurenspectrum
doorloopt.
1
Raak [ON] aan bij [Panel Color Scan
/ Paneelkleuren scannen] op het
scherm Color.
Panel Color Scan wordt op "aan"
ingesteld.
De achtergrondafbeelding
wijzigen
Ukunteenafbeeldingvanhetaangesloten
USB-apparaatladenendezeals
achtergrondafbeeldinginstellen.
Voordatudezeprocedureuitvoert,dientu
hetapparaatdatdeafbeeldingbevataante
sluiten.
1
Raak [Background / Achtergrond] aan
op het scherm Display Menu.
Het scherm Background verschijnt.
2
Raak [STANDBY] aan.
3
Raak [Memory / Geh.] aan bij
[User Background / Achtergrond
gebruiker].
Het scherm User Background File Select
verschijnt.
4
Selecteer de te laden afbeelding.
5
Raak [Enter / Invoeren] aan.
De geselecteerde afbeelding wordt
geladen en het scherm Background komt
terug.
OPMERKING
• Door[ ]aanterakenwordtdeafbeeldingnaar
linksgedraaid.
• Door[
]aanterakenwordtdeafbeeldingnaar
rechtsgedraaid.
6
Raak [Change / Wijzigen] aan bij
[Background Change / Achtergrond
wijzigen] op het scherm Background.
7
Selecteer een afbeelding als
achtergrond en raak [Enter /
Invoeren] aan.
OPMERKING
• ZieAfspeelbare media en bestanden (p. 100)
voorspecificatiesvanleesbareafbeeldingen.
• Door[Delete/Wis]ophetscherm
Backgroundaanterakenwordtde
achtergrondafbeeldingverwijderd.Nadatu
[Delete/Wis]hebtaangeraakt,verschijntereen
bevestigingsmelding.Volgdemeldingopen
voltooideprocedure.
Navigatie-instellingen
Ukuntdenavigatieparametersinstellen.
1
Raak op een willekeurig scherm
[Menu] aan.
2
Raak [SETUP / Inst] aan.
Het scherm SETUP Menu verschijnt.
3
Raak [Navigation] aan.
Het scherm Navigation SETUP verschijnt.
4
Stel de verschillende opties als volgt
in.
NAV Interrupt Speaker/
NAV-onderbreking luidspreker
Selecteertdeluidsprekersdieworden
gebruiktvoordestembegeleidingvanhet
navigatiesysteem.
Front L/ L Voor:
Gebruiktdeluidsprekerlinksvoorvoor
stembegeleiding.
Front R/ R Voor:
Gebruiktdeluidsprekerrechtsvoorvoor
stembegeleiding.
Front All/ Voor alle (standaard):
Gebruiktbeidevoorluidsprekersvoor
stembegeleiding.
NAV Voice Volume/ Navigatie volume
Stelthetvolumevoordestembegeleidingvan
hetnavigatiesysteemin.Standaardisdit“25”.
NAV Mute/ NAV-geluid uit
Dempthetvolumevandeluidsprekers
achterintijdensstembegeleidingvanhet
navigatiesysteem.Destandaardinstellingis
“ON”(aan).