User Manual

DVF-3200/DVF-3250 (NE/E)
9
NEDERLANDS
Er zijn grofweg twee systemen voor het tv en het disc-
signaal (NTSC en PAL).
Welk systeem u gebruikt hangt af van het gebied of het
land waar u zich bevindt.
Videoformaten
Tv formaten in een aantal landen
Controleer het videoformaat van de VCD en DVD discs
die u met dit toestel wilt afspelen als volgt.
Controleren van het videoformaat
Videoformaat tv
NTSC
PAL
Wanneer de videoformaten verschillen :
Probeer de disc af te spelen. Als de videoformaten van de
disc en de tv niet met elkaar overeenkomen, is het mogelijk
dat het weergegeven beeld zwart-wit wordt of zoals hieron-
der aangegeven
Aan de boven-en onderrand
verschijnen zwarte balken.
De boven en onderranden vallen
weg.
Het beeld rolt omdat de synchronisa-
tie niet overeenkomt.
Belangrijkste landen en gebieden
China, Groot-Brittannië, Duitsland, Neder-
land, Australië, Nieuw Zeeland, Koeweit,
Singapore enz.
Japan, Taiwan, Korea, VS, Canada, Mexico,
Filippijnen, Chili enz.
Dit apparaat is voorzien van een functie voor het wijzigen van het videoformaat overeenkomstig het TV-type. Con-
troleer het type van uw TV.
1 Neem de disc uit het apparaat en sluit de lade.
2 Houd de PAUSE toets op het voorpaneel langer
dan 5 seconden ingedrukt om het TV-type in te
stellen (PAL, NTSC of AUTO).
Instellen van het TV-type
Instellen van de videofunctie
Met bepaalde discs flikkert het beeld, zijn er bewegende puntjes of rechte strepen in het beeld tijdens gebruik van de progressieve
aftastfunctie (^). Dit komt doordat de vertikale interpolatie of de “de-interlace” niet juist overeenkomt met de disc. U kunt in dat
geval de beeldkwaliteit verbeteren door de videofunctie te veranderen.
÷ Houd de ON SCREEN toets tijdens weergave van de disc langer dan 3 seconden ingedrukt om de videofunctie te veranderen. Het
nummer van de nieuwe gekozen videofunctie verschijnt op het TV-scherm. Controleer of de beeldkwaliteit nu beter is. Indien dit niet
het geval is, houdt u de toets nogmaals ingedrukt om een andere functie te kiezen.
De functie verandert iedere keer dat u de toets ingedrukt houdt.
1 MODE 1 : Bronmateriaal van de DVD-video [filmmateriaal of videomateriaal] wordt op
basis van de discinformatie bepaald.
2 MODE 2 : Geschikt voor het afspelen van met de progressieve aftastfunctie opgenomen
filmmateriaal of videomateriaal.
3 MODE 3 : Geschikt voor het afspelen van videomateriaal met relatief weinig beweging in
de beelden.
De basisinstelling voor de videofunctie (MODE 1) wordt weer geactiveerd als u de stroom uitschakelt.
Opmerking
Opmerking
Opmerking