Operation Manual

84 DNX-serie DNX9260BT/ DNX7260BT
Instelmenu
Camera instellen Camera instellen
U kunt de cameraparameters instellen.
1 Geef het camera-instelscherm weer
Raak [
] > > [ ] > > [Camera SETUP]
aan. (pagina 68)
2 Elk item instellen
[Rear Camera] Selecteert het type
achtercamera dat moet worden
gebruikt. ( "Other")
"CMOS-300": Wanneer de CMOS-
300 met ID 1 ingesteld, wordt
aangesloten.
"Other": Als de andere camera is
aangesloten.
[R-CAM Interruption] Stelt een
methode in voor het omschakelen naar
de achteruitrijcameraweergave.
(
"OFF")
"ON": Schakelt over naar de
achteruitrijcameraweergave wanneer
de versnellingspook van de auto in
"Reverse" wordt gezet.
"OFF": Schakelt naar
achteruitkijkvideoweergave wanneer
de versnellingshendel van de auto
in de stand "Reverse" wordt gezet en
vervolgens de [AUD]-toets langer dan
1 seconde wordt ingedrukt.
De functie van de [AUD]-toets moet
vooraf in [AUD Key Longer than 1
Second] worden ingesteld op "CAM".
[R-CAM Settings] Past de CMOS-300
met ID 1 ingesteld aan. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van de opties voor
meer informatie.
[Front Camera] Schakel deze instelling
in wanneer de CMOS-300 met ID2
ingesteld, wordt aangesloten.
(
"OFF")
[F-CAM Settings] Past de CMOS-300
met ID 2 ingesteld aan. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van de opties voor
meer informatie.
B64-4679-00_01_E_Dutch.indd 84B64-4679-00_01_E_Dutch.indd 84 10/02/05 15:3910/02/05 15:39