COMPACT HI-FI COMPONENTENSYSTEEM K-521 GEBRUIKSAANWIJZING Conformiteitsverklaring met betrekking tot de EMCrichtlijn van de Europese Unie (2004/108/EC) Fabrikant: Kenwood Corporation 2967-3 Ishikawa-machi, Hachioji-shi, Tokyo, 192-8525 Japan EU-vertegenwoordiger: Kenwood Electronics Europe BV Amsterdamseweg 37, 1422 AC UITHOORN, Nederland TM © B60-5814-08/00 (E) GVT0294-003A NL.indb 1 09.10.
Veiligheidsmaatregelen HET ICOON VAN DE LICHTFLITS MET PIJL BINNEN EEN GELIJKZIJDIGE DRIEHOEK IS BEDOELD OM DE GEBRUIKER TE WAARSCHUWEN VOOR DE AANWEZIGHEID VAN EEN ONGEÏSOLEERDE "GEVAARLIJKE SPANNING“ BINNEN DE BEHUIZING VAN HET PRODUCT, DIE VOLDOENDE STERK KAN ZIJN OM VOOR PERSONEN EEN RISICO TE VORMEN OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN. DE GEVARENDRIEHOEK WIJST DE GEBRUIKER OP DE AANWEZIGHEID VAN BELANGRIJKE BEDIENINGS- OF ONDERHOUDSAANWIJZINGEN (SERVICEAANWIJZINGEN) IN DE DOCUMENTEN BIJ HET APPARAAT.
Veiligheidsmaatregelen BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Let op: Deze pagina zorgvuldig lezen om een veilig gebruik te garanderen. Lees deze instructies 4. Accessoires - Lees alle veiligheids- en bedieningsinstructies voordat u het product in gebruik neemt. – Enkel gebruiken met een roltafel, staander, driepoot, beugel of tafel die is goedgekeurd door de fabrikant of bij het toestel werd verkocht. Opgelet voor letsel door omslaan als u de roltafel met toestel verplaatst.
Veiligheidsmaatregelen BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 7. OPGELET – Oriëntatie van de polen – De veiligheidsfunctie van een poolgevoelige, geaarde stekker niet omzeilen. Amerikaanse poolgevoelige stekkers beschikken over twee pinnen, de ene breder dan de andere. Geaarde stekkers hebben twee pinnen en een derde aardepin. De stekkerpinnen zijn breed uitgevoerd voor uw veiligheid. Raadpleeg een elektricien om uw stopcontact te laten vervangen als de bijgeleverde stekker er niet in past. 8.
Veiligheidsmaatregelen Opmerkingen: Punt 7 is niet vereist, behalve voor geaarde of poolgevoelige apparatuur. Informatie over het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur en batterijen (particulieren) Dit symbool geeft aan dat gebruikte elektrische, elektronische producten en batterijen niet bij het normale huishoudelijke afval mogen.
De mogelijkheden van de K-521 Diverse opname-indelingen Schijfjes afspelen Naast gewone muziek-CD’s kan het systeem ook schijfjes afspelen met opgenomen audiobestanden (MP3/WMA). Weergave in hoge kwaliteit van muziek op iPod iPod afspelen Met dit systeem ontvangt de versterker digitale iPod-signalen als ingang. Dat maakt de weergave mogelijk van geluid met hoge kwaliteit en met een minimum aan kwaliteitsverlies.
Inhoud Voordat u het systeem gaat gebruiken Lees deze veiligheidsmaatregelen aandachtig door. Veiligheidsmaatregelen ……………… 2 Toebehoren ……………………………… 8 Het systeem installeren …………………… 9 Het systeem aansluiten ………………… 10 Namen en functies van de onderdelen … 14 Deze handleiding gebruiken …………… 18 Basisbediening ………………………… 20 Belangrijke informatie ………………… 22 Voor uw veiligheid dient u de items bij deze markering aandachtig te lezen. Signaalbronnen p.
Toebehoren Controleer of alle accessoires in de verpakking aanwezig zijn. AM-ringantenne (1) Afstandsbediening (1) FM-binnenantenne (1) Batterijen voor de afstandsbediening (RO3: 2) (Europa, Australië; RC-RP0502E) (VS; RC-RP0502) Stroomkabel (2 m: 2) Als accessoires ontbreken of het toestel beschadigd is of niet werkt, breng de dealer hiervan dan onmiddellijk op de hoogte. Als het toestel rechtstreeks naar u werd verzonden, breng de afzender hiervan dan onmiddellijk op de hoogte.
Het systeem installeren Opmerkingen over de installatie van het systeem z Installeer het systeem altijd op een platte en stabiele ondergrond. Als u het systeem op een standaard zet, controleer dan eerst of de standaard sterk genoeg is. z De magneten in de luidsprekers kunnen storingen veroorzaken op een tv of op het beeldscherm van een computer. Plaats de luidsprekers dan ook niet te dicht bij een tv of computer.
Het systeem aansluiten Zorg ervoor dat alle kabels op de juiste manier zijn aangesloten. Losse of onjuiste aansluitingen kunnen leiden tot ruis of geen geluid. Hoofdaansluitingen Opgelet voor Verbinding Steek de stekker pas in het stopcontact als alle aansluitingen zijn gemaakt. Voordat u kabels loskoppelt, moet u het systeem altijd uitschakelen en de stekker uit het stopcontact halen. AM-ringantenne In de sleuf duwen. FM-binnenantenne 1 Aansluiten op [FM75Ω]. 2 Bepaal de plaats met de beste ontvangst.
Het systeem aansluiten Problemen met de microcomputer Als het systeem correct is aangesloten maar niet juist werkt, of als er fouten op de display worden weergegeven, moet u de microcomputer resetten. (p.71) De AM-ringantenne aansluiten De bij het systeem bijgeleverde antenne dient voor gebruik binnenshuis. Plaats de antenne zo ver mogelijk van het hoofdtoestel, de tv, de luidsprekersnoeren en het netsnoer. Richt de antenne voor een optimale ontvangst.
Het systeem aansluiten Andere apparaten aansluiten (in de handel verkrijgbare apparaten) z Als u een extern apparaat aansluit, raadpleeg dan ook de bij dat apparaat bijgeleverde gebruiksaanwijzing. z Zorg ervoor dat alle kabels op de juiste manier zijn aangesloten. Losse of onjuiste aansluitingen kunnen leiden tot ruis of geen geluid. iPod Sluit de bij de iPod bijgeleverde Dock-adapter aan op het systeem.
Het systeem aansluiten AUX IN Sluit de audio OUT-aansluitingen op apparaten zoals cassettedecks aan op de [AUX IN]-aansluiting op het achterpaneel van het hoofdtoestel. z [AUX IN] ontvangt een analoog audiosignaal. Cassettedeck, enz. R R L SUB WOOFER PRE OUT L REC OUT SPEAKERS R D.
Namen en functies van de onderdelen Hoofdtoestel Hoes Sluit de kap voordat u een iPod of USB-apparaat aansluit. USB USB iPod-aansluiting (p.12, 38) USB-poort (p.12, 40) Aan/uit-toets (p.21) Het systeem in- of uitschakelen (Stand-by). LCD-lade openen/sluiten (p.21, 26) Indicator voor STANDBY/TIMER Rood: Brandt in de normale standbymodus. Oranje: Brandt in de stand-bymodus met ingeschakelde timer. E/BAND (p.21) INPUT SELECTOR (p.21) F/TUNING MODE (p.33) G/I, J/H (p.33, 39, 41, 45) CD-lade (p.
Namen en functies van de onderdelen De displays die in deze handleiding worden afgebeeld kunnen afwijken van de werkelijke displays. Display AUTO Deze indicator brandt tijdens automatisch afstemmen. Deze indicator is uit bij handmatig afstemmen. (p.33) TUNED Deze indicator brandt als u op een radiozender bent afgestemd. (p.33) ST. Brandt wanneer u een uitzending in stereo ontvangt. (p.33) RDS Brandt wanneer u een RDS-uitzending ontvangt. (p.38) Brandt in de modus Map afspelen. (p.
Namen en functies van de onderdelen Afstandsbediening De toetsen op de afstandsbediening die dezelfde naam hebben als de toetsen op het hoofdtoestel, werken op dezelfde manier. De timer instellen. (p.58-62) Het toestel in- of uitschakelen (Stand-by). (p.21) Het systeem in- of uitschakelen (Stand-by). Het hoofdtoestel inschakelen als de [STANDBY/TIMER]-indicator op het hoofdtoestel brandt. De CD-lade openen/ sluiten (p.21, 26) Mappen of albums selecteren. (p.39, 41, 45) De signaalbron selecteren. (p.
Namen en functies van de onderdelen De afstandsbediening gebruiken Zodra de stekker in het stopcontact zit, kunt u het toestel aanzetten met de aan/ uit-toets [K] op de afstandsbediening. Zodra het systeem is ingeschakeld, drukt u op de toets van de gewenste functie. Als u de afstandsbediening gebruikt, richt deze dan op de sensor voor de afstandsbediening. Ongeveer 6m z De afstandsbediening werkt niet naar behoren als er direct z o n l i c h t o f h o o g f r e q u e n t ( b v.
Deze handleiding gebruiken Bedieningsprocedure Hoewel u dit systeem zowel met de afstandsbediening als met de knoppen op het systeem zelf kunt bedienen, staat in deze handleiding de bediening met de afstandsbediening centraal. CD In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een CD kunt afspelen. Naast het gewoon CD's afspelen, kunt u ook mappen afspelen, willekeurig afspelen, herhaald afspelen en geprogrammeerd afspelen. Een CD afspelen Plaats de CD en speel deze af.
Deze handleiding gebruiken Bedieningspictogrammen Uitleg van de procedures voor het hoofdtoestel Legt de procedure voor de radio uit. Uitleg van de procedures voor de afstandsbediening Legt de procedures voor iPods uit. Gerelateerde functies die ook handig kunnen zijn Legt de procedures voor USBapparaten uit. D.AUDIO Heeft betrekking op Informatie Legt de procedure voor CD’s uit. z Het ingangsniveau van de digitale audiospeler instellen R p.46 z Audio-instellingen R p.47 e.v.
Basisbediening In deze sectie worden de basisprocedures beschreven voor het gebruik van het systeem, zoals het afstemmen van de radio en het afspelen van CD’s, een iPod, USB-apparaat of een digitale audiospeler. Voorbereidingen Controleer de verbindingen. (p.10-13) Houd de afstandsbediening klaar. (p.
Basisbediening 1 Het systeem in-/uitschakelen. z U kunt het toestel ook inschakelen met de toetsen [D.AUDIOE], [TUNER/BAND], [CDE], [iPodE], [USBE]. z Als u op de aan/uit-toets [K] drukt terwijl het toestel aan staat, wordt het uitgeschakeld (in standby gezet). 2 Een schijfje plaatsen (als u naar een CD luistert). Ga verder met stap 3 als u wilt afspelen via externe apparaten. De lade openen. Plaats een CD. De lade sluiten. Plaats de CD met de labelzijde omhoog. Druk op de toets [L].
Belangrijke informatie Ondersteunde media Media USB-flashgeheugen USB Pictogram in deze handleiding Uitleg z Nooit andere apparaten dan USB-flashgeheugen of digitale audiospelers die compatibel zijn met USB-massaopslagmedia USB]-aansluiting. Kenwood kan niet aansluiten op de [ aansprakelijk gesteld worden voor verliezen in verband met storingen, schade of gegevensverlies doordat er een ander type apparaat op werd aangesloten.
Belangrijke informatie Ondersteunde audiobestanden Op dit systeem kunt u de hieronder opgesomde audiobestanden spelen (MP3, WMA en AAC). MP3-bestanden (CD/USB) Bestandsformaat: MPEG 1 Audio Layer 3 MPEG 2 Audio Layer 3 MPEG 2.5 (MPEG 2 Audio Layer 3 lagere samplefrequentie) Extensie: .mp3 Samplefrequentie MPEG 1 Audio Layer 3: 32 / 44,1 / 48 kHz MPEG 2 Audio Layer 3: 16 / 22,05 / 24 kHz MPEG 2.5: 8 / 11,025 / 12 kHz Bitsnelheid MPEG 1 Audio Layer 3: 32 – 320 kbps MPEG 2 Audio Layer 3: 8 - 160 kbps MPEG 2.
Belangrijke informatie Omgaan met schijfjes Voorzorgsmaatregelen bij het hanteren Let erop dat u bij het vastnemen van een CD het afgespeelde oppervlak niet aanraakt. Schijfjes die op dit systeem kunnen worden afgespeeld Op dit toestel kunt u CD’s (12 cm, 8 cm), CD-ROM’s, CD-R’s, CD-RW’s of het audiogedeelte van CD-EXTRAschijfjes afspelen.
Signaalbronnen In dit hoofdstuk worden de procedures voor de verschillende signaalbronnen uitgelegd. Raadpleeg voor informatie over de instellingen voor de audiokwaliteit en de apparaten, ongeacht de geselecteerde signaalbron, "Audio-instellingen" (p.47) en "Onderdelen instellen" (p.57). Raadpleeg als een fout wordt weergegeven of zich een probleem voordoet "Onderhoud" (p.67).
CD In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een CD kunt afspelen. Naast het gewoon CD's afspelen, kunt u ook mappen afspelen, willekeurig afspelen, herhaald afspelen en geprogrammeerd afspelen. Een CD afspelen Plaats de CD en speel deze af. z Als u reeds een schijfje hebt geplaatst, drukt u op de toets [CDE] om het systeem in te schakelen en de CD af te spelen. 1 Druk op de toets [L] om de CD-lade te openen en plaats de CD.
CD Heeft betrekking op Informatie z Audio-instellingen R p.47 e.v. Handelingen tijdens het afspelen van een CD Een tracknummer selecteren Om de 3de track af te spelen drukt u op de toets [3]. Als u de 17de track wilt afspelen, drukt u op de toets [ 10], [1] en vervolgens op [7]. Als u de 123ste track wilt afspelen, drukt u op de toets [ 10], [ 10], [1], [2] en vervolgens op [3]. Weergave van de inhoud wijzigen Druk op de toets [DISPLAY]. Telkens als u op deze toets drukt, verandert de modus als volgt.
CD Afspeelvolgorde voor mappen en trackbestanden MP3/WMA Als u een schijfje afspeelt met opgenomen audiobestanden, worden de bestanden in de volgorde afgespeeld waarin ze op het schijfje zijn opgeslagen, beginnend bij de bestanden in de map ROOT. Voorbeeld van een mappenconfiguratie Mapnaam ROOT Afspeelvolgorde van de trackbestanden Naam trackbestand F0_1.MP3 F0_2.MP3 F0_3.MP3 Track 1 .............F0_1.MP3 Track 2 .............F0_2.MP3 Track 3 .............F0_3.
CD Cd Heeft betrek関連 king op 情報 Informatie RP.XX audiobestanden R p.23 z Ondersteunde z Audio-instellingen RP.XX- R p.47 e.v. De modus CD willekeurig afspelen In deze modus worden de tracks op de CD of in een map in willekeurige volgorde afgespeeld. z Als er al een CD wordt afgespeeld, drukt u op de toets [F] om het afspelen te stoppen. 1 Druk op de toets [P.MODE] om de modus Willekeurig afspelen te selecteren. Telkens als u op deze toets drukt, verandert de modus als volgt.
Cd De modus CD geprogrammeerd afspelen U kunt tot 50 tracks selecteren en ze in iedere gewenste volgorde afspelen. z Druk op de toets [CDE] om de signaalingang naar CD te schakelen. Het afspelen begint zodra u de signaalingang verwisselt, druk dus op de toets [F] om het afspelen te stoppen. z Als er al een CD wordt afgespeeld, drukt u op de toets [F] om het afspelen te stoppen. 1 Druk op de toets [P.MODE] om de modus Geprogrammeerd afspelen te selecteren.
CD Cd Heeft betrek関連 king op 情報 Informatie RP.XX modus CD herhaald afspelen R p.29 z De RP.XXz 3 Selecteer met de cijfertoetsen de track of het bestand dat wilt beluisteren. CD MP3/WMA Als Track 10 als programmatrack 1 is geselecteerd. 4 Bestandnummer 5 is geselecteerd. Om twee of meer tracks te selecteren, herhaalt u stap 3 (of stappen 2 en 3 ingeval van MP3/WMA). z U kunt maximaal 50 af te spelen tracks selecteren.
Radio-uitzendingen ontvangen In deze sectie wordt uitgelegd hoe u naar de FM/AM-radio luistert en hoe u zenders kunt instellen. FM/AM-radio beluisteren z Door op de toets [TUNER/BAND] te drukken, zet u het toestel aan en kunt u naar de radio luisteren. 1 Druk op de toets [TUNER/BAND] om "FM" of "AM" te selecteren. Telkens als u op deze toets drukt, schakelt u tussen "FM" en "AM". 2 Selecteer een zender. Opgeslagen zenders (voorkeuzezenders) kiezen Selecteer een zender. z Zie p.
Radio-uitzendingen ontvangen Heeft betrekking op Informatie z Voorkeuzezenders automatisch instellen (AUTO MEMORY) R p.34 z Voorkeuzezenders handmatig instellen R p.35 z Audio-instellingen R p.47 e.v. Zenders die niet zijn opgeslagen (automatisch/handmatig afstemmen) 1 Selecteer Automatisch afstemmen of Handmatig afstemmen. [AUTO/MONO]-toets. Druk op de toets [TUNING MODE]. Telkens als u op deze toets drukt, verandert de modus als volgt.
Radio-uitzendingen ontvangen Voorkeuzezenders automatisch instellen (AUTO MEMORY) z Er kunnen maximaal 40 voorkeuzezenders worden opgeslagen. z Voor het gebruik van de RDS-functie, moeten zenders worden opgeslagen met behulp van AUTO MEMORY. 1 Druk op de toets [MODE]. 2 Selecteer "AUTO MEMORY". Druk op de toets [G] of [H]. z "AUTO MEMORY" knippert op de display en de zenders die kunnen worden ontvangen worden automatisch als voorkeuzezenders ingesteld. Druk op [ENTER].
Radio-uitzendingen ontvangen 関連 情報 z z RP.XX RP.XX- Voorkeuzezenders handmatig instellen Met deze procedure wordt de momenteel beluisterde zender een voorkeuzenummer. Als aan het geselecteerde voorkeuzenummer al een zender is toegewezen, wordt de bestaande zender overschreven door de nieuwe zender. z U kunt maximaal 40 FM- en AM-zenders selecteren. 1 Stem af of de zender u die wilt voorprogrammeren en druk vervolgens op [ENTER].
Enkel Europa en Australië RDS (Radio Data System) Dit systeem is geschikt voor RDS-ontvangst. Het systeem gebruikt de informatie in het uitzendsignaal voor diverse functies, zoals de automatische weergave van de naam van de zender. z Selecteer de FM-band. z De functie AUTO MEMORY gebruiken om RDS-zenders in het geheugen op te slaan. (p.34) Programmaservicenaam weergeven Als er een RDS-zender wordt ontvangen, wordt de naam van de zender automatisch weergegeven.
RDS (Radio Data System) Een gewenst programmatype zoeken (PTY zoeken) De tuner gaat automatisch op zoek naar een zender met het opgegeven programmatype (genre) die momenteel uitzendt. 1 Druk op de toets [PTY]. z Als er een RDS-zender wordt ontvangen, wordt het programmatype op de display weergegeven. Als er geen PTYinformatie beschikbaar is, of als de zender geen RDS-zender is, wordt "None" op de display weergegeven. 2 Druk op de toets [A] of [B] om het gewenste programmatype te selecteren.
iPod In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een Apple iPod kunt aansluiten en afspelen. Afspelen via een iPod Met deze procedure kunt u een iPod op het systeem aansluiten en laten afspelen. z Raadpleeg tevens de gebruiksaanwijzing bij uw iPod. z Zorg dat uw iPod is uitgerust met de meest recente software-update.
iPod Heeft betrekking op Informatie z Ondersteunde audiobestanden R p.23 z Audio-instellingen R p.47 e.v. Handelingen tijdens het afspelen van een iPod U kunt deze procedure ook uitvoeren op een iPod. De tracks in het vorige/volgende album afspelen Druk op de toets [PREV.] om naar het vorige album te gaan en druk op de toets [NEXT] om naar het volgende album te gaan. De shuffle instellen Druk op de toets [SHUFFLE]. Telkens u op deze toets drukt, wordt de shuffle-instelling gewijzigd.
USB Dit hoofdstuk geeft uitleg over u USB-flashgeheugen of digitale audiospelers die compatibel zijn met USB-massaopslagmedia kunt aansluiten en er audiobestanden mee kunt afspelen. Afspelen via een USB-apparaat Sluit een USB-flashgeheugen of digitale audiospeler die compatibel is met USB-massaopslagmedia aan en speel er audiobestanden mee af. z Raadpleeg tevens de gebruiksaanwijzing bij uw USB-apparaat dat u wilt aansluiten.
USB Heeft betrekking op Informatie z Ondersteunde audiobestanden R p.23 z Audio-instellingen R p.47 e.v. Handelingen tijdens het afspelen van een USBapparaat De tracks in de vorige/volgende map afspelen Druk op de toets [PREV.] om naar de vorige map te gaan. Druk op de toets [NEXT] om naar de volgende map te gaan. z Deze functies werken mogelijk niet op sommige USB-apparaten. Afspelen herhalen: Druk op de toets [REPEAT] om de selectie te verwisselen.
Externe apparaten In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u externe apparaten op het systeem aansluit en tracks afspeelt. Afspelen via externe apparaten Sluit het externe apparaat op het systeem aan zoals beschreven in "Andere apparaten aansluiten (in de handel verkrijgbare apparaten)" (p.13). z Voordat u externe apparaten gaat aansluiten, moet u dit systeem en de externe apparaten altijd eerst uitschakelen. z Raadpleeg tevens de gebruiksaanwijzing bij het aan te sluiten apparaat.
Externe apparaten Heeft betrekking op Informatie z Andere apparaten aansluiten (in de handel verkrijgbare apparaten) R p.13 z Audio-instellingen R p.47 e.v. Het ingangsniveau van een extern apparaat instellen Gebruik de onderstaande procedure om het ingangsniveau bij te stellen voor het externe apparaat dat op de [AUX IN]-aansluiting is aangesloten. Gebruik deze methode als het volume van het externe apparaat hoorbaar hoger of lager is dan dat van andere signaalbronnen. 1 Druk op de toets [AUX].
D.AUDIO U kunt een digitale audiospeler van Kenwood (hierna gewoon "digitale audiospeler" genoemd) op het systeem aansluiten om tracks af te spelen. Afspelen via een digitale audiospeler Gebruik deze procedure om een digitale audiospeler op het systeem aan te sluiten en tracks af te spelen. z Voordat u de digitale audiospeler gaat aansluiten, moet u dit systeem en de digitale audiospeler altijd uitschakelen. z Raadpleeg tevens de gebruiksaanwijzing bij uw aan te sluiten digitale audiospeler.
D.AUDIO Heeft betrekking op Informatie z Het ingangsniveau van de digitale audiospeler instellen R p.46 z Audio-instellingen R p.47 e.v. Handelingen tijdens het afspelen via de digitale audiospeler De tracks in de vorige/volgende map afspelen Druk op de toets [PREV.] om naar de vorige map te gaan. Druk op de toets [NEXT] om naar de volgende map te gaan. z Bij sommige digitale audiospelers werken deze functies niet. Naar de volgende/vorige track gaan Houd de toets [G] of [H] ingedrukt.
D.AUDIO Het ingangsniveau van de digitale audiospeler instellen Gebruik de onderstaande procedure om het ingangsniveau voor het externe apparaat in te stellen dat op de [D.AUDIO IN]-aansluiting is aangesloten. Gebruik deze methode als het volume van het externe apparaat hoorbaar hoger of lager is dan dat van andere signaalbronnen. 1 Druk op de toets [D.AUDIOE]. 2 Druk op de toets [MODE]. 3 Selecteer "INPUT LEVEL". Druk op de toets [C] of [D]. Druk op [ENTER]. 4 Stel het ingangsniveau in.
Audio-instellingen Gebruik de procedures in dit hoofdstuk om de geluidskwaliteit van het systeem in te stellen. U kunt het geluid naar eigen voorkeur afstellen met de geluidskwaliteitsfunctie van het systeem.
CONEQ (Akoestische Equalizer) Met de digitale geluidscorrectietechnologie van CONEQ (Convolution Equalizer), kunt u een akoestisch effect scheppen dat aangepast is aan uw luisteromgeving. Het akoestische effect aanpassen aan de kameromgeving 1 Druk op de toets [MODE]. 2 Selecteer "CONEQ SET". Druk op de toets [C] of [D]. Druk op de toets [ENTER]. 48 NL.indb 48 K-521 09.10.
CONEQ (Akoestische Equalizer) 3 Kies een CONEQ-nummer. Druk op de toets [A] of [B]. De weergave op de display verandert als volgt. Geschikt voor een kamer met een gemiddelde akoestische omgeving. Geschikt voor een kamer waarin geluid niet zo gemakkelijk nagalmt (een kamer met veel geluidsabsorberende materialen zoals gordijnen). Geschikt voor een kamer waarin geluid wel gemakkelijk nagalmt (een kamer met veel harde materialen zoals een vloer uit planken of cement). Druk op de toets [ENTER].
Digitale signaalprocessor Het systeem heeft een digitale signaal processor waarmee u het effect van de superlage tonen en het niveau van de tonen in de lage, middelste en hoge bereiken kunt regelen. Hierdoor beschikt u over gedetailleerdere instellingsmogelijkheden dan wanneer u het geluid handmatig afstelt. De Super-Bass (D-BASS) aanpassen Met deze functie kunt u het effect van de Super-Bass-functie naar wens instellen. 1 Druk op de toets [D-BASS]. 2 Druk op de toets [A] of [B] om het niveau te regelen.
Digitale signaalprocessor De bereiken aanpassen (TONE) U kunt het bereik van de lage, middelste en hoge tonen naar wens aanpassen (TONE). Variabele frequenties Aangepast niveau LEVEL (dB) LEVEL (dB) Frequentie Afwijking Frequentie Afwijking Afwijking Frequentie Afwijking Frequentie Frequentie 1 Druk op de toets [TONE] en selecteer vervolgens [BASS] uit het bereik (BASS: lage bereik, MID: middelste bereik, TREBLE: hoge bereik, OFF: instelling uit).
Digitale signaalprocessor 4 Druk op de toets [TONE]. 5 Druk op de toets [C] of [D] om de frequentie te selecteren (lagere: 1kHz, middelste: 2kHz, of hogere: 3kHz) van de tonen in het middelste bereik (MID). 6 Druk op de toets [A] of [B] om de middelste tonen (MID) te regelen. z " TO N E " k n i p p e r t t e r w i j l u d e instellingen wijzigt. Als "TONE" knippert, kunt u het niveau instellen van –8 tot +8. 52 NL.indb 52 K-521 09.10.
Digitale signaalprocessor 7 Druk op de toets [TONE]. 8 Druk op de toets [C] of [D] om de frequentie te selecteren (lagere: 5kHz, middelste: 7kHz, of hogere: 10kHz) van de tonen in het hoge bereik (TREBLE). 9 Druk op de toets [A] of [B] om de hoge tonen (TREBLE) te regelen. z "TONE" knippert terwijl u de instellingen wijzigt.Als "TONE" knippert, kunt u het niveau instellen van –8 tot +8. 10 Druk op de toets [ENTER]. z Als u een ander niveau instelt dan 0, wordt "TONE" weergegeven.
Digitale signaalprocessor D-BASS, TONE-effecten uitschakelen (FLAT) 1 Druk op de toets [FLAT]. z De niveaus voor "D-BASS" en "TONE" zijn ingesteld op 0. 54 NL.indb 54 K-521 09.10.
Supreme EX Heeft betrekking op Informatie Supreme EX is Kenwoods eigen technologie voor het verbeteren van de geluidskwaliteit en wordt gebruikt voor het afspelen van cd’s en audiobestanden, of voor afspelen via externe apparaten die op de digitale ingang zijn aangesloten. Supreme EX instellen 1 Druk op de toets [MODE]. 2 Selecteer "SPRM SET". Druk op de toets [C] of [D]. z "SPRM EX" knippert terwijl u de instellingen wijzigt. Druk op de toets [ENTER]. 3 Selecteer "ON" of "OFF".
BALANCE Gebruik deze procedure om de volumebalans voor de linker- en rechterluidsprekers in te stellen. De volumebalans van de luidsprekers instellen 1 Druk op de toets [MODE]. 2 Selecteer "BALANCE". Druk op de toets [C] of [D]. Druk op de toets [ENTER]. 3 Stel de balans in. Druk op de toets [A] of [B]. Druk op de toets [ENTER]. 56 NL.indb 56 K-521 09.10.
Onderdelen instellen Dit hoofdstuk geeft uitleg over de tijdsinstellingen, naast instellingen voor de timer, display en andere functies die de mogelijkheden van dit product vergroten. De timer instellen • De slaaptimer instellen (SLEEP) ………………………………… 58 • De programmatimer instellen (TIMER SET) …………………… 59 Displayinstellingen • De helderheid van de display instellen (DIMMER) ……………… 63 • De screensaver aan/uit zetten…………………………………… 63 De systeemklok instellen …………………………………64 Auto Power Save (A.P.S.
De timer instellen Een slaaptimer schakelt het systeem na een opgegeven tijdsspanne automatisch uit en een programmatimer start het afspelen op een bepaalde tijd. De slaaptimer instellen (SLEEP) Deze functie schakelt het systeem na de opgegeven tijdsspanne automatisch uit. U kunt een tijdsspanne instellen van 10 tot 90 minuten in stappen van 10 minuten. 1 Druk op de toets [SLEEP]. Telkens u op deze toets drukt, neemt de tijdsspanne met 10 minuten toe.
De timer instellen Heeft betrekking op Informatie z De systeemklok instellen R p.64 De programmatimer instellen (TIMER SET) Met deze functie kunt u de timer gebruiken om het afspelen op een bepaalde tijd automatisch te starten. U kunt twee timers (PROG. 1 en PROG. 2) tegelijk instellen. U kunt afspelen van een radio, CD, iPod, USB-apparaat of extern apparaat (AUX IN). z Zet de systeemklok juist voordat u deze procedure aanvat. (Zie p.64) z Zorg ervoor dat de tijden voor PROG. 1 en PROG.
De timer instellen 5 Selecteer de dag (of dagen) waarop de programmatimer moet worden uitgevoerd. Druk op de toets [A] of [B]. Telkens u op deze toets drukt, verandert de modus als volgt. EVERYDAY SUNDAY SAT-SUN MONDAY TUE-SAT TUESDAY MON-FRI WEDNESDAY SATURDAY THURSDAY FRIDAY Druk op [ENTER]. z Als u "EVERYDAY", "MON-FRI", "TUE-SAT" of "SAT-SUN" hebt geselecteerd, gaat u verder met stap 7. 6 Selecteer "EVERY WEEK" of "ONETIME". Druk op de toets [A] of [B].
De timer instellen Heeft betrekking op Informatie z RP.XX z RP.XX 9 Selecteer "PLAY" of "AI PLAY". Druk op de toets [A] of [B]. z Er wordt afgespeeld met het volume dat in stap 10 is ingesteld. z Het afspelen begint op het opgegeven tijdstip en het vo l u m e wo rd t g e l e i d e l i j k verhoogd naar het niveau dat bij stap 10 is opgegeven. Druk op [ENTER]. 10 Stel het volume in. Druk op de toets [A] of [B]. Druk op [ENTER]. z U kunt de toets [VOLUME] niet gebruiken om het volume in te stellen.
De timer instellen 12 Druk op de aan/uit-toets [K] om het systeem uit te schakelen. z De indicator [STANDBY/TIMER] op het hoofdtoestel brandt oranje. z Zet de systeemklok juist als de indicator rood brandt. Een timer in- of uitschakelen z Druk op de toets [TIMER] als het systeem is ingeschakeld. Telkens u op de toets [TIMER] drukt, wijzigt de instelling. 1 brandt PROG. 1 aan 1 2 branden niet Timer uit 2 brandt PROG. 2 aan 1 2 branden PROG.
Displayinstellingen Heeft betrekking op Informatie Gebruik deze instellingen om de helderheid van de display in te stellen en om de instellingen in te voeren voor de verlichting van het hoofdtoestel. De helderheid van de display instellen (DIMMER) Gebruik deze procedure om de helderheid van de display in te stellen. Pas de helderheid aan op basis van uw voorkeuren en de omstandigheden in de kamer. 1 Druk op de toets [DIMMER]. Telkens u op deze toets drukt, verandert de modus als volgt.
De systeemklok instellen Stel de systeemklok in op de juiste tijd. Als de juiste tijd niet is ingesteld, kan de programmatimer niet op het juiste tijdstip beginnen afspelen. 1 Druk op de toets [MODE]. 2 Selecteer "TIME ADJUST". Druk op de toets [C] of [D]. Druk op de toets [ENTER]. 3 De dag van de week instellen. Druk op de toets [A] of [B]. Druk op de toets [ENTER]. 4 De tijd instellen. Druk op de toets [A] of [B] om het "uur" in te stellen. Druk op de toets [ENTER].
Auto Power Save (A.P.S.) Heeft betrekking op Informatie Auto Power Save (A.P.S.) schakelt het systeem automatisch uit als het 30 minuten niet wordt gebruikt nadat een CD of een aangesloten USB-apparaat is gestopt met afspelen. 1 Druk op de toets [MODE]. 2 Selecteer "A.P.S. SET". Druk op de toets [C] of [D]. z "A.P.S." brandt op de display. Druk op de toets [ENTER]. 3 Selecteer "ON" of "OFF". Druk op de toets [A] of [B]. z "A.P.S." knippert op de display. z "A.P.S." gaat uit.
De voeding instellen Geef aan of een iPod of USB gevoed wordt, zelfs als een iPod of USB is aangesloten, maar niet als signaalbron is geselecteerd. (Een apparaat dat als signaalbron is geselecteerd wordt altijd gevoed, ongeacht deze instelling.) 1 Druk op de toets [MODE]. 2 Selecteer "P.SUPPLY". Druk op de toets [C] of [D]. Druk op de toets [ENTER]. 3 Selecteer "ON" of "OFF". Druk op de toets [A] of [B]. z Ook als het systeem is uitgeschakeld worden apparaten altijd gevoed.
Onderhoud In dit hoofdstuk wordt uitgelegd wat u moet doen als er foutmeldingen op de display verschijnen of als zich problemen voordoen. Ook wordt beschreven hoe u het systeem moet bewaren en onderhouden zodat u er jarenlang van kunt genieten. Meldingen ……………………………………………………68 Problemen oplossen ………………………………………69 Verklarende woordenlijst …………………………………72 Verzorging en opslag ………………………………………73 Specificaties …………………………………………………74 Nederlands NL.indb 67 67 09.10.
Meldingen Getoonde melding 68 NL.indb 68 Betekenis NO DISC Er is geen CD geplaatst. Rlaats een CD. NO PGM Er zijn geen tracks geprogrammeerd. RProgrammeer de tracks die u wilt beluisteren. (Zie p.31) RAnnuleer de modus Geprogrammeerd afspelen en speel de CD normaal af. (Zie p.32) PGM FULL U hebt geprobeerd een 51ste CD-track te programmeren. RU kunt maximaal 50 tracks programmeren. (Zie p.32) NOT SUPPORT U hebt een iPod aangesloten die door dit apparaat niet wordt ondersteund. (Zie p.
Problemen oplossen Als het systeem niet naar behoren functioneert, raadpleeg dan de volgende tabel om te zien of u het probleem zelf kunt verhelpen, voordat u beroep doet op service. Versterker/luidsprekers Probleem Geen geluid Oplossing z Controleer alle aansluitingen zoals beschreven in "Het systeem aansluiten". z Zet het volume hoger. z Annuleer de MUTE-instelling. z Haal aangesloten koptelefoons uit het toestel.
Problemen oplossen CD Probleem Oplossing Zie pagina Een CD wordt na het plaatsen niet afgespeeld. z Plaats het schijfje op de juiste manier met de labelzijde omhoog. z Maak het schijfje schoon. (Zie .) z Laat eventuele condensatie verdampen. (Zie .) 26 Geen geluid z Druk op de toets [CDE]. z Maak het schijfje schoon. (Zie .) 26 73 Tijdens het afspelen verspringt de speler. z Maak het schijfje schoon. (Zie .
Problemen oplossen Apparaten die op de D.AUDIO IN-ingang zijn aangesloten Probleem Het hoofdtoestel en de afstandbediening kunnen geen digitale audiospeler van Kenwood bedienen. Oplossing z Sluit de speler aan met de speciale kabel PNC-150. z Controleer of het aangesloten model compatibel is. Zie pagina 12 44 Afstandsbediening Probleem De afstandsbediening werkt niet. Oplossing z Plaats nieuwe batterijen. z Gebruik de afstandsbediening binnen het werkzame bereik.
Verklarende woordenlijst Term 72 NL.indb 72 Betekenis Pagina AAC Afkorting voor "Advanced Audio Coding". Een compressienorm die alleen van toepassing is op de audiocomponent van beeldcompressiemethoden die worden gebruikt voor digitale uitzendingen enz. 23 Bitsnelheid Een waarde die de hoeveelheid verwerkte informatie per seconde aangeeft. Hoe hoger de bitsnelheid, hoe beter de geluidskwaliteit. 23 CD-DA Heeft betrekking op muziek-CD’s.
Verzorging en opslag Verzorging en opslag van het hoofdtoestel Houd het systeem uit de buurt van de volgende plekken. z Plaatsen die blootstaan aan direct zonlicht. z Bijzonder vochtige of stoffige plaatsen. z Plaatsen die blootstaan aan directe warmte van een verwarmingsapparaat. Wees voorzichtig met condensatie. Als de temperatuur van het systeem heel erg verschilt van de luchttemperatuur kan dit leiden tot vorming van condensatie (waterdruppels) op het systeem.
Specificaties Hoofdtoestel [Versterker] [Tuner] Effectief uitgangsvermogen tijdens werking in STEREO ....................................................................................... 40 W+40 W RMS (1kHz, 10%T.H.D., 4 Ω) Totale harmonische vervorming.................0,03% (1 kHz, 1 W, 4 Ω) Toonregelingskarakteristieken BASS (TURN OVER 100 Hz) ....................................... ±4,0 dB (bij 100 Hz) (TURN OVER 150 Hz) ...................................... ±6,6 dB (bij 100 Hz) (TURN OVER 200 Hz) ...
Vervaardigd onder licentie van Real Sound Lab, SIA. CONEQ is een handelsmerk van Real Sound Lab, SIA. Nederlands NL.indb 75 75 09.10.
This symbol is labeled on the products whose impacts on the environment are minimized by Kenwood. Voor uw documenten Noteer het serienummer dat op de achterzijde van het toestel staat in de aangewezen velden op de garantiekaart en in de hieronder voorziene ruimte. Vermeld altijd het model- en serienummer wanneer u contact opneemt met uw dealer voor informatie of onderhoud van dit product. Model Serienummer NL.indb 76 09.10.