User Manual

1 Kies de in te stellen geluidsbron
Druk op de [SRC] toets.
2 Activeer de audio controle functie
Houd de [AUD] toets tenminste 1 seconde ingedrukt.
3 Kies de in te stellen functie
Druk op de [FM] of [AM] toets.
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, veranderen de functies
die kunnen worden ingesteld in onderstaande volgorde.
4 Stel de functie in
Druk op de [4] of [¢] toets.
Functie Display Bereik
Niveau van de lage tonen "BAS" –8 — +8
Niveau van de middentonen "MID" –8 — +8
Niveau van de hoge tonen "TRE" –8 — +8
Balans "BAL" linkerkant 15 -—
rechterkant 15
Fader "FAD" achteraan15 —
vooraan15
Volumecompensatie "V-OFF" –8 — ±0
Toonversterking "LOUD" AAN/UIT
•Volumecompensatie: Het volume van elke geluidsbron kan worden
gecompenseerd en aan het standaard
volume worden aangepast.
•Toonversterking: Versterken van de lage en hoge tonen bij
weergave met een laag volume.
5 Sluit de audio controle functie af
Druk op de [AUD] toets.
Klankkleurregeling
U kunt voor verschillende soorten van muziek de optimale
geluidsinstellingen programmeren en weer oproepen.
1 Kies de in te stellen geluidsbron
Druk op de [SRC] toets.
2 Kies het soort van muziek
Druk op de [Q] toets.
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, verandert de
geluidsinstelling.
Geluidsinstelling Display
Neutraal "FLAT"
Gebruikersgeheugen "USER"
Rock "ROCK"
Pop "POPS"
Easy-listening "EASY"
Top 40 "TOP40"
Jazz "JAZZ"
Gebruikersgeheugen: De volgens <Klankkleurregeling> (blz. 74)
ingestelde waarden.
Elke instelling wordt veranderd door de <Luidspreker instelling>
(blz. 75). Kies eerst het type luidspreker met luidspreker instelling.
System Q
Verhogen van het volume
Draai de [VOL] knop naar rechts.
Verlagen van het volume
Draai de [VOL] knop naar links.
Volume
Algemene kenmerken
— 74
Nederlands