Operation Manual
N-27
■ VOX-versterkingsniveau (alleen types I en II)
1 Sluit de hoofdtelefoon aan op de zendontvanger.
2 Druk op de toets die is geprogrammeerd als [VOX].
• Het huidige VOX-versterkingsniveau wordt getoond.
3 Druk op
de <B of C> toets
om het VOX-versterkingsniveau te
verhogen of verlagen.
• Het VOX-versterkingsniveau kan worden ingesteld op
niveau 1 tot 10.
4 Spreek tijdens het aanpassen van het niveau in de microfoon
van de hoofdtelefoon om het gevoeligheidsniveau te testen.
(Uw stem wordt tijdens deze testprocedure niet uitgezonden.)
• Wanneer geluid wordt herkend, licht de LED oranje op.
5 Druk op
de
S of toets
om de instelling op te slaan.
■ VOX-bediening
1 Sluit de hoofdtelefoon aan op de zendontvanger.
2 Houd de toets die is geprogrammeerd als [VOX] 2 seconde
ingedrukt.
3 Om te zenden spreekt u gewoon in de microfoon.
• De zendontvanger herkent geluidsniveaus afhankelijk van
het VOX-versterkingsniveau. Als het niveau te gevoelig
is, begint deze met zenden wanneer er achtergrondgeluid
klinkt. Als de microfoon niet gevoelig genoeg is, wordt uw
stem niet opgepikt wanneer u begint te spreken.
4 Wanneer u ophoudt met spreken, wordt het zenden beëindigd.
5 Om de VOX-functie uit te schakelen, houdt u de toets [VOX]
opnieuw gedurende 2 seconden ingedrukt.
Opmerking: Als een luidspreker/ microfoon is aangesloten op de
zendontvanger terwijl de VOX-functie is ingeschakeld en het VOX-
versterkingsniveau staat ingesteld op een gevoelig niveau, kunnen luid
ontvangen signalen ertoe leiden dat de zendontvanger begint te zenden.