Operation Manual

N-ii
VOORZORGSMAATREGELEN
• Laaddezendontvangerendebatterijnietopalszenatzijn.
• Zorgervoordatergeenmetaalachtigevoorwerpenliggentussende
zendontvanger en de batterij.
• GebruikalleendeoptiesdiedoorKENWOOD worden gespecificeerd met
explosiebescherming voor de zendontvangers NX-230EX en NX-330EX.
• Alshetgegotenchassisofeenanderzendontvangerdeelisbeschadigd,raak
dan de beschadigde delen niet aan.
• Hangdemicrofoondraadnietomuwnekalsuindebuurtbentvanapparaten
waarin de draad kan verstrikken.
• Plaatsdezendontvangernietopeeninstabieleondergrond.
• Zorgervoordatdeantennenietuwogenraakt.
• Alsdeontvangerurenachterelkaargebruiktwordtvoorverzendingworden
de radiator en het chassis heet. Raak deze plekken niet aan bij het vervangen
van de batterij.
• Dezendontvangernietinwaterdompelen.
• Schakeldezendontvangereerstaltijduitvoordatuoptioneleaccessoires
installeert.
• Deladeriseenapparaatdatdeunitontkoppeltvandevoedingskabel.Umoet
eenvoudig bij de voedingsstekker kunnen komen.