Operation Manual

10
NE
NEDERLANDS
Bedieningsorganen, aansluitingen en aanduidingen
Hoofdtoestel
Display
MUTE indicator Indicators voor de timer
CD weergavefunctie indicatorWeergave/pauze indicator
1
INPUT SELECTOR draaiknop (Zie bladzijde 14.)
Draai aan deze knop om de gewenste signaalbron te selecteren.
2
CD-lade (Zie bladzijde 17.)
3
Sensor voor de afstandsbediening (Zie bladzijde
12.)
4
CD-lade open/dicht (
0
) toets (Zie bladzijde 17.)
Druk hierop om de CD-lade open of dicht te doen.
5
VOLUME draaiknop (Zie bladzijde 14.)
Gebruik deze toetsen om het volume in te stellen.
6
6
/BAND toets (Zie de bladzijden 18, 20 en 23.)
{
Wanneer de [TUNER] (radio) als signaalbron is geselec-
teerd: Druk op deze toets om over te schakelen naar de
andere radioband (FM/AM).
{
Wanneer de [CD] of [D.AUDIO] als signaalbron is
geselecteerd: Druk op deze toets om heen en weer te
schakelen tussen weergave en pauze.
7
7
/TUNING MODE toets (Zie de bladzijden 18, 21 en 23.)
{
Wanneer de [TUNER] (radio) als signaalbron is geselec-
teerd: Druk op deze toets om heen en weer te schakelen
tussen automatisch afstemmen (automatisch/stereo-ont-
vangst) en mono afstemmen (handmatig/mono-ontvangst).
{
Wanneer de [CD] of [D.AUDIO] als signaalbron is gese-
lecteerd: Druk op deze toets om de weergave te stoppen.
{
Wanneer het toestel uit (standby) staat: Druk op deze
toets om de tijd of dag aan te laten geven.
8
4
/
1
,
¡
/
¢
, P.CALL/TUNING toetsen
(Zie de bladzijden 18, 19, 21 en 23.)
{
Wanneer de [TUNER] (radio) als signaalbron is geselec-
teerd: Druk op deze toets om een voorkeurzender op te
roepen of een radiozender te selecteren.
Indicators voor de radio (tuner)
Tekendisplay
{
Wanneer de [CD] of [D.AUDIO] als signaalbron is ge-
selecteerd: Druk op deze toets om een fragment over te
slaan of op te zoeken (door versnelde weergave vooruit of
achteruit). (Houd de toets tenminste 1 seconde ingedrukt
voor versnelde weergave (zoeken) in de bij de toets beho-
rende richting. Druk de toets kort in om het fragment in
de bij de toets behorende richting over te slaan.)
9
Aan/uit toets (Zie bladzijde 14.)
Druk op deze toets om het systeen aan of uit (standby) te zetten.
0
Uit (standby) indicator (Zie bladzijde 14.)
Rood: Wanneer het toestel gewoon uit (standby) staat.
Oranje: Wanneer het toestel in de timerstand staat.
Zie "Oplossen van problemen" (Zie bladzijde 38.) als deze
indicator knippert.
!
DIRECT toets/CD en SOURCE indicators (Zie blad-
zijde 16.)
Druk op deze toets om de CD/SOURCE DIRECT functies aan of
uit te zetten.
@
PHONES aansluiting (Zie bladzijde 15.)
Hierop kunt u desgewenst een hoofdtelefoon aansluiten.
Standby-modus
Wanneer de standby indicator is opgelicht, wordt een kleine
hoeveelheid stroom aan het systeem geleverd voor de back-
up van het geheugen. Deze status wordt standby-modus
genoemd. In deze modus kan het systeem ingeschakeld de
afstandsbediening worden uitgeschakeld.
Stroomspaarstand indicator Verstreken tijd indicator