INSTRUCTION MANUAL MODE D’EMPLOI MANUAL DE INSTRUCCIONES MANUAL DI ISTRUZIONI BEDIENUNGSANLEITUNG GEBRUIKSAANWIJZING TK-2140/ TK-3140 VHF FM TRANSCEIVER/ UHF FM TRANSCEIVER ÉMETTEUR-RÉCEPTEUR FM VHF/ ÉMETTEUR-RÉCEPTEUR FM UHF TRANSCEPTOR DE FM VHF/ TRANSCEPTOR DE FM UHF RICETRASMETTITORE FM VHF/ RICETRASMETTITORE FM UHF VHF-FM-TRANSCEIVER/ UHF-FM-TRANSCEIVER VHF FM ZENDONTVANGER/ UHF FM ZENDONTVANGER © B62-1479-10 (E,E3) 09 08 07 06 05 04 03 02 01
VHF FM ZENDONTVANGER/ UHF FM ZENDONTVANGER GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS TK-2140/ TK-3140
DANK U WEL We zijn verheugd dat u KENWOOD hebt gekozen voor uw mobiele radiotoepassingen over land. We zijn er zeker van dat deze gebruiksvriendelijke zendontvanger in betrouwbare communicatie voorziet waardoor personeel zo efficiënt mogelijk kan worden ingezet. KENWOOD-zendontvangers herbergen de nieuwste technologische ontwikkelingen. Daarom zijn we ervan overtuigd dat u tevreden zult zijn met de kwaliteit en de mogelijkheden van dit product.
INHOUDSOPGAVE UITPAKKEN EN CONTROLEREN VAN DE APPARATUUR ............ 1 MEEGELEVERDE ACCESSOIRES ........................................... 1 VOORBEREIDING ....................................................... 2 VOORZORGSMAATREGELEN MET BETREKKING TOT DE BATTERIJ .............. 2 INSTALLEREN/ VERWIJDEREN VAN DE (OPTIONELE) OPLAADBARE BATTERIJ OF DE HOUDER VOOR ALKALINE-BATTERIJEN ..................... 7 INSTALLEREN/ VERWIJDEREN VAN ALKALINE-BATTERIJEN ...................
UITPAKKEN EN CONTROLEREN VAN DE APPARATUUR Opmerking: De volgende uitpakaanwijzingen zijn bedoeld voor uw KENWOOD-dealer, een geautoriseerd KENWOOD-servicepunt of de fabriek. Pak de zendontvanger voorzichtig uit. We raden u aan de artikelen aan de hand van de volgende tabel te identificeren alvorens u de verpakking weggooit. Als artikelen ontbreken of tijdens transport zijn beschadigd, dient u onverwijld een klacht in bij de transporteur.
VOORBEREIDING VOORZORGSMAATREGELEN MET BETREKKING TOT DE BATTERIJ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ Laad de batterij niet opnieuw op wanneer deze reeds geheel opgeladen is. Dat kan de levensduur van de batterij verkorten of de batterij kan beschadigd raken. Nadat de batterij is opgeladen dient u deze van de oplader te ontkoppelen. Als de oplader opnieuw wordt ingeschakeld (op AAN nadat deze op UIT werd gezet), begint het opladen opnieuw en raakt de batterij overladen.
• • • • • • De batterij niet aansteken of verwarmen! Als de isolatie smelt, het gasontsnappingsventiel of de beveiligingsfunctie beschadigd raakt of het elektrolyt wordt aangestoken, kan de batterij hitte of rook produceren, scheuren of in brand vliegen.
• • • • • • Niet met de batterij slaan of gooien! Door een schok kan de batterij gaan lekken, hitte of rook produceren, scheuren en/of in brand vliegen. Als de beveiligingsschakeling van de batterij wordt beschadigd, kan de batterij met een zeer hoge stroomsterkte (of spanning) worden opgeladen en kan zich een uitzonderlijke chemische reactie voordoen. De batterij kan hitte of rook produceren, scheuren of in brand vliegen.
• • • • De batterij niet langer dan de aangegeven tijd opladen! Stop met opladen als de batterij zelfs na de aangegeven oplaadtijd nog niet helemaal is opgeladen. De batterij kan hitte of rook produceren, scheuren of in brand vliegen. Plaats de batterij niet in een magnetron of hogedrukvat! De batterij kan hitte of rook produceren, scheuren of in brand vliegen.
■ Eigenschappen van de Li-ion-batterij • Als de batterij herhaaldelijk wordt opgeladen en ontladen, vermindert de capaciteit van de batterij. • Zelfs wanneer de batterij ongebruikt is, gaat de kwaliteit achteruit. • Het kost meer tijd om de batterij op te laden op een koelere plaats. • De levensduur van de batterij wordt verkort wanneer deze op warmere plaatsen wordt opgeladen en ontladen. Wanneer de batterij op een hete plaats wordt bewaard, loopt de kwaliteit sneller achteruit.
INSTALLEREN/ VERWIJDEREN VAN DE (OPTIONELE) OPLAADBARE BATTERIJ OF DE HOUDER VOOR ALKALINE-BATTERIJEN 1 Zorg dat de geleiders op de batterij overeenkomen met de groeven boven aan de achterzijde van de zendontvanger en druk de batterij dan stevig op zijn plaats. 2 Duw de veiligheidspal op zijn plaats om te verhinderen dat de batterij wordt verwijderd wanneer u per ongeluk op de ontgrendeling drukt.
INSTALLEREN/ VERWIJDEREN VAN ALKALINE-BATTERIJEN ◆ ◆ ◆ ◆ Installeer geen batterijen in een gevaarlijke omgeving waar vonken een explosie kunnen veroorzaken. Gooi oude batterijen nooit in het vuur; de batterijen kunnen exploderen als gevolg van zeer hoge temperaturen. Sluit de aansluitingen van de batterijhouder niet kort. Geen oplaadbare batterijen of mangaanbatterijen gebruiken die in de handel verkrijgbaar zijn.
HET INSTALLEREN VAN DE ANTENNE Schroef de antenne in de connector boven op de zendontvanger door de antenne onderaan vast te houden en met de klok mee vast te draaien. HET INSTALLEREN VAN DE RIEMCLIP Opmerking: Wanneer de riemclip voor het eerst wordt geïnstalleerd, dient u de batterij van de achterzijde van de zendontvanger te verwijderen. 1 Verwijder de twee schroeven aan de achterzijde van de zendontvanger en verwijder dan het zwarte, plastic dekplaatje.
HET INSTALLEREN VAN HET DEKPLAATJE OVER DE UNIVERSELE CONNECTOR Als u geen gebruik maakt van de optionele KMC-25 luidspreker/ microfoon, brengt u het dekplaatje aan over de universele connector met behulp van de meegeleverde schroef van 4 x 6 mm. INSTALLEREN VAN DE (OPTIONELE KMC-25) LUIDSPREKER/ MICROFOON 1 Steek de geleider van de luidspreker/ microfoon in de uitsparing van de universele connector. 2 Zet de connector vast met behulp van de bijgeleverde schroef.
EEN EERSTE KENNISMAKING 1 2 4 3 5 6 7 11 12 13 14 8 15 9 10 Microfoon Luidspreker q Antenneaansluiting Sluit de antenne hier aan. w Codeerkeuzeknop Draai deze codeerkeuzeknop om de programmafunctie te activeren: Kanaal omhoog/ omlaag (standaard) of Groep omhoog/ omlaag. Neem voor meer informatie contact op met de dealer. e Aan/uit-schakelaar/ Volume-regeling Draai met de klok mee om de zendontvanger AAN (ON) te zetten. Draai om het volume te regelen.
r LED-indicatie Deze LED licht rood op tijdens het zenden en groen tijdens het ontvangen van een signaal. Tijdens Melding selectieve oproep knippert de LED oranje. Indien dit door uw dealer is geprogrammeerd, knippert de LED rood tijdens het zenden wanneer de batterij bijna leeg is. Dan moet de batterij worden vervangen of opgeladen. Opmerking: Wanneer de zendontvanger wordt gebruikt met een Li-ion-batterij, kan de indicatietijd voor een lege batterij veel korter zijn dan bij andere batterijen.
!0 Kant 2-toets Indrukken om de hulpfunctie te activeren {pagina 15}. De standaardinstelling van deze toets is Oproep 1 voor het 5-toons model. Het DTMF/2-toons/DMS-model heeft geen standaardinstelling. !1 S-toets Indrukken om de hulpfunctie te activeren {pagina 15}. De standaardinstelling van deze toets is Invoer selectieve oproep voor het 5-toons model. Het DTMF/2-toons/DMSmodel heeft geen standaardinstelling. !2 A-toets Indrukken om de hulpfunctie te activeren {pagina 15}.
DISPLAY Indicator Beschrijving Geeft de groeps- en kanaalnummers weer en verschillende programmeerbare instellingen. Verschijnt wanneer het voorrangskanaal is geselecteerd. Verschijnt wanneer de toets wordt ingedrukt die als Afluisteren is geprogrammeerd. Dit pictogram wordt niet gebruikt op deze zendontvanger. Verschijnt wanneer Scannen wordt uitgevoerd. Verschijnt wanneer de toets wordt ingedrukt die als RF-vermogen laag is geprogrammeerd. Dit pictogram wordt niet gebruikt op deze zendontvanger.
PROGRAMMEERBARE HULPFUNCTIES De toetsen w, t en o tot !4 {pagina’s 11 t/m 13} kunnen worden geprogrammeerd met de hulpfuncties die in de volgende tabel worden vermeld. De toetsen kunnen alleen met functies worden geprogrammeerd, afhankelijk van het aangeschafte model. Neem voor meer informatie over deze functies contact op met uw dealer.
DTMF/2-toons/ DMS-model 5-toonsmodel Laag vermogen Ja Ja Afluisteren Ja Ja Kortstondig afluisteren Ja Ja Functie Geen Ja Ja Selecteerbare toon Ja Ja Wachtrij Ja Ja Radiowachtwoord Ja Ja Invoer ontvangen Nee Ja Scannen Ja Ja Scannen wissen/toevoegen Ja Ja Invoer selectieve oproep Lijst selectieve oproep Selectieve oproep + Statusinvoer Selectieve oproep + Statuslijst Ne e Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Wisselen Ja Ja Enkele toon (1750 Hz) Ja Ja Enkele toon (2135 Hz) Ja
BASISPRINCIPES VAN DE BEDIENING AAN EN UIT ZETTEN Draai de Aan/uit-schakelaar/ Volume-regeling met de klok mee om de zendontvanger AAN te zetten. • Als de functie Radiowachtwoord is geprogrammeerd, verschijnt “LOCK 1” op de display wanneer de zendontvanger wordt ingeschakeld (AAN). Om de zendontvanger te ontgrendelen, voert u het wachtwoord in en drukt u op de toets Kant 2. Als u een verkeerd wachtwoord invoert, klinkt er een fouttoon en blijft de zendontvanger vergrendeld.
EEN OPROEP DOEN 1 2 Selecteer de gewenste groep en het gewenste kanaal. Druk op de toets Afluisteren om te controleren of het kanaal vrij is. • U moet de toets gebruiken die is geprogrammeerd met Afluisteren of Kortstondig afluisteren. • Als het kanaal is bezet, wacht u tot het weer vrij is. 3 Houd de knop PTT ingedrukt en spreek in de microfoon. Laat de knop PTT weer los om te ontvangen.
SCANNEN Als de functie Scannen is geprogrammeerd, kunnen groepen en kanalen worden gescand door op de toets te drukken die als Scannen is geprogrammeerd. Scannen kan worden gebruikt als Enkelvoudig scannen of als Meervoudig scannen. Enkelvoudig scannen luistert alleen de kanalen van een enkele groep af. Meervoudig scannen luistert alle kanalen van elke groep af.
SCANNEN UITSLUITEN Als een programmeerbare hulptoets geprogrammeerd is met Scannen wissen/toevoegen, kan ieder kanaal handmatig van de scanvolgorde worden uitgesloten. De toevoegingsindicator (▼) wordt niet meer op de display weergegeven wanneer het geselecteerde kanaal is uitgesloten. SCANTERUGVAL U kunt een terugvalkanaal selecteren met behulp van de toetsen Kanaal (of de codeerkeuzeknop).
SIGNALERING DTMF-SIGNALERING Uw dealer kan een groep programmeren met een DTMFsignaleringscode. Wanneer u een oproep ontvangt met een code die overeenkomt met de uwe, zal de signaleringsindicator knipperen en klinkt er een toon. De ruisonderdrukking start en u hoort de oproep. De ruisonderdrukking stopt wanneer u een oproep ontvangt met een code die overeenkomt met uw resetcode voor signalering.
5-TOONSSIGNALERING 5-toonssignalering wordt geactiveerd of gedeactiveerd door uw dealer. 5-toonssignalering start de ruisonderdrukking alleen wanneer de zendontvanger vijf tonen ontvangt die overeenkomen met de tonen die in de zendontvanger zijn ingesteld. Wanneer de ruisonderdrukking start, kunt u de oproeper horen zonder dat u verder iets hoeft te doen.
DMS: ALFANUMERIEKE 2-RICHTINGSSEMAFOONFUNCTIE DMS (digitaal berichtensysteem) is een alfanumerieke 2-richtingssemafoonfunctie en is een protocol dat eigendom is van KENWOOD Corporation. DMS maakt verschillende semafoonfuncties mogelijk op uw zendontvanger. Sommige daarvan zijn afhankelijk van programmering door de dealer.
SELECTIEVE OPROEP Een Selectieve oproep is een spraakoproep aan een bepaald station of aan een groep van stations. ■ Zenden 1 Selecteer de gewenste groep en het gewenste kanaal. 2 Druk op de toets die is geprogrammeerd als Lijst selectieve oproep om de Selectieve oproep-modus te activeren. 3 Gebruik de codeerkeuzeknop om de ID te selecteren van het station dat u wilt oproepen. 4 Druk op de knop PTT en begin uw gesprek.
STATUSBERICHT U kunt 2-cijferige statusberichten (10 – 79) zenden en ontvangen die in uw groep een betekenis krijgen toegekend. Berichten kunnen maximaal 16 alfanumerieke tekens bevatten. In het geheugen van uw zendontvanger kunnen maximaal 15 ontvangen berichten worden opgeslagen. Deze opgeslagen berichten kunnen na ontvangst opnieuw worden bekeken. Als het geheugen vol is, wordt het oudste bericht gewist wanneer er een nieuw bericht wordt ontvangen.
Druk op een toets of wacht totdat de voorgeprogrammeerde timer verloopt en u naar de modus Normale werking terugkeert. ■ De berichten in het wachtrij-geheugen bekijken 1 Druk op de toets die is geprogrammeerd als Wachtrij om de wachtrij-modus te activeren. • Afhankelijk van hoe uw dealer de zendontvanger heeft ingesteld, wordt ofwel het laatst ontvangen bericht of het eerst ontvangen bericht samen met het berichtnummer weergegeven.
GELUIDSSIGNALEN VOOR GEBRUIKERSFEEDBACK De zendontvanger laat verscheidene geluidssignalen horen om de status van de zendontvanger aan te geven.