Operation Manual

N-3
De batterij niet aansteken of verwarmen!
Als de isolatie smelt, het gasontsnappingsventiel of de
beveiligingsfunctie beschadigd raakt of het elektrolyt wordt
aangestoken, kan de batterij hitte of rook produceren, scheuren
of in brand vliegen.
De batterij niet gebruiken in de buurt van vuren, ovens of
andere hittebronnen (plaatsen waar het warmer is dan 80°C)!
Als de polymeerafscheiding smelt als gevolg van hoge
temperaturen, kan er interne kortsluiting ontstaan in de
afzonderlijke cellen en kan de batterij hitte of rook produceren,
scheuren of in brand vliegen.
De batterij niet in water onderdompelen of nat laten worden!
Als de beveiligingsschakeling van de batterij wordt beschadigd,
kan de batterij met een zeer hoge stroomsterkte (of spanning)
worden opgeladen en kan zich een uitzonderlijke chemische
reactie voordoen. De batterij kan hitte of rook produceren,
scheuren of in brand vliegen.
De batterij niet opladen in de buurt van een vuur of in direct
zonlicht!
Als de beveiligingsschakeling van de batterij wordt beschadigd,
kan de batterij met een zeer hoge stroomsterkte (of spanning)
worden opgeladen en kan zich een uitzonderlijke chemische
reactie voordoen. De batterij kan hitte of rook produceren,
scheuren of in brand vliegen.
Gebruik alleen de aangegeven oplader en neem de vereisten
voor het opladen in acht!
Als de batterij wordt opgeladen onder niet-gespecificeerde
omstandigheden (temperatuur boven de toegestane waarde,
spanning of stroomsterkte boven de toegestane waarde of met
behulp van een omgevormde oplader), kan de batterij overladen
raken of kan zich een uitzonderlijke chemische reactie voordoen.
De batterij kan hitte of rook produceren, scheuren of in brand
vliegen.
De batterij niet doorboren, niet op de batterij slaan of erop
staan!
Daardoor kan de batterij breken of vervormd raken, wat
kortsluiting tot gevolg heeft. De batterij kan hitte of rook
produceren, scheuren of in brand vliegen.