Operation Manual
3-4
0
4
Veiiigheidsinstructies
Rijden
in
de
winter
Door de onderstaande voorschriften na te leven, vermindert u de kans op
problemen in de winter.
O Groot onderhoud en voorbereidingen
b
Concentratie antivries in de koelvloeistof.
b
Vorstvrije vloeistof voor de ruitensproeier.
b
Hoeveelheid en zuurtegraad accuvloeistof.
B
Bouaie en onderdelen voor het starten.
b
l~skrabbertje.
b
Winterbanden of sneeuwkettingen
.
O Tijdens het rijden op sneeuw of ijzel
b
Start in 2de versnelling (bij automatische versnellingsbak: in "D" in
"HOLDV-modus.)
)
Breng sneeuwbanden of sneeuwkettingen aan.
)
Rem op de motor om te vertragen.
B
Houd voldoende afstand van de voertuigen voor en achter u.
b
Druk de rempedaal traag in.
b
Zorg ervoor dat er zich geen sneeuw of ijs kan opstapelen binnen de
wielkast.
O Parkeren
s
Als u buiten parkeert, doe het
dan met de voorkant in de
richting van de zonsopgang.
ga,
Zet de ruitenwissers naar boven, zodat ze niet kunnen vastvriezen
aan de ruit.
e
Bij extreme koude moet u de versnellingspook in de le versnelling of
"
R
"
zetten en een wig onder de wielen plaatsen. De handrem kan
immers bevriezen als ze is aangehaald.