Operation Manual
Controle
-
, meet
-
en bedieningsinstrumenten
b
5-1
3
Door aan het uiteinde van de hendel te draaien
om
:oo:of %Ote selecteren, maakt u de lichten
aan die
insde onderstaande tabel met
"0"
aangeduid zijn.
niet te lang branden alsde motor stilstaat.
Als de accu leeg is, kunt u de motor niet
Eifl
Groot licht
I
dimlicht
1.
Trek de hendel naar u toe om
het groot licht in te schakelen.
Zet de hendel terug naar
achteren om weer over te
-
schakelen op dimlicht.
op het instrumentenbord.
O
2.
Als het groot licht is ingeschakeld,
brandt het controlelampje van het groot licht
MSO
-
O? 36
H
Met
de
lichten knipperen
1.
Als u de hendel even naar u toe trekt en
weer loslaat, gaat het groot
licht aan en uit. Het
overeenkomstige
controlelampje op het
instrumentenbord zal dan
eveneens aangaan.
2.
U
kunt ook met de lichten knipperen als de
koplichten niet ingeschakeld zijn.
De verlichting voor overdag moet uw auto beter
zichtbaar maken voor tegenliggers.
De verlichting voor overdag brandt zolang de
motor draait. De koplichten moeten daarvoor niet
aangemaakt zijn. Als de handrem is aangehaald,
branden de lichten voor overdag echter niet.