Operation Manual
Ventilatiesnelheid instellen
1. Druk op de knop SNELHEID om de gewenste ventilatiesnelheid, hoog of laag, in te
stellen. Het verklikkerlichtje van de hoge of lage ventilatiesnelheid zal tegelijkertijd
oplichten.
2. Wanneer het toestel op functie AUTO staat, zal het toestel automatisch een
ventilatiesnelheid selecteren in functie van de omgevingstemperatuur (de
overeenkomstige verklikkerlichtjes zullen oplichten) ; de snelheidsschakelaar werkt dan
niet.
SCHAKELKLOK instellen
1. Druk op de knop SCHAKELKLOK om het gewenste aantal uren werking in te stellen
(tussen 1 en 12 uur, het verklikkerlichtje 'schakelklok' zal oplichten). Aan het einde van
de ingestelde duur zal het toestel automatisch uitgeschakeld worden. Wanneer u op de
knop SCHAKELKLOK drukt, wordt op de display het aantal ingestelde uren weergegeven.
Wanneer de knop 'schakelklok' niet geactiveerd is, werkt het toestel continu.
2. Wanneer u op de knop 'schakelklok' drukt en geen andere functies activeert, kan u het
moment waarop het toestel moet beginnen werken VOORAF INSTELLEN. Bijvoorbeeld,
indien u de schakelklok op '2' zet, zal het toestel 2 uur later automatisch beginnen
werken.
De hierboven beschreven functies kunnen ook via de meegeleverde afstandsbediening
ingesteld worden. De afstandsbediening werkt met 2 batterijen klasse AAA.
AFB.18
Luchtrichting instellen
AFB.19
Draai aan het kartelwieltje op de
ventilatieopening om na te gaan in welke
richting de lucht in de verticale luchtuitlaten
atqevoerd wordt.
OPGELET!
1. Om de levensduur van de compressor te verlengen, raden wij u aan (minstens) 3
minuten te wachten om het toestel weer aan te zetten nadat u het had uitgeschakeld.
2. Het afkoelingssysteem zal automatisch uitgeschakeld worden wanneer de
omgevingstemperatuur lager is dan de ingestelde temperatuur. Het ventilatiesysteem zal
echter verder blijven werken volgens de ingestelde waarde. Indien de
omgevingstemperatuur lager is dan de ingestelde waarde, zal de verwarming automatisch
aanslaan.
3. Omgekeerd zal de verwarming automatisch uitgeschakeld worden wanneer de
omgevingstemperatuur HOGER is dan de ingestelde temperatuur (het ventilatiesysteem
zal echter verder blijven werken volgens de ingestelde waarde). Wanneer de
omgevingstemperatuur lager is dan de ingestelde waarde, zal de verwarming weer
aanslaan.
4. Dit toestel heeft ook een Antivries functie. Deze functie wordt gebruikt wanneer het erg
koud is, wanneer u afwezig bent en de verwarming niet werkt. Het toestel zal dan
automatisch in werking treden om ervoor te zorgen dat het niet vriest in de kamer. *
Wanneer u de verwarming aanzet, zal het ventilatiesysteem gedurende 15 - 20 seconden
stoppen zodat het toestel kan opwarmen.
11