Instruction for Use

25
Hoe een goede kwaliteit van het te consumeren voedsel te behouden
Wanneer u boodschappen doet
Neem altijd de volgende voorzorgen in acht:
Doe pakjes met rauw vlees, vis of kip/kalkoen in
plastic zakjes zodat ze niet op het overige voedsel
druppelen.
Koop vlees, kip/kalkoen en vis op het laatst. Laat
ze niet in een warme auto achter nadat u
boodschappen hebt gedaan. Bewaar een koelzak in
uw auto en gebruik deze in geval van zeer hoge
temperaturen of langdurige ritten.
Controleer de productie- en houdbaarheidsdata op
de voedingsmiddelen om er zeker van te zijn dat ze
vers zijn.
Let bijzonder op wanneer u vers voedsel koopt en
koop uitsluitend een hoeveelheid die u in 1 à 2
dagen kunt consumeren.
Laat warm voedsel minstens twee uur op
kamertemperatuur alvorens het in de koelkast te
doen.
Wanneer u het voedsel opbergt
Controleer de koeltemperaturen in de verschillende
compartimenten op het bedieningspaneel:
De temperatuur van de koelkast moet 8°C (46,4°F)
of minder bedragen en de temperatuur van de
vriezer moet -18°C (0°F) zijn.
Volg de aanbevelingen m.b.t. conserveringstijden
en -temperaturen die in de hierna afgedrukte
tabellen zijn aangegeven.
Houd rauw vlees, vis en kip/kalkoen gescheiden
van het overige voedsel en voorkom druppelen.
Wanneer u het voedsel opbergt
Wanneer u vlees, vis of kip/kalkoen opbergt, laat
het dan in de oorspronkelijke verpakking, als deze
tenminste niet gescheurd of geperforeerd is.
Herhaaldelijke hantering kan voor bacteriën in dit
soort voedsel zorgen.
Om in de vriezer te conserveren, is het goede zaak
om speciale bakjes voor de vriezer, plastic zakjes
of aluminiumfolie op speciale vriezerbakjes te
gebruiken, als u het voedingsmiddel langer dan
twee maanden denkt te conserveren.
Dit beperkt de uitdroging en het verlies van
kwaliteit tot een minimum.
Dateer en label de pakjes.
Om voedingsmiddelen in de koelkast te
conserveren, wikkelt u ze in folie of doet u ze in
plastic bakjes of in vacuümbakjes om te
voorkomen dat ze uitdrogen. Breng altijd de datum
op de pakjes of bakjes aan.
Let op dat u de voedingsmiddelen correct op de
leggers legt, en wel zodanig dat ze niet de
openingen voor de koude luchtcirculatie binnen het
compartiment afdekken.
Wanneer u voedsel bereidt
Was alles dat in contact met de voedingsmiddelen
is geweest
Was zorgvuldig de handen vóór en na elk contact
met de voedingsmiddelen.
Steriliseer de bakjes, het bestek en het keukengerei
dat in contact is gekomen met vlees, vis en
kip/kalkoen.
Steriliseer elke week de sponsjes waarmee u de
vaat wast.
Gebruik plastic handschoenen als u problemen met
uw handen hebt.
Ontdooi de voedingsmiddelen in de koelkast of in
de magnetron en niet buiten de koelkast op het
keukenblad. Als u de voedingsmiddelen in de
magnetron laat ontdooien, bereidt u ze dan meteen.
Laat voedingsmiddelen uitsluitend in de koelkast
marineren
Spoel vis en kip/kalkoen alvorens ze te bereiden.
Voorkom contaminatie tijdens het bereiden van
gerechten.
Houd rauw vlees, vis en kip/kalkoen en hun
vloeistoffen uit de buurt van ander voedsel.
Gebruik niet hetzelfde oppervlak en hetzelfde
keukengerei om vlees, vis, kip/kalkoen en groenten
te bereiden.
Houd uw plastic of houten hakborden en
snijplanken perfect schoon.
Was ze met heet water en zeep en spoel ze met een
verdunde desinfecterende oplossing.
Wanneer u uw voedsel kookt
Proef geen rauw of gedeeltelijk gekookt vlees,
kip/kalkoen, vis en eieren.
Bereid het vlees op een temperatuur van 75°C
(167°F) of hoger.
Gebruik voor stukken vlees met een dikte van meer
dan 5 cm een vleesthermometer om de temperatuur
te controleren. Om te bekijken of dunnere stukken
gaar zijn, moet gecontroleerd worden of de kleur
van het vleessap helder maar niet roze is.
Als u nog niet helemaal ontdooid vlees bereidt,
moeten de bereidingstijden met anderhalf worden
vermenigvuldigd.
Houd er rekening mee dat in de oven gebraden
vlees en kip/kalkoen een temperatuur van minstens
160°C (320°F) vereist.
Bereid eiwit en eigeel tot ze goed gekookt zijn.
Gebruik niet dezelfde recipiënten die rauw of
gedeeltelijk gekookt ei hebben bevat.
Als uw oven of magnetron voorzien is van een
sonde voor de controle van de temperatuur, gebruik
deze dan.