Instruction for Use

Kookzones aanzetten en aanpassen
Plaats een pan op de gewenste kookzone en schakel daarna de kookplaat in.
De zone inschakelen door op de betreffende ronde toets te drukken: Binnen de cirkel wordt het getal
0
weergegeven, dat overeenkomt met de gemiddelde vermogensinstelling.
Als u een pan gebruikt die niet geschikt is, niet correct gepositioneerd is of niet over de juiste
afmeting beschikt voor uw inductiekookplaat, dan wordt de indicatie “no pot” op het display
weergegeven (zie de afbeelding links). Als er binnen 60 seconden geen kookpot wordt gedetecteerd
wordt de kookplaat uitgeschakeld.
0. Om de vermogensinstelling te wijzigen met een vinger een horizontale beweging maken over het
touchscreen: Het getal in de cirkel verandert, afhankelijk van de plaats van uw vinger op het touchscreen
van een minimum van 1 tot een maximum van 9. De boosterfunctie kan worden ingeschakeld door op
“BOOST” (”P” op het display) op het touchscreen te drukken. De vermogensinstelling “BOOST” kan
maximaal 10 minuten gebruikt worden. Hierna schakelt het apparaat automatisch over op instelling 9.
Als er meer kookzones zijn ingeschakeld kunt u met het touchscreen het vermogen van de gekozen zone
wijzigen, deze is herkenbaar aan een lichtpuntje rechtsonder de vermogensindicatie. Om een zone te
selecteren hoeft u alleen maar de betreffende ronde toets in te drukken.
Bij modellen met drie kookzones kunnen drie “BOOST”-functies tegelijkertijd geactiveerd worden:
In dit geval past het apparaat de vermogensverdeling tussen de drie zones automatisch aan.
Kookzones uitschakelen
Selecteer de kookzone die u uit wilt schakelen door op de betreffende ronde toets te drukken (het
puntje van het vermogensniveau wordt rechtsonder op het display weergegeven). Druk op de toets
OFF die op het touchscreen zit.
De kookzone wordt uitgeschakeld en, als het gebied warm is, verschijnt de letter "H" in de cirkel.
"H" is de restwarmte-indicatie. De kookplaat heeft voor elke kookzone deze indicatie. Deze indicatoren
waarschuwen de gebruiker dat er nog kookzones heet zijn. Zodra de betreffende kookzone is afgekoeld
wordt de indicatie uitgeschakeld.
Instellen van de timer
De timer is een tijdschakelaar die de mogelijkheid biedt om voor één kookzone een tijdsduur in te
stellen van maximaal 90 minuten.
Selecteer de kookzone waarvoor u de timer wilt instellen (rechts onder de indicator van de
vermogensinstelling op het display verschijnt een lichtpuntje), en stel vervolgens de gewenste tijd in
met de toetsen + en - van de timerfunctie: De tijd in minuten wordt weergegeven naast het display van
de kookzone.
Enkele seconden nadat u de toets voor het laatst heeft aangeraakt begint de timer met aftellen (het
lichtpuntje voor selectie van de kookzone begint te knipperen).
Wanneer de ingestelde tijd is verstreken klinkt er een geluidssignaal en wordt de kookzone automatisch
uitgeschakeld.
Zie voor informatie over de timer behorend bij de functie SENSOR de beschrijving van deze functie op
de volgende pagina's.
i
Timer kookzone
Toets om de zone te kiezen en display
waarop de gekozen kookzone/de
vermogensinstelling wordt aangegeven
Touchscreen
(regeling vermogen)
55
0
13
Gebruiksaanwijzing