Operation Manual
30 31
De Camera biedt een eenvoudige draaimodus waarmee u op eenvoudige wijze tussen de verschillende
modi kunt wisselen.
De juiste opnamemodus te selecteren
1. Verdraai de aan/uit-schakelaar om de camera in te schakelen. Richt de camera op het voorwerp
en centreer het met het LCD.
2. Draai aan de draaimodus om de de juiste opnamemodus te selecteren.
Automatische modus Handmatige modus Filmmodus
Programma AE Gezichtverfraaiing Voorkeursinstellingen
Sluiterprioriteit Wi-Fi modus
Openingsprioriteit Scènemodus
3. Draai de zoomring om in of uit te zoomen op de onderwerpen, en om een foto samen te stellen
binnen een frame.
4. Druk op sluiterknop half in om op het voorwerp te focussen. Als het focusframe groen wordt,
moet u de sluiterknop helemaal indrukken om foto te maken.
Gebruik van de Draaimodus