Operation Manual

8
Hoofdstuk 1
De batterijen controleren
Controleer het batterijniveau op het Statusdisplay voordat u foto's gaat maken.
Zo loopt u geen belangrijke foto mis doordat de batterijen bijna of helemaal
leeg zijn geraakt.
1
Zet de camera aan.
2
Controleer het batterijsymbool op het
Statusdisplay. Als er geen symbool
verschijnt, zijn de batterijen helemaal
geladen.
Bijna leeg de batterijen moeten
binnen afzienbare tijd worden vervangen of
opgeladen.
Leeg (knippert) de batterijen
zijn te zwak om de camera voeding te
bieden. Vervang de batterijen of laad ze op.
Zie pagina 98 voor richtlijnen over batterijgebruik.