Operation Manual

32
Hoofdstuk 3
De ISO-snelheid instellen
De ISO-instelling bepaalt de lichtgevoeligheid van de camera. Gebruik bij
omstandigheden met helder licht een lagere ISO-instelling en een hogere ISO-
instelling bij weinig licht.
1
Zet de keuzeschakelaar op Capture en druk op Menu.
2
Markeer het menu ISO Speed (ISO-snelheid) en druk op Select.
3
Markeer de instelling voor ISO-snelheid die
u wilt gebruiken.
AUTO (automatisch),
(standaardinstelling)de camera stelt
automatisch een ISO-snelheid in op basis
van de hoeveelheid licht. Ideaal voor het
maken van gewone fotos.
ISO 100uitstekend voor foto's die
overdag in helder zonlicht worden gemaakt,
en waarbij kleine details belangrijk zijn.
Zeer geschikt voor portretten en
natuurfoto's.
ISO 200ideaal voor bewolkte dagen.
Handig wanneer u extra snelheid nodig hebt
met behoud van de fotokwaliteit.
ISO 400ideaal voor avond- of
nachtfoto's wanneer flitsen niet is
toegestaan; goed voor foto's van
sportwedstrijden waarbij het object
beweegt; en uitstekend voor foto's die
binnen worden genomen, met of zonder
flitser.
Wanneer er een andere instelling dan Auto is
geselecteerd, verschijnt het pictogram op
het Statusdisplay.