Operation Manual

47
Hoofdstuk 2
De scherpte instellen in een PASM-modus
Met de instelling Sharpness (scherpte) kunt u de randen van het onderwerp in
uw foto's accentueren of verzachten.
OPMERKING: Scherpte is alleen beschikbaar in de PASM-modus.
1 Druk in de PASM-modus op de Menu-knop.
2 Druk op om Sharpness (scherpte) te markeren en druk
vervolgens op de knop OK.
3 Druk op om een optie te
markeren en druk vervolgens op
de knop OK.
Sharp (scherp)—vergroot
het contrast aan de randen van
de foto. Ideaal om een foto
helderder te maken of als u
nadien de opname wilt
bijsnijden.
Standard (standaard)
gebruik deze instelling als u een
foto wilt maken zonder speciaal
effect. Ideaal voor het maken
van alledaagse foto's.
Soft (zacht)—verzacht de
randen van de foto. Ideaal voor
een "soft focus"-effect.
4 Druk op de Menu-knop om het menu te sluiten.
Deze instelling blijft van kracht tot u ze wijzigt of met Reset
(herstellen) (zie pagina 48) terugkeert naar de standaardinstelling.