Operation Manual
52
Hoofdstuk 2
De oriëntatie-sensor instellen
Als u de camera draait om een foto te maken (bijvoorbeeld voor een portret),
wordt de foto met behulp van Orientation Sensor (oriëntatie-sensor) zo
gedraaid dat de foto met de juiste zijde boven wordt weergegeven.
Orientation Sensor (oriëntatie-sensor) is standaard ingeschakeld. U kunt deze
functie uitschakelen, zodat de foto's in de oorspronkelijke stand worden
weergegeven.
OPMERKING: Als het onderwerp zich boven of onder u bevindt (zoals bij foto's
van een voorwerp in de lucht, op de grond of bij kleine voor-
werpen op een tafel), schakelt u de oriëntatie-sensor uit,
zodat de foto's niet onnodig worden gedraaid.
1 Druk in een willekeurige fotomodus op de zelfontspannerknop.
2 Druk op om Orientation Sensor (oriëntatie-sensor) te
markeren en druk vervolgens op de knop OK.
3 Druk op om On (aan) of
Off (uit) te markeren en druk
vervolgens op de knop OK.
4 Druk op de Menu-knop om het
menu te sluiten.
De instelling blijft van kracht
totdat u deze wijzigt.